Icoon groen

Aandacht besteden aan groen in de kinderopvang of gastouderopvang loont. Groen doet goed. Dat blijkt uit tal van onderzoeken en observaties. Een groene speelomgeving en aandacht voor natuurbeleving verminderen stress en hebben een positieve invloed op het welbevinden van kinderen. Op deze pagina lees je hoe je groen blijvend onderdeel maakt van jullie dagelijkse praktijk en beleid.

Waarom werken aan groen?

  • Aandacht voor groen in de bso draagt bij aan meer bewegen.
  • Het stimuleert de fantasie, spelontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen.
  • Contact met de natuur zorgt voor meer geluk en minder stress.
  • Een natuurlijke buitenruimte biedt kinderen een rijke speelomgeving. Natuurlijke materialen en tijd doorbrengen in de natuur nodigen kinderen uit tot onderzoeken en ontdekken.

Voor je begint...

Wat doet jouw organisatie al?

Wat doet jouw organisatie al?

Beginsituatie bepalen in:

Werk met een gedegen stappenplan

Werk met een gedegen stappenplan

Lees hoe je een themaplan maakt voor:

Aan de slag met groen

Met het Stappenplan werken aan Gezonde Kinderopvang zorg je voor blijvend resultaat. Werk aan groen in jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op de pijlers beleid, ontwikkelen, omgeving en signaleren. Zo maak je meer impact weten we uit onderzoek. Lees hieronder aan welke activiteiten je per pijler kunt denken.

Zorg ervoor dat aandacht voor groen en natuurbeleving een vaste plek heeft in jullie beleid.

Beleid
  • Bepaal welke visie jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau heeft op groen en natuurbeleving? Wat wil de organisatie uitstralen, naar buiten en naar kinderen, ouders/verzorgers en medewerkers? Neem dit op in het beleid en zorg dat er blijvend aandacht voor is.
  • Bedenk als gastouderbureau hoe je gastouders kunt ondersteunen bij het vastleggen van het groenbeleid in hun pedagogisch werkplan.
  • Beschrijf in het beleid in ieder geval wat jullie doen om bij te dragen aan groen en natuurbeleving.
  • Koppel het groenbeleid aan ander beleid, zoals het pedagogisch beleid, gezondheids- en veiligheidsbeleid. Neem in het pedagogisch beleid op wat groen en natuurbeleving betekent voor de ontwikkeling en het begeleiden van kinderen. Bijvoorbeeld:
    • 'In onze organisatie geven we kinderen de ruimte om zelf de natuur te verkennen en ontdekken en volgen we de kinderen daarbij.'
    • 'Door in de moestuin te werken, leren kinderen omgaan met successen en teleurstellingen.'
    • 'Al onze medewerkers zijn zich bewust van hun voorbeeldrol. Dat betekent bijvoorbeeld dat hun angst om vies en nat te worden geen belemmering is om kinderen vrij te laten ontdekken en beleven.'
  • Neem in het personeelsbeleid op wat  werken aan groen en natuurbeleving betekent voor de motivatie, kennis en vaardigheden van het personeel. Zo kun je natuurbeleving opnemen in functieomschrijvingen en takenpakketten. Ook kun je eindejaarsdoelen koppelen aan groen. Nog sterker is een specifieke functie voor groen te realiseren. Zoals een groenspecialist die bij alle vestigingen langsgaat om medewerkers, maar ook ouders/verzorgers en kinderen, mee te nemen in de groene organisatievisie.
  • Kijk ook eens naar het huisvestingsbeleid. Welke maatregelen zijn er nodig om optimaal te kunnen werken aan groen en natuurbeleving?
Betrekken en informeren
  • Informeer medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en oudere kinderen jaarlijks of vaker over het beleid.
  • Meld veranderingen in het beleid, bijvoorbeeld na evaluatie, via een nieuwsbericht op de website of in een nieuwsbrief.
Borgen
  • Borg taken en verantwoordelijkheden. Maak bijvoorbeeld één medewerker verantwoordelijk voor het actualiseren van het groenbeleid.
  • Denk ook aan uitvoeren en handhaven van het beleid, inclusief afstemming en communicatie met medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en kinderen.
Evalueren
  • Evalueer jaarlijks of het bestaande beleid werkbaar is voor pedagogisch medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers.
 Tips bij pijler Beleid
  • Hulp nodig bij het opstellen van beleid? Neem dan eens contact op met de NME professional, een GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )-medewerker van de afdeling Milieu of een Jong Leren Eten-makelaar.

Pijler Ontwikkelen

Bied kinderen, medewerkers en gastouders activiteiten aan rond groen. Met als doel dat zij hun kennis vergroten, vaardigheden aanleren en positief zijn over natuurbeleving.

Bijscholing
Kennis en activiteiten
  • Gebruik de dagritmekaarten. Deze bevatten inspiratie voor leuke activiteiten die pedagogisch medewerkers kunnen doen met jonge kinderen (1,5 tot 4 jaar).
  • Speel in een natuurrijke omgeving in op de behoeftes van kinderen: ontdekken, grenzen verkennen, verzamelen, bouwen en fantasiespel. Volg de interesses van kinderen en speel met je vragen en handelingen daarop in om het spel te verdiepen. Geef kinderen de ruimte en stel open vragen.
  • Verbind leermomenten aan werken met groen. Vier bijvoorbeeld het succes als jullie groente en fruit kunnen oogsten in de moestuin. En leer kinderen omgaan met teleurstellingen, bijvoorbeeld bij vergraagde of door insecten aangevreten planten. Dit samenspel draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van kinderen.
  • Maak kinderen bewust van de omgeving. Neem ze mee in activiteiten als planten watergeven en door de tuin lopen. Benoem wat er allemaal te zien is en ga samen op ontdekking
  • Zorg zo nodig voor begeleiding, zodat de pedagogisch professionals kinderen goed kunnen volgen en begeleiden in het groen. Oefen, observeer en reflecteer samen.
  • Benut de mogelijkheden van een groene buitenruimte. Er zijn veel natuuractiviteiten en je kunt beschikbare natuurbelevingsprogramma's met activiteiten gebruiken. Maak bijvoorbeeld gebruik van de Natuurbeleveniskaarten van Het Groene Huis. Ze staan vol met leuke en simpele buitenactiviteiten.
Goede voorbeeld
  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld. Dat doe je door te laten zien en te benoemen dat je geniet van buitenactiviteiten, dat je nieuwsgierig bent en niet bang bent vies te worden. 
Erkende activiteiten  
Tips bij pijler Ontwikkelen
  • Benut de kwaliteiten van medewerkers en gastouders, spreek hen aan op hun groene hobby’s en nodig hen uit die (meer) te delen met de kinderen en je collega’s.

Richt de fysieke en sociale omgeving zo in dat die bijdraagt aan de natuurbeleving van kinderen, medewerkers en gastouders. Laat medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven en betrek ouders/verzorgers en samenwerkingspartijen bij jullie activiteiten.

Fysieke omgeving 
  • Zorg voor een natuurrijke omgeving. Een natuurlijke omgeving is een belangrijke basis om aan groen in de kinderopvang te werken. Voor kinderen betekent dat een open, verrassende en veelvormige tuin waarin ze allerlei aspecten van natuur kunnen horen en zien, ruiken, voelen en proeven.
  • Zoek de natuur op, zoals een parkje, een dierenweide, een buurtmoestuin. Het vraagt wat van de organisatie om op pad te gaan, maar het betaalt zich terug in natuurervaringen bij de kinderen.
  • Laat ouders/verzorgers kleding meegeven die vies en nat mag worden en goed beschermt tegen kou. Dat is een belangrijke randvoorwaarde voor tijd doorbrengen in een natuurlijke omgeving.
  • Leg een moestuin aan of schaf een kweekbak aan. Zo kun je kinderen leren over de herkomst van hun eten. Denk ook aan eetbare natuur in de eigen tuin of de nabije omgeving.
  • Investeer in onderzoeksmaterialen die kinderen stimuleren om actief de natuur te ontdekken. Denk aan loeppotjes, zoekkaarten, schepnetten, terrariumbakken en microscopen.
  • Zorg voor een interieur en materiaal dat natuurbeleving ondersteunt. Denk hierbij aan meubels van natuurlijk materiaal, materiaal om mee te spelen. aan planten op de groep en het gebruik van natuurlijk materiaal bij de inrichting van de groepen.
Sociale omgeving
  • Betrek ouders/verzorgers bij natuurbeleving. Geef informatie tijdens intakegesprekken en ouderavonden. Maak regelmatig foto’s van kinderen die in de natuur bezig zijn en deel deze met de ouders/verzorgers. Nodig hen ook uit zelf een groene activiteit te verzorgen of vraag of zij hier kansen voor zien binnen hun netwerk.
Betrekken en informeren
  • Zorg dat kinderen, ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders ook een rol kunnen spelen bij activiteiten. Want groen krijgt meer aandacht als iedereen zich erbij betrokken voelt. 
Goede voorbeeld
  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld. Laat zien dat je geniet van bezig zijn met groen en natuurbeleving en dat je kinderen daar graag bij betrekt.
Samenwerken
  • Betrek lokale samenwerkingspartners met specifieke deskundigheid, kennis en ideeën bij de activiteiten die je organiseert. Denk aan een school in jouw buurt (bijvoorbeeld een Gezonde School), Jeugdgezondheidszorg (GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )) of aan je gemeente.
  • Ga na welke organisaties in de buurt een rol kunnen en willen vervullen bij natuureducatie: de lokale bijenvereniging, de visclub, het groenbeheer, de lokale afdeling van IVN en Groei en Bloei, de (kinder)boerderij.
  • Werk samen aan een moestuin. Steeds meer basisscholen hebben een moestuin waarin de kinderen onder schooltijd werken. Bedenk en spreek af hoe de bso in de vakantietijd de moestuin onder zijn hoede kan nemen.
  • Maak contact met lokale organisaties en verenigingen. Die willen soms een activiteit verzorgen. Bij menig centrum voor natuur- en milieueducatie (NME) kun je materialen lenen. Bekijk het overzicht van NME-centra in Nederland. Werk samen met ketenpartners zoals de GGD, Jong Leren Eten-makelaars, centra voor Natuur- en Milieueducatie (NME), IVN-afdelingen, de gemeente, Staatsbosbeheer en de waterschappen.
  • Mail Miranda Bron als je een vraag hebt over moestuinieren in de kinderopvang. Miranda is naast ambassadeur Gezonde Kinderopvang namelijk ook moestuincoach!
Tips bij pijler Omgeving

Houd in de gaten hoe het met de kinderen gaat rond groen. Zo kun je vroegtijdig mogelijke risico’s signaleren. Bepaal samen waarop jullie signaleren en doe regelmatig onderzoek. Leg ook vast hoe jullie met signalen omgaan en welke maatregelen passend zijn.

Periodiek onderzoek
  • Zorg dat je weet hoe het met de kinderen gaat rond groen. Hoe leeft groen en natuurbeleving bij de kinderen? Check dit bijvoorbeeld jaarlijks. 
Signaleren
  • Zorg dat pedagogisch medewerkers en gastouders alert zijn op problemen of zorgen. En dat zij weten wat ze met een signaal moeten doen.
  • Zet het principe ‘aanvaardbaar risico’ centraal bij de omgang met het spanningsveld tussen veiligheid en uitdaging. Aanvaardbare risico's zijn risico's die passen bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind.
  • Bespreek wat voor jullie aanvaardbare risico's zijn en hoe jullie balans houden tussen veiligheid en ontdekkend leren. Er is geen eenduidig antwoord voor dit dilemma, want iedere situatie is anders. Samen met het team kun je bespreken wanneer jullie ingrijpen of bijsturen en wanneer niet als het gaat om natuurbeleving.
  • Beschrijf de risico's van spelen in de natuur. Denk aan de risico's van klimmen in bomen, spelen met water of vuur, werken met gereedschap en ‘lastige’ planten. Beschrijf ook hoe jullie met deze risico's omgaan. Bijvoorbeeld: ‘We leren de kinderen welke planten eetbaar zijn. Brandnetels zijn eetbaar en deze plukken en er thee van zetten kan heel goed.’ Nog een voorbeeld: ‘We leren de kinderen eerst aan ons te vragen voor ze iets plukken of proeven.’
  • Werk met diploma's voor kinderen die bepaalde vaardigheden beheersen, zoals een zakmes of zaag gebruiken en verantwoord vuur maken. Observeer en noteer het gedrag en evalueer dit regelmatig met collega's en kinderen.
  • Wees extra alert op risico's die je niet kunt uitsluiten, zoals de aanwezigheden van teken en processierupsen.
  • Zorg dat signalen in jullie organisatie worden opgepakt.
Informeren
  • Vraag de ouders/verzorgers van het kind tijdens het brengen of ophalen of ze het gesignaleerde probleem of de zorg herkennen. Informeer ze over wat je hebt gezien en waarom dit een zorg is. Geef handvatten om hier mee om te gaan.
 Tips bij pijler Omgeving
  • Hebben de kinderen in een buitenruimte gespeeld met hoog gras, bosjes en bladeren? Wees dan alert op de aanwezigheid van teken. Kijk voor meer informatie op Rivm.nl.

Voorbeelden

Groene kinderopvang

Jonge kinderen betrekken bij de natuur om hen heen kan overal, en in elk seizoen. Begin met eenvoudige activiteiten. Keer samen eens een steen of boomstronk om en ontdek welke dieren daaronder leven. Of pluk samen met de kinderen munt die jullie hebben laten groeien en zet daar thee van. Een kinderopvang die in het bos zit om daar groene kinderopvang te kunnen bieden is natuurlijk ideaal. Het boek 'Stap voor stap naar Groene Kinderopvang’ van Groen Cement kan je wellicht inspiratie bieden.


Leg een moestuin aan

Kinderen die in een moestuin werken leren waar het voedsel vandaan komt. Daarnaast eten kinderen die in een moestuin werken zelf meer groenten en fruit. Leg daarom een moestuin aan. Of begin met een eenvoudige variant: een kweekkasje, een vierkante meter tuin. Kijk voor meer ideeën op Jonglereneten.nl.


Maak een slakkenhotel

In een slakkenhotel bewonderen en verzorgen kinderen zelfgevonden slakken. Dat doen ze een aantal dagen. Nodig: een terrarium, aarde, bladeren/takjes, rauwe groente/appel en een plantenspuit. Het hotel inrichten en de gasten verzorgen doe je zo:
Vul het terrarium met aarde.

Slakkenhotel
  • Leg er bladeren en takjes op.
  • Plaats de slakken in het hotel.
  • Voer ze met rauwe groente/appel.
  • Geef ze elke dag vers voedsel.
  • Bevochtig het hotel dagelijks met de plantenspuit.
  • Verschoon het hotel na een paar dagen.
  • Zoek en bekijk de slakken op een bodemdieren zoekkaart.

Breng de slakken na maximaal een week terug naar hun vindplaats. 


Leren en reflecteren

Veel pedagogisch medewerkers vinden het lastig om invulling te geven aan het goed volgen en begeleiden van kinderen in het groen. Samen oefenen in de praktijk, filmopnames maken en die met elkaar bespreken werkte bij de Tweeling Kinderopvang in Nijmegen goed. Vragen als ‘Wat zei je en wat was het effect op het kind?’ geven veel gespreksstof en eigen inzicht. Externe ervaringsdeskundigen kunnen het observeren van spelende kinderen in het groen en de interactie tussen de kinderen en medewerkers begeleiden. In Nijmegen zijn ze zo gestart en nu voeren de medewerkers zelf de regie over de observaties en gesprekken.


Op zoek naar beestjes in het bos

Uitvalsbasis voor bso De Wolvenbende is een scoutinggebouw in het bos aan de rand van Arnhem. Kinderen brengen daar het grootste deel van de tijd in de natuur door. De pedagogisch medewerkers zijn daarvoor getraind en gecoacht. “Kinderen van onze bso zoeken vaak naar beestjes: kikkers, salamanders, insecten", vertelt pedagogisch medewerker Mark Baas. “Wij hebben geleerd welke materialen hen uitdagen en zorgen dat ze die tot hun beschikking hebben: schepnetten, verzamelbakken, emmers, etcetera.”

Het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar beschrijft een aantal thematische bso’s, waaronder de natuur-bso. Daarbij staan suggesties voor pedagogische middelen.

Ideeën opdoen?

Dagritmekaart Groen
Kijk bij het stappenplan

Advies of ondersteuning nodig?

Ambassadeur

Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang.
Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.

GGD

Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.


  • Kijk voor mogelijkheden voor ondersteuning, advies, training en workshops op Ivn.nl/kinderopvang.