Waarom aandacht voor groen

Icoon groen

De groene kinderopvang zit in de lift. En terecht. Contact met natuur is van grote waarde voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. Contact met natuur draagt ook bij aan verantwoordelijkheidsbesef voor natuur en milieu. Dit is belangrijk gezien de kwetsbaarheid van de natuurlijke systemen op aarde en de toenemende bedreigingen ervan. Daarnaast is de mens onderdeel van de voedselkringloop en daarbij afhankelijk van de natuur. Kinderen in de bso betrekken bij duurzame voedselproductie is daarom belangrijk. 

De argumenten op een rij: 

  • Kinderen benoemen zelf dat zij buitenspelen het leukst vinden om te doen en dat zij zich vrolijk, blij, sterk en gezond voelen als zij een tijdje buiten gespeeld hebben (Jantje Beton 2018).
  • Het spel van kinderen wordt geconcentreerder wanneer er zinvolle ervaringen in de natuur worden opgedaan (Pappler, 2001).
  • Kinderen leren met hun hele lijf wanneer zij al spelend de wereld ontdekken. Ze verwerven taal om deze ervaringen te verwoorden en zodoende grip op de wereld en de mensen om hen heen te krijgen (Hagenaar, 2020). 
  • Kinderen komen steeds minder buiten in de natuur en worden steeds ongezonder (Trendrapport jeugd, natuur en gezondheid 2012-2019). 

De bso heeft een pedagogische en maatschappelijke opdracht. Zorg voor veilig en gezond opgroeien van kinderen en ondernemen met oog voor duurzaamheid komen er bij elkaar. Aandacht voor groen is dan ook werken aan een hoge kwaliteit kinderopvang. 

Voorbeeld natuur bso Natureluur

Natureluur in de bosrijke omgeving van het Limburgse Haelen en Heythuysen biedt kinderopvang aan voor peuters (2-4 jaar) en voor schoolkinderen (4-12 jaar). Groen en natuur zijn het uitgangspunt vanwege het positieve effect op kinderen. Zo stimuleren buitenactiviteiten de emotionele ontwikkeling en motoriek van kinderen. En vergroten ze hun zelfredzaamheid: kinderen leren problemen op te lossen en de natuur goed in te schatten.

Laat je inspireren door wat Aukje Vlaanderen, coach Gezonde Kinderopvang, vertelt over natuur en groen in haar buitenschoolse opvang.

Een uitdagende buitenruimte 

Een goede buitenruimte bestaat uit plekken die kinderen uitdagen tot activiteiten. Een heuvel, een speelvijver met water en zand, een natuurvijver, een bloemenborder, klimbomen, verstopbosjes, bessenstruiken/fruitbomen, een moestuintje. Bij een goed ontwerp zijn al die plekken duidelijk herkenbaar en van elkaar gescheiden, maar tegelijkertijd in een integraal plan op elkaar afgestemd. Routes en voldoende variatie vormen de basis van een goed tuinplan.

Een moestuin hoort er bij

Leg een moestuin aan of begin met een vierkante meter tuin. Zo maak je het kweken van voedsel onderdeel van het dagelijks leven van kinderen. Geef kinderen zoveel mogelijk zelf de regie op de moestuin. Zorg dat ze successen behalen maar laat kinderen ook leren dat teleurstellingen erbij horen. Bereid eten met producten van eigen oogst! Hulp bij de moestuin nodig? IVN heeft moestuincoaches in huis.  

Op pad in de natuur

Ga op speurtocht in de buurt naar de planten en dieren die er leven. Met zoekkaarten kan je van alles vinden en op naam brengen. Overleven in de natuur (of bushcraften) is een thema dat de oudere kinderen van de bso vaak aanspreekt. Zelf vuur maken en een soepje koken met eetbare wilde planten. Het boek ‘Eten en drinken met wilde planten’ van Laurette van Slobbe staat vol praktische suggesties. Schakel eventueel een ervaringsdeskundige in, bijvoorbeeld via een Natuur- en Milieu Educatie (NME) Centrum of IVN. 

Aanvaardbare risico’s

Kinderen spelen in hun spel met risico’s. Ze verkennen daarmee hun eigen grenzen en mogelijkheden en de eigenschappen van de wereld waarin ze leven. Dit spelen met risico’s is noodzakelijk voor een evenwichtige ontwikkeling. De volwassenen zijn er om de grenzen aan te geven en te bewaken. Leer kinderen in de bso omgaan met risico’s, maar bepaal met elkaar welke aanvaardbaar zijn en welke niet. Kees Both, natuurpedagoog, pleit voor natuurbeleving bij kinderen: in bomen klimmen, hutten bouwen, met water en zand spelen. Leestip: het boek 'Wat mag, wat kan?' over de dilemma’s bij uitdagend spelen is, geschreven door Marianne de Valck (2010).

Het Pedagogisch kader kindercentra 4-13 jaar beschrijft een aantal thematische bso’s, waaronder de natuur-bso. Daarbij staan suggesties voor pedagogische middelen.

Aan de slag met groen op 4 pijlers

Uit onderzoek weten we dat het effectief is wanneer je activiteiten uitvoert op de volgende pijlers:

  • beleid, 
  • ontwikkelen, 
  • omgeving,   
  • signaleren.

Aan welke activiteiten je kunt denken lees je hieronder. Kijk voor achtergronden over de pijlers bij Wat is Gezonde Kinderopvang

Beleid inhoud

Veranker het werken aan een groene bso vanuit jullie visie en missie in het organisatiebeleid: 

  • Pedagogisch beleid: wat betekent het voor de ontwikkeling en het begeleiden van kinderen?
  • Personeelsbeleid: wat betekent het voor de motivatie, kennis en vaardigheden van het personeel?
  • Communicatiebeleid: hoe weten we van elkaar wat we willen en doen?
  • Huisvestingsbeleid: welke maatregelen zijn nodig voor een duurzaam gebouw, een natuurlijke speelplaats en een moestuin?
  • Investeringsbeleid: wat betekent dat voor ons budget of voor acties naar vrijwilligers?
  • Natuurbeleid: hoe groen maken we onze organisatie en wat zijn de speerpunten.
  • Duurzaamheidsbeleid: hoe verduurzamen we onze organisatie?

Aandachtspunten bij het ontwikkelen van natuurbeleid: 

  • Formuleer met iedereen uit de organisatie een breed gedragen visie op natuurbeleving.
  • Werk aan een natuurminnende houding bij pedagogisch medewerkers.
  • ​Zorg ervoor dat het thema regelmatig op de agenda komt.
  • Betrek ouders bij het thema natuur. Spelen in het groen, vies worden en een moestuin horen erbij.

Aandachtspunten bij het ontwikkelen van duurzaamheidsbeleid:

  • Maak een duurzaamheidsscan van de organisatie en bepaal verbeterpunten.
  • Energiebesparing, zuinig omgaan met water, afvalbeperking.
  • Beperken van vervoersstromen, meer vervoer per fiets.
  • Aandacht voor gezonde en duurzame voeding.
  • Hergebruik van materiaal. 

Suggestie: je kunt de Groene agenda (van Waarborgfonds Kenniscentrum Kinderopvang en Groen Cement) aanvragen. Deze agenda bevat tools en praktijkervaringen om op een laagdrempelige manier met duurzaamheid binnen jouw organisatie aan de slag te gaan. 

Ontwikkelen inhoud

  • De natuur draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van kinderen. Naast dat de motorische ontwikkeling gestimuleerd wordt, hebben natuuractiviteiten ook een positief effect op de zintuiglijke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. De natuur daagt uit en is tegelijkertijd rustgevend. Op bijvoorbeeld overprikkelde kinderen heeft de natuur een positief effect. Door aandacht voor de natuur raken kinderen er meer bij betrokken.
  • Werken in een moestuin betekent successen halen: oogsten van groente en fruit is altijd een feest. Maar werken in de moestuin betekent ook leren omgaan met teleurstellingen: verdroogde plantjes, vraat door insecten. Dit samenspel draagt bij aan een gezonde ontwikkeling van kinderen.
  • Een groene buitenruimte zelf biedt al veel aanknopingspunten voor natuuractiviteiten. Daarnaast kan je beschikbare natuurbelevingsprogramma’s met activiteiten voor jonge kinderen gebruiken. De Natuurbelevingskaarten 4-12 (ontwikkelt door CNME het Groene Huis) staan vol met leuke en simpele buitenactiviteiten. 
  • Lokale organisaties en verenigingen willen soms een activiteit verzorgen. Bij menig Natuur- en Milieu-centrum (NME) kan je materialen lenen. Bekijk het overzicht van NME-centra in Nederland.
  • Er bestaan veel nationale natuurdagen waar je als organisatie bij aan kunt sluiten. Denk aan de Nationale Tuinvogeltelling, de Dag van de Groene kinderopvang, Modderdag, Nederland Zoemt, Fete de la Nature en Slootjesdag. Veelal is er gratis activiteitenmateriaal beschikbaar. 
  • Het IVN organiseert jaarlijks een landelijke conferentie Kind & Natuur. Deelnemers kunnen zich een dag lang inspireren om nog meer te halen uit groene kinderopvang.
  • De ‘Outdoor Living and Learning Academy‘ (OLLA, Hogeschool Leiden) biedt een rijk aanbod van training en scholing rond natuur en kinderen. 

Omgeving inhoud

  • Een natuurlijke speelplek en een duurzaam gebouw vormen de ideale setting. Maak gebruik van kennis van ouders en medewerkers om stappen in de goede richting te zetten.
  • Werk je samen met een school? Ga dan in overleg over een grijs plein aanpassen. Ga voor kleine veranderingen: een moestuinbak, een insectenhotel.
  • Investeer in onderzoeksmaterialen die kinderen stimuleren om actief de natuur te ontdekken, zoals loeppotjes, zoekkaarten, schepnetten, terrariumbakken, microscoop.
  • In de buurt van de bso is vaak meer natuur te vinden dan je denkt: een parkje, een dierenweide, een buurtmoestuin et cetera. Het vraagt wat van de organisatie om op pad te gaan, maar het betaalt zich terug in natuurervaringen bij de kinderen.
  • Ga na welke organisaties in de buurt een rol kunnen en willen vervullen bij natuureducatie: de lokale bijenvereniging, de visclub, het groenbeheer, de lokale afdeling van IVN en Groei en Bloei, de (kinder)boerderij.
  • Steeds meer basisscholen hebben een moestuin waarin de kinderen onder schooltijd werken. Bedenk en spreek af hoe de bso in de vakantietijd de moestuin onder haar hoede kan nemen.

Signaleren inhoud

  • De groene buitenruimte is heel geschikt om het (spel)gedrag van kinderen te observeren.
  • Werk met het principe ‘aanvaardbaar risico’. Dit geeft kinderen de kans grenzen te verkennen en te leren omgaan met risico’s binnen de veiligheidsmarges die de bso bepaalt.
  • Beschrijf de risico’s van het spelen in de natuur, zoals bij: klimmen in bomen, spelen met water (en vuur), werken met gereedschap en ‘lastige’ planten. Beschrijf ook hoe je met de risico’s omgaat. Bijvoorbeeld: ‘We leren de kinderen welke planten eetbaar zijn. Brandnetels zijn eetbaar en deze plukken en er thee van zetten of in een broodje verwerken kan heel goed.' en 'We leren de kinderen eerst aan ons te vragen voor ze iets plukken willen proeven.'
  • Werk met diploma’s voor kinderen die bepaalde technieken en vaardigheden beheersen (zoals gebruik van een zakmes of zaag en verantwoord vuur maken) en observeer en noteer het gedrag. Evalueer dit regelmatig met collega’s en kinderen.
  • Wees alert op risico’s die je niet kunt uitsluiten, zoals teken of de eikenprocessierups.
    • Teken zijn kleine spinachtige beestjes die zich in elke groene omgeving op kunnen houden. Zij leven van het bloed van dieren en soms van mensen. Tijdens het drinken zuigt een teek zich vast aan de gastheer. Een tekenbeet is meestal onschuldig, maar het is mogelijk dat de teek besmet is met de lymebacterie en deze overdraagt op de mens. Regelmatig controleren en ouders op de hoogte brengen dat zij dit thuis ook doen is belangrijk. Zorg voor de aanwezigheid van een tekenpen op jouw locatie. Meer informatie vind je op de website van GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst) Leefomgeving. En download gratis de RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)-Tekenbeet-app. 
    • De eikenprocessierups is de rups van een nachtvlinder. Deze rupsen leven in grote groepen in eikenbomen en zijn herkenbaar aan de grote ingekapselde nesten op stam of grote takken. De rupsen hebben brandharen die ze bij schrik afschieten en die bij mensen ernstige jeukklachten kunnen veroorzaken. Wat je het beste kunt doen bij de aanwezigheid van de rups en bij gezondheidsklachten door de rups lees je op de website van GGD Leefomgeving.  

Stimuleringsbijdrage Lekker naar Buiten!

Ben jij coach Gezonde Kinderopvang en wilt je aan de slag met gezonde en duurzame voeding? Regelmatig kun je een bijdrage aanvragen (maximaal €500) voor een leuke activiteit met de kinderen. Log voor meer informatie in op Mijngezondekinderopvang.nl.

Op zoek naar inspiratie?

Bekijk het filmpje van Kinderopvang De Tivoli. Kinderen leren waar hun voedsel vandaan komt, en ze zaaien, wieden, oogsten en koken. 

Voorbeeld bso De Wolvenbende van SKAR Arnhem

Uitvalsbasis voor bso De Wolvenbende is een scoutinggebouw in het bos aan de rand van Arnhem. Kinderen brengen daar het grootste deel van de tijd in de natuur door. De pedagogisch medewerkers zijn getraind en gecoacht. Zij maken daardoor optimaal gebruik van de mogelijkheden van de locatie en kunnen de kinderen op een veilige en verantwoorde manier begeleiden.

‘Kinderen van onze bso zoeken vaak naar beestjes: kikkers, salamanders, insecten. Wij hebben geleerd welke materialen hen uitdagen en zorgen dat ze die tot hun beschikking hebben: schepnetten, verzamelbakken, emmers et cetera’. 
Mark Baas | pedagogisch medewerker 

Meer informatie

  • Springzaad.nl: bekijk het stappenplan om een groene buitenruimte te creëren (gericht op scholen, maar ook geschikt voor de kinderopvang). 
  • Winkel.ivn.nl: voor materialen, boeken en dvd’s over kinderen en natuur. 
  • De Mindstretchers academy van natuurpedagoog Claire Warden: Leer over het werken met ‘Floorbooks’ om het leerproces in de natuur door kinderen te laten sturen en documenteren.
  • Groencement.nl: netwerk dat zich richt op Groene kinderopvang. 
  • Lees actueel onderzoek naar groene kinderopvang in Nederland (lectoraat Natuur en Ontwikkeling Kind van Hogeschool Leiden).

Ondersteuning nodig?