Waarom aandacht voor (mee)roken en alcohol?

Icoon middelengebruik

Kinderen in de dagopvang zijn volop in ontwikkeling  dus zijn ze kwetsbaarder voor de gevolgen van meeroken dan volwassenen. Ook blootstelling aan derdehands rook kan gezondheidsrisico’s voor kinderen met zich meebrengen. Derdehands rook noemen we de schadelijke stoffen uit tabaksrook, nadat deze zijn neergedaald op kleding, lichaam, vloer en spullen zoals speelgoed. Het is daarom belangrijk dat kinderen rookvrij opgroeien. Hierin speelt ook een rookvrije kinderopvang een belangrijke rol.

Zelfs jonge kinderen zijn zich al bewust van roken en alcohol. Het voorbeeldgedrag van de omgeving, en dan met name de ouders, lijkt de verwachtingen van kinderen over alcohol al vanaf jonge leeftijd (2 jaar) te kunnen beïnvloeden (Trimbos-instituut, 2018). Ook voor roken lijkt er een verband te zijn tussen anderen zien roken en zelf gaan roken (Trimbos-instituut, 2016). Het is daarom belangrijk dat medewerkers het goede voorbeeld geven. 

Animaties derdehands rook

Rookresten die achterblijven in haren en kleding, op de huid of in gordijnen en meubels, wordt ‘derdehands rook’ genoemd. Kinderen krijgen deze schadelijke stoffen binnen door inademen, aanraken of inslikken. Ook wanneer pedagogisch medewerkers buiten het terrein roken, uit het zicht van kinderen, kunnen kinderen blootgesteld worden aan derdehands rook. Handen wassen of kleding verwisselen helpt niet voldoende om de risico’s van derdehands rook te voorkomen.

Op de website Rookvrije Start vindt u animaties over derdehands rook voor zorgprofessionals en ouders. 

  • Zorg voor een rookvrije kinderopvang, inclusief een rookvrij buitenterrein. Dit betekent dat er geen gedeeltes zijn waar medewerkers of ouders kunnen roken. Een geheel rookvrij buitenterrein zorgt dat kinderen het goede voorbeeld krijgen en niet blootgesteld worden aan tweede- en derdehands rook. Besteed ook aandacht aan de ingang van de kinderopvang rookvrij is, ook als dit onder de openbare ruimte valt. Communiceer dan naar medewerkers en ouders dat een rookvrije ingang belangrijk is, zodat de kinderen niet meeroken als ze naar binnen of naar buiten gaan en geen achtergelaten sigaretten oppakken.
  • Formuleer samen met medewerkers en ouders rookbeleid en leg dit vast in het pedagogisch beleidsplan. Denk daarbij ook aan afspraken over het handhaven van de regels. Als een rookbeleid is vastgelegd, is het voor de huidige én nieuwe medewerkers, stagiaires en ouders duidelijk wat de afspraken en regels omtrent roken zijn op de kinderopvang.
  • Een volledig rook- en alcoholvrije kinderopvang betekent ook een volledig rook- en alcoholvrij team tijdens werktijd. Zorg er ook voor dat ouders niet roken op het terrein en houd feestjes en bijeenkomsten met ouders op de dagopvang alcoholvrij. 
  • Het invoeren en handhaven van een rook- en alcoholvrije omgeving kan op weerstand van ouders en medewerkers stuiten. Maak daarom gebruik van de gesprekstips, stappenplannen en materialen op de websites Rookvrijegeneratie.nl en de website Rookvrije Start. Op deze laatste website staan ook animaties over derdehands rook voor zowel ouders als zorgprofessionals.
  • Bied rokende medewerkers ondersteuning bij het stoppen met roken. De website ikstopnu.nl kan daarbij helpen.

Er zijn geen specifieke richtlijnen voor rook- en alcoholpreventie voor op de kinderopvang. Aandacht geven aan roken en alcohol bij jonge kinderen is niet nodig. Wat je wel kunt doen, daarover lees je bij Aan de slag.

Aan de slag met rook- en alcoholpreventie op 4 pijlers

Uit onderzoek weten we dat het effectief is wanneer je activiteiten uitvoert op de volgende pijlers:

  • beleid, 
  • ontwikkelen, 
  • omgeving,   
  • signaleren.

Aan welke activiteiten je kunt denken lees je hieronder. Kijk voor achtergronden over de pijlers bij Wat is Gezonde Kinderopvang

Beleid inhoud

Begin met het opstellen van een gezamenlijke visie op een rook- en alcoholvrij gebouw, terrein en team. Stel duidelijke afspraken op, in en rondom de kinderopvanglocatie, voor zowel medewerkers als ouders. Denk daarbij aan aspecten als:

  1. Hoe zorgen we ervoor dat onze medewerkers niet meer roken onder werktijd, ook niet in de pauzes en zelfs niet buiten het zicht van de kinderen?
  2. Bieden we rokende medewerkers hulp aan bij het stoppen met roken? Zo ja, hoe?
  3. Hoe gaan we om met ouders en medewerkers die zich niet aan de regels willen houden?

Vertaal de visie in duidelijke regels en ga in op het waarom van de afspraken. Bijvoorbeeld waarom er helemaal niet gerookt mag worden in en rondom de opvanglocatie, ook niet tijdens pauzes van de medewerkers. Omdat:

  1. Deeltjes van rook die achterblijven op kleding, huid en haren een gevaar vormen voor kinderen. Zie ook de factsheet over derdehands rook en de animatie over derdehands rook voor zorgprofessionals.
  2. Rook door de open ramen naar binnen komt.
  3. Kinderen achteraf kunnen ruiken dat de medewerker gerookt heeft en hem of haar ook kunnen zien vertrekken om te gaan roken: dat is geen goed voorbeeld.
  • Betrek (rokende) medewerkers en (rokende) ouders of de oudercommissie bij het opstellen van de visie en afspraken. Dit kan bijdragen aan het creëren van draagvlak onder de medewerkers en ouders, waardoor zij waarschijnlijk sneller geneigd zijn om het beleid na te leven.
  • Formuleer het beleid positief: spreek niet over rookverbod en anti-rookbeleid, maar over een rookvrije kinderopvang. Niet-roken is steeds meer de norm, daarom is het passender te spreken van een ‘rookvrij beleid’ (en niet van ‘rookbeleid’).
  • Neem in het pedagogisch beleidsplan een alinea op over een middelenvrije omgeving en hoe de opvanglocatie afspraken hierover handhaaft. Bijvoorbeeld: ‘De opvang en alle activiteiten die we op of vanuit de kinderopvang organiseren, zijn rook- en alcoholvrij. Dit geldt dus zowel binnen als buiten en bijvoorbeeld ook voor de kerstbijeenkomst, maar ook tijdens een uitje met de kinderen. En voor zowel de medewerkers als de ouders. Dit beleid is hetzelfde voor iedereen, er zijn geen uitzonderingen mogelijk. We handhaven het beleid door er regelmatig informatie over te geven en elkaar er open op aan te spreken.’
  • Werk indien mogelijk samen met andere partijen zoals een basisschool waarmee je het buitenterrein deelt.

Ontwikkelen inhoud

  • Zorg voor voorlichting aan medewerkers over derdehands rook. Bijvoorbeeld met de animatie over derdehands rook voor zorgverleners.
  • Ondersteun medewerkers die willen stoppen met roken door vanuit de organisatie een programma aan te bieden of ze te wijzen op bijvoorbeeld Ikstopnu.nl. Voor mensen die willen stoppen of minderen met alcohol is er bijvoorbeeld Alcoholinfo.nl.
  • Zorg dat pedagogisch medewerkers het goede voorbeeld geven. Het beste voorbeeld is een middelenvrije dagopvang creëren waarin medewerkers en ouders laten zien dat ze niet roken en geen alcohol drinken. Benut hiervoor de factsheets over ‘zien roken, doet roken’ en ‘zien drinken, doet drinken’.
  • Verder is het belangrijk de algemene weerbaarheid van kinderen te stimuleren. Dat kan er aan bijdragen dat zij op latere leeftijd verslavingen beter weerstaan. Zie ook het thema sociaal-emotionele ontwikkeling).

Omgeving inhoud

  • Betrek de ouders bij het maken van visie en beleid over een rook- en alcoholvrije kinderopvang. Kijk bij de tips boven aan de pagina voor informatie hoe je in gesprek gaat met ouders.
  • Denk bij het maken van de afspraken ook aan: geen cadeautjes van ouders aan medewerkers in de vorm van een fles wijn, geen versierde bierflesjes als Vaderdagcadeau.
  • Informeer de ouders minimaal jaarlijks over de afspraken rond roken en alcohol op de kinderopvang, bijvoorbeeld via een nieuwsbrief.
  • Als medewerkers merken dat ouders willen stoppen met roken, maar dat lastig vinden, dan kunnen zij hen verwijzen naar de telefonische coaching Rookvrije Ouders.

Signaleren inhoud

Let op signalen van middelengebruik in de dagopvang, dragen de (pedagogisch) medewerkers het voorbeeldgedrag uit? Een medewerker die merkt dat een collega erg naar rook ruikt, kan dit signaal bijvoorbeeld bespreken met de collega of leidinggevende.

Meer informatie

Ondersteuning nodig?