Icoon middelengebruik

Aandacht besteden aan nicotine-, rook-, en alcoholpreventie in de kinderopvang of gastouderopvang loont. Want nicotine, rook en alcohol zijn schadelijk, zeker voor kinderen. Ieder kind moet de kans krijgen om volledig middelenvrij op te groeien. De omgeving vrij maken van nictotine, rook en alcohol is daarvoor essentieel. Hiermee draag je bij aan een toekomstige gezonde generatie. En je werkt aan een gezonde sociale norm: roken, vapen en alcohol drinken zijn niet normaal.

Op deze pagina lees je hoe je rook- en alcoholpreventie blijvend onderdeel maakt van jullie dagelijkse praktijk en beleid.

Waarom werken aan rook- en alcoholpreventie?

  • Kinderen zijn nog in ontwikkeling en daardoor kwetsbaarder voor de schadelijke gevolgen van (mee)roken en alcohol.
  • In een omgeving die niet rook- en nicotinevrij is, kunnen kinderen in contact komen met derdehands rook: de schadelijke stoffen uit tabaksrook, nadat deze zijn neergedaald op kleding, lichaam, vloer en spullen zoals speelgoed. Door derdehands rook lopen kinderen gezondheidsrisico’s. Ook e-sigaretten en vapes zijn schadelijk. E-sigaretten bevatten giftige stoffen en e-vloeistoffen bevatten (hoge) nicotineconcentraties. Het is dus belangrijk dat medewerkers kinderen niet blootstellen aan de schadelijke stoffen en nicotine van tabak, e-sigaretten en vapes.
  • Zien drinken, doet drinken. Het voorbeeldgedrag van de omgeving, en dan met name de ouders, lijkt de verwachtingen van kinderen over alcohol al vanaf jonge leeftijd (2 jaar) te kunnen beïnvloeden.
  • Ook voor roken lijkt er een verband te zijn tussen anderen zien roken en zelf gaan roken. Het is daarom belangrijk dat medewerkers het goede voorbeeld geven.

Voor je begint...

Wat doet jouw organisatie al?

Wat doet jouw organisatie al?

Beginsituatie bepalen in:

Werk met een gedegen stappenplan

Werk met een gedegen stappenplan

Lees hoe je een themaplan maakt voor:

Aan de slag met rook- en alcoholpreventie

Met het Stappenplan werken aan Gezonde Kinderopvang zorg je voor blijvend resultaat. Werk aan rook- en alcoholpreventie in jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op de pijlers beleid, ontwikkelen, omgeving en signaleren. Zo maak je meer impact, weten we uit onderzoek. Lees hieronder aan welke activiteiten je per pijler kunt denken.

Zorg ervoor dat rook- en alcoholpreventie een vaste plek heeft in jullie beleid.

Beleid
  • Stel een themabeleid op. Welke visie heeft jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op rook- en alcoholpreventie?
  • Beschrijf in het beleid in ieder geval wat jullie doen om bij te dragen aan rook- en alcoholpreventie.
  • Bedenk als gastouderbureau hoe je gastouders kunt ondersteunen bij het vastleggen van het rook- en alcoholpreventiebeleid in hun pedagogisch werkplan.
  • Je kunt het themabeleid ook koppelen aan het pedagogisch beleid, gezondheids- en veiligheidsbeleid.
  • Begin met het opstellen van een gezamenlijke visie op een nicotine- en alcoholvrij gebouw, terrein en team. Stel duidelijke afspraken op, in en rondom de kinderopvanglocatie, voor zowel medewerkers, gastouders als ouders/verzorgers. Begin met een visie. Hiervoor kun je nadenken over vragen als
    • Hoe zorgen we ervoor dat onze medewerkers en gastouders niet meer roken of vapen onder werktijd – ook niet in de pauzes en zelfs niet buiten het zicht van de kinderen?
    • Bieden we rokende of vapende medewerkers en gastouders hulp aan bij het stoppen met roken of vapen? Zo ja, hoe?
    • Hoe gaan we om met ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders die zich niet aan de regels willen houden?
  • Vertaal de visie in duidelijke regels en ga in op het waarom van deze afspraken. Bijvoorbeeld waarom er helemaal niet gerookt en gevapet mag worden in en rondom de opvanglocatie, ook niet tijdens pauzes van de medewerkers. Voorbeelden van redenen:
    • Deeltjes van rook die achterblijven op kleding, huid en haren vormen een gevaar voor kinderen. Het Trimbos-instituut legt dit uit in de factsheet over derdehands rook en de animatie over derdehands rook voor zorgprofessionals.
    • Rook komt door de open ramen naar binnen.
    • Kinderen kunnen achteraf ruiken dat de medewerker gerookt heeft en kunnen diegene ook zien vertrekken om te gaan roken. Dat is geen goed voorbeeld.
    • In de damp van een e-sigaret zitten chemische stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Door het inademen van deze stoffen kun je last krijgen van neus, keel en ogen. Ook kun je gaan hoesten. Sommige stoffen zijn giftig of kankerverwekkend. Hier wil je kinderen niet aan blootstellen.
  • Formuleer het beleid positief: spreek niet van een rook- of vapeverbod en antirookbeleid, maar van een nicotinevrije kinderopvang of gastouderopvang. Niet-roken of niet-vapen is steeds meer de norm. Daarom is het passender om te spreken van een ‘nicotinevrij beleid’.
  • Neem in het pedagogisch beleidsplan een alinea op over een middelenvrije omgeving en hoe de opvanglocatie afspraken hierover handhaaft. Bijvoorbeeld: ‘De opvang en alle activiteiten die we op of vanuit de kinderopvang organiseren, zijn nicotine- en alcoholvrij. Dit geldt dus zowel binnen als buiten en bijvoorbeeld ook voor de kerstbijeenkomst en uitjes met de kinderen. En voor zowel de medewerkers als de ouders/verzorgers. Dit beleid is hetzelfde voor iedereen; er zijn geen uitzonderingen mogelijk. We handhaven het beleid door er regelmatig informatie over te geven en elkaar er open op aan te spreken.’
  • Werk zo mogelijk samen met andere partijen, zoals een basisschool waarmee je het buitenterrein deelt.
Betrekken en informeren
  • Informeer medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en oudere kinderen tenminste jaarlijks over het beleid.
  • Leg in het beleidsplan ook vast dat jullie de ouders/verzorgers minimaal jaarlijks informatie geven over de regels over roken, vapen en alcoholgebruik.
  • Betrek medewerkers gastouders én ouders/verzorgers – juist ook als ze roken of vapen – of de oudercommissie bij het opstellen van de visie en afspraken. Dit kan bijdragen aan het creëren van draagvlak, waardoor zij waarschijnlijk sneller geneigd zijn om het beleid na te leven.
  • Daag ouders/verzorgers uit mee te doen met acties als Stoptober of Dry January/IkPas. Of creëer bewustzijn op Wereld Niet Roken Dag.
  • Breng de campagne Zien drinken, doet drinken onder de aandacht bij ouders/verzorgers. Deze campagne richt zich op ouders met kinderen van 1 tot en met 12 jaar en heeft als doel om te voorkomen dat jongeren voor hun 18e jaar alcohol drinken.
  • Meld veranderingen in het beleid, bijvoorbeeld na evaluatie, via een nieuwsbericht op de website of in een nieuwsbrief.
Borgen
  • Borg taken en verantwoordelijkheden. Maak bijvoorbeeld één medewerker verantwoordelijk voor het actualiseren van het middelenvrij beleid.
  • Denk ook aan uitvoeren en handhaven van het beleid, inclusief afstemming en communicatie met medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en kinderen.
Evalueren
  • Evalueer jaarlijks jullie beleid.
 Tips bij pijler Beleid
  • Formuleer samen met medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers een middelenvrij beleid en leg dit vast in het pedagogisch beleidsplan. Denk daarbij ook aan afspraken over het handhaven van de regels. Als een middelenvrij beleid is vastgelegd, is het voor de huidige én nieuwe medewerkers, stagiairs en ouders/verzorgers duidelijk wat de afspraken en regels zijn omtrent roken en vapen en het gebruik van alcohol op de kinderopvang.
  • Op de website van de Rookvrije Generatie staan hulpmiddelen om stappen te zetten naar een rookvrije kinderopvang. Deze zijn ook bruikbaar als het gaat om alcohol. Zo is er een folder met handreikingen over hoe je positief in gesprek kunt gaan met ouders.

Bied kinderen, medewerkers en gastouders activiteiten aan rond nicotine-, rook- en alcoholpreventie. Met als doel dat zij hun kennis vergroten, vaardigheden aanleren en positief zijn over nicotine-, rook- en alcoholpreventie.

Bijscholing
Kennis en activiteiten
  • Ondersteun medewerkers of gastouders die willen stoppen met roken of vapen. Bied ze een programma aan of wijs ze op ikstopnu.nl. Collega’s die willen stoppen of minderen met alcohol kun je verwijzen naar alcoholinfo.nl.
  • Investeer ook in de algemene weerbaarheid van kinderen. Weerbaarheid tegen bijvoorbeeld druk van anderen kan helpen om op latere leeftijd gebruik te weerstaan en verslavingen te voorkomen. Je kunt werken aan weerbaarheid met het thema sociaal-emotionele ontwikkeling.
Goede voorbeeld
  • Zorg dat pedagogisch medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven. Het beste voorbeeld is een middelenvrije omgeving waarin medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers laten zien dat ze niet roken of vapen en geen alcohol drinken. Benut hiervoor de factsheets over Zien roken, doet roken en Zien drinken, doet drinken van het Trimbos-instituut.
  • Houd borrels voor ouders/verzorgers en medewerkers alcoholvrij.
  • Richt geen aparte plekken in waar medewerkers of ouders/verzorgers kunnen roken of vapen, ook niet als deze uit het zicht van de kinderen zijn.

Richt de fysieke en sociale omgeving zo in dat die bijdraagt aan rook, nicotine- en alcoholpreventie. Laat medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven en betrek ouders/verzorgers, oudere kinderen en samenwerkingspartijen bij jullie activiteiten.

Fysieke omgeving 
  • Zorg voor middelen- en nicotinevrije opvang, inclusief een rookvrij buitenterrein. Dit betekent dat er geen gedeeltes zijn waar medewerkers of ouders/verzorgers kunnen roken of vapen. Een rookvrij buitenterrein zorgt dat kinderen het goede voorbeeld krijgen en niet blootgesteld worden aan tweede- en derdehands rook of aan schadelijke dampen van e-sigaretten.
  • Zorg dat de ingang van de opvanglocatie rook- en nicotinevrij is, ook als deze onder de openbare ruimte valt.
  • Maak duidelijk dat de kinderopvanglocatie rookvrij is. Hiervoor kunnen borden of andere aanduidingen geplaatst worden. Denk aan een informatiebord of een stoeptegel.
  • Voorkom dat er alcoholische dranken aanwezig zijn of in het zicht staan, bijvoorbeeld in de keuken. Ook als deze toevallig over zijn van een borrel.
Sociale omgeving
  • Communiceer naar medewerkers en ouders/verzorgers dat een rook- en nicotinevrije ingang belangrijk is, zodat de kinderen niet meeroken als ze naar binnen of naar buiten gaan en geen achtergelaten sigaretten oppakken.
  • Denk bij het maken van de afspraken ook aan: geen cadeautjes van ouders/verzorgers aan medewerkers in de vorm van een fles wijn, geen versierde bierflesjes als vaderdagcadeau.
  • Wees alert op ouders/verzorgers die willen stoppen met roken. Je kunt ze verwijzen naar de telefonische coaching Rookvrije Ouders  of naar ikstopnu.nl.
Betrekken en informeren
  • Zorg dat iedereen zich betrokken voelt. Dan krijgen nicotine- en alcoholpreventie meer aandacht. Bedenk welke rollen  ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders kunnen spelen bij een middelenvrije opvang en maak deze mogelijk.
  • Informeer de ouders/verzorgers minimaal jaarlijks over de regels met betrekking tot roken/vapen en alcohol op de kinderopvang, bijvoorbeeld via een nieuwsbrief.
Goede voorbeeld
  • Geef het goede voorbeeld. Het is belangrijk dat het goede voorbeeld zonder woorden duidelijk is. Het beste voorbeeld is een middelenvrije opvang waarin medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers laten zien dat ze niet roken of vapen, en geen alcohol drinken.
  • Houd borrels of bijeenkomsten voor ouders/verzorgers alcoholvrij.
  • Rook of vape nooit in het zicht van de kinderen. Ook niet bij het moment van aankomst of vertrek.
Samenwerken
  • Betrek lokale samenwerkingspartners met specifieke deskundigheid, kennis en ideeën bij de activiteiten die je organiseert. Denk aan een school of zelfs een Gezonde School in jouw buurt, jeugdgezondheidszorg (GGD) of de gemeente.
  • Stel een gezamenlijk nicotine- en alcoholvrij beleid op met partners als jouw organisatie onderdeel uitmaakt van een brede school of Integraal Kindcentrum (IKC). Dit beleid biedt houvast en kan bijvoorbeeld worden uitgedragen tijdens activiteiten die jullie samen organiseren.
Tips bij pijler Omgeving
  • Het invoeren en handhaven van een middelen- en nicotinevrije omgeving kan op weerstand van ouders/verzorgers en medewerkers of gastouders stuiten. Maak daarom gebruik van de materialen op de website rookvrijegeneratie.nl.
  • Een volledig rook-, nicotine- en alcoholvrije kinderopvang betekent ook een volledig rook-, nicotine- en alcoholvrij team tijdens werktijd. Zorg er ook voor dat ouders/verzorgers niet roken op het terrein en houd feestjes en bijeenkomsten met ouders/verzorgers op de opvang alcoholvrij.
  • Stimuleer medewerkers of gastouders om mee te doen aan themamaanden of -dagen, zoals Wereld Niet Roken Dag, Dry January/Ik Pas, of Stoptober.
  • Geef aandacht aan de campagne voor ouders Zien drinken, doet drinken.
  • Kijk voor tips ook bij de Succesfactor werk samen.
  • Lees ook de tips voor Draagvlak creëren bij ouders.

Houd in de gaten hoe het met de kinderen gaat rond nicotine- rook- en alcoholpreventie. Zo kun je vroegtijdig mogelijke risico’s signaleren. Bepaal samen op waarop jullie signaleren en doe regelmatig onderzoek. Leg ook vast hoe jullie met signalen omgaan en welke maatregelen passend zijn.

Signaleren
  • Zorg dat pedagogisch medewerkers en gastouders alert te zijn op problemen of zorgen. En dat zij weten wat ze met een signaal moeten doen.
  • Let op signalen van middelengebruik in de opvang. Dragen de medewerkers en gastouders het voorbeeldgedrag uit?
  • Houd het gedrag van kinderen in de gaten. Soms hebben kinderen problemen door problematisch middelengebruik van de ouder(s) of anderen in hun omgeving. Een signaal van middelengebruik door ouders/verzorgers kan bijvoorbeeld verwaarlozing zijn. Kinderen kunnen daardoor bijvoorbeeld gedragsproblemen, stress en angst gaan vertonen.
  • Zorg dat signalen in jullie organisatie worden opgepakt.
  • Bespreek zorgelijke signalen met een collega of leidinggevende, bijvoorbeeld als een collega erg naar rook of alcohol ruikt.
  • Overleg met de pedagogisch staffunctionaris als er signalen van kinderen of ouders/verzorgers zijn. Spreek samen af hoe je met de ouders/verzorgers in gesprek gaat.
Informeren
  • Ga in gesprek met ouders/verzorgers over je zorgen.
  • Vraag advies als je denkt dat er professionele hulp nodig is. Bespreek je zorgen bijvoorbeeld met het schooladviesteam, de jeugdgezondheidszorg, een instelling voor verslavingszorg of Veilig Thuis. Is de conclusie dat er passende hulp nodig is? Dan kan er vervolgens een doorverwijzing worden geregeld.

Voorbeelden

Een leuk feest zónder alcohol

Willen jullie een leuke bijeenkomst organiseren om de feestdagen in de luiden? Benoem dan in de uitnodiging dat er geen alcohol wordt geschonken. Bijvoorbeeld zo: ‘Alle kinderen en ouders/verzorgers zijn uitgenodigd. We komen graag bij elkaar op 24 december tussen 15.00 en 16.00 met soep en een (alcoholvrij) drankje.’

Aandacht geven aan roken en alcohol bij jonge kinderen is niet nodig en kan averechts werken. Er zijn dan ook geen specifieke richtlijnen voor middelenpreventie in de kinderopvang. Wel geldt dit advies:

  • Geen aandacht geven aan of voorlichting geven over roken/vapen en alcohol aan de kinderen.
  • Kinderen niet waarschuwend benaderen over roken/vapen en alcohol.

Ideeën opdoen?

Kijk bij het stappenplan

Advies of ondersteuning nodig?

Ambassadeur

Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang.
Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.

GGD

Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.