Waarom aandacht voor fysieke veiligheid

Icoon fysieke veiligheid

Een gezonde en veilige bso, waar kinderen zorgeloos kunnen spelen en leren, is van groot belang voor een goede ontwikkeling. Een van de basisbeginselen van kwaliteit in de kinderopvang is de veiligheid van kinderen. De nadruk ligt op een omgeving die zo veilig als nodig is. Dat een kinderopvang een veilige omgeving biedt, die kinderen beschermt tegen gevaren en waar ze tegelijkertijd hun grenzen kunnen verkennen.

Fysieke veiligheid gaat verder dan een veilige omgeving, zoals zorgen voor veilige bedjes en traphekjes. Het betekent ook de kinderen van jongs af aan begeleiden en stimuleren bij het ontwikkelen van vaardigheden waarmee zij zichzelf tegen letsels kunnen beschermen. Goede motorische vaardigheden, het inschatten van risico’s en de eigen grenzen kennen, zijn voorbeelden van vaardigheden waarmee kinderen zelf bijdragen aan hun veiligheid. Ook zelfvertrouwen en zelfredzaamheid zijn competenties die groeien bij iedere nieuwe overwinning. Veilig gedrag helpen ontwikkelen doe je door kinderen al jong in hun spel te leren omgaan met (kleine) risico’s. Wat verantwoord is en waarvan een kind iets leert, kan per kind verschillen.

Op deze pagina vind je richtlijnen, methodieken, voorbeeldbeschrijvingen en tips waarmee je uitdagend spelen en veiligheid goed implementeert binnen jullie buitenschoolse opvang.

  • Maak duidelijke afspraken over veiligheid en leg deze vast in jullie veiligheids- en gezondheidsbeleid.
  • Zorg dat medewerkers, ouders en kinderen bekend zijn met de regels en afspraken.
  • Bespreek regelmatig met medewerkers de actuele werkwijzen, veiligheidsmaatregelen en de fysieke veiligheid van de omgeving. En spreek elkaar aan op veiligheidsgedrag en verbeterpunten.
  • Maak ouders bewust van de noodzaak om kinderen te leren omgaan met risico’s en ze de vrijheid te geven om de wereld te ontdekken.
  • Maak medewerkers bewust van hun eigen gedrag in situaties met kleine en grotere risico's. Blijf bijvoorbeeld in de buurt bij mogelijk val- of botsgevaar. Maak natte plekken op de vloer direct droog en houd hete koffie of thee buiten het bereik van de kinderen.
  • Ga met elkaar en met de ouders de dialoog aan over uitdagend spelen en hoe jullie organisatie dat invult.
  • Bied kinderen genoeg uitdaging en ruimte om te spelen, binnen veilige randvoorwaarden.
  • Leer kinderen omgaan met kleine risico’s. Bespreek bijvoorbeeld gedragsregels en maak afspraken bij spelen in meer risicovolle situaties. Maak daarbij voor ieder kind (ongeacht leeftijd) de inschatting of het hier aan toe is of niet. Kijk wat het kind kan, geef indien nodig een tip. Of doe voor, geef ruimte en geef het kind zelfvertrouwen.
  • Bied een veilige omgeving voor kinderen om te ontdekken: breng fysieke aanpassingen aan waar je risico’s met ernstige gevolgen voorziet.

Voorbeeld: hard én veilig schommelen

Emma van vijf vindt het heerlijk om na schooltijd buiten te spelen op het speelplaatsje van de bso. Sinds kort heeft zij ontdekt dat ze nog hoger en harder komt door staand te schommelen, zeker als Sophie, die zes is, haar een flinke zet meegeeft. Als pedagogisch medewerker kan je de meisjes verbieden zodanig te schommelen, wellicht de veiligste optie. Maar hiermee weerhoud je ze ook van het leren van belangrijke motorieke vaardigheden, zelfstandigheid en weerbaarheid. Een betere oplossing is het wegnemen van de grootste risico’s: zorg voor een veilige speelplaats met een lage schommel en zachte ondergrond en houdt een oogje in het zeil. Zo kunnen Emma en Sophie hard én veilig (genoeg) schommelen. 

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK, 2018) eist dat ondernemers in de kinderopvang :

  • Een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid hebben, waar pedagogisch medewerkers in een continu proces bij betrokken zijn.
  • In hun veiligheids- en gezondheidsbeleid beschrijven hoe zij kinderen beschermen tegen grote risico’s en leren omgaan met kleine risico’s.

De kinderopvang aandacht heeft voor:

  • Hoe zij het risico op grensoverschrijdend gedrag door zowel aanwezige volwassenen als kinderen beperken.
  • De wijze waarop het vierogenprincipe in de dagopvang functioneert.
  • Het plan van aanpak om risico’s in te perken en hoe medewerkers moeten handelen zodra zich een ongezonde en/of onveilige situatie voordoet. 
  • Hoe de achterwachtregeling georganiseerd is (indien van toepassing). 
  • Hoe het beleid inzichtelijk is voor ouders, pedagogisch medewerkers (in opleiding), stagiairs en vrijwilligers.

De  Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD) voert inspectie uit op: 

  • Een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid.
  • Wat de locatie aan veiligheid doet of heeft gedaan. 
  • Hoe medewerkers het veiligheidsbeleid in de praktijk toepassen en hoe zij betrokken zijn bij de implementatie, uitvoering en evaluatie ervan.
  • Hoe dit geborgd is in een beleidscyclus. 
  • Welke risico’s op de locatie spelen en op welke risico’s er wel of juist geen actie is ondernomen (en waarom niet) en welke afspraken er hiervoor gemaakt zijn.
  • Een uitgewerkt plan van aanpak, dat in concrete termen verwoord wie welke maatregelen binnen welke termijn op pakt. 

Houd het veiligheids- en gezondheidsbeleid actueel door het regelmatig met medewerkers te evalueren. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de Risicomonitor van VeiligheidNL. Daarnaast kan de Risicoach toolkit van VeiligheidNL je behulpzaam zijn uitdagend spelen succesvol toe te passen in je organisatie. 

Aan de slag met veiligheid op 4 pijlers

Uit onderzoek weten we dat het effectief is wanneer je activiteiten uitvoert op de volgende pijlers:

  • beleid, 
  • ontwikkelen, 
  • omgeving,   
  • signaleren.

Aan welke activiteiten je kunt denken lees je hieronder. Kijk voor achtergronden over de pijlers bij Wat is Gezonde Kinderopvang

Beleid inhoud

Met de juiste aanpak kan de kinderopvangorganisatie een omgeving creëren waar veiligheid en uitdaging hand in hand gaan. De dagopvang moet kinderen beschermen tegen gevaren waarmee ze zelf nog niet kunnen omgaan, maar ook genoeg uitdaging en leermomenten bieden om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen. Kleine ongelukjes, zoals schaafwonden of blauwe plekken, horen daarbij. Daar is helemaal niks mis mee. Dat is juist goed voor de ontwikkeling van een kind.

Stel een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid op per locatie. Hieronder de aandachtspunten:

  • Bespreek: hoe is bij ons de balans tussen een veilige omgeving en het stimuleren van uitdagingen die kinderen nodig hebben om goede (fysieke) vaardigheden te ontwikkelen?
  • Maak per locatie afspraken over hoe je omgaat met risico’s en veiligheid en leg die vast in een duidelijk en inzichtelijk veiligheids- en gezondheidsbeleid. Bespreek de afspraken met alle medewerkers. Zorg dat zij weten waarom ze gemaakt zijn. Voor multifunctionele gebouwen is het verstandig het veiligheids- en gezondheidsbeleid van alle leeftijden op elkaar af te stemmen.
  • Communiceer naar de ouders welke afspraken in het beleid zijn vastgesteld en welke rol de ouders hebben in het naleven ervan.
  • Bespreek de afspraken met de kinderen als ze van toepassing zijn, bijvoorbeeld als ze buitenspelen of timmeren. 
  • Bespreek door het jaar heen regelmatig met de medewerkers de mogelijke risico’s rond veiligheid en gezondheid op de locatie. Bijvoorbeeld door elke teamvergadering een bepaald thema (bijvoorbeeld buiten spelen) te bespreken. Wat zijn de belangrijkste maatregelen? Zijn de protocollen duidelijk en volledig, of wijken jullie ervan af en moeten ze anders geformuleerd? Wat zijn de dilemma’s en oplossingen? Geef feedback op elkaars werkhouding en bespreek of er (extra) maatregelen nodig zijn om de situatie (of het spel) veiliger te maken. Door regelmatig verschillende veiligheidsthema’s terug te laten komen tijdens het teamoverleg, blijft het beleid actueel. Elk gebouw of elke omgeving, nieuw of oud, verandert immers voortdurend. Medewerkers voelen zich ook meer betrokken als je hun mening vraagt en laat meedenken over verbeteringen. 
  • Blijf ook het gesprek over veiligheid aangaan met ouders en de kinderen. Houd de regels levend!
  • Stel voor de geconstateerde risico’s een actieplan op om ze aan te pakken. Monitor op vaste tijden én bij calamiteiten hoe het gaat met de voortgang van het actieplan.
  • Toets jullie veiligheids- en gezondheidsbeleid regelmatig, bijvoorbeeld jaarlijks aan nieuwe ontwikkelingen. Bijvoorbeeld wijzigingen in wet- en regelgeving over kinderbedjes, speeltoestellen of speelgoed. Moet je de omgeving aanpassen? Signaleren de medewerkers risico’s die extra of andere maatregelen vragen? Kun je die maatregelen samen bedenken? Moet je werkinstructies aanpassen?

Ontwikkelen inhoud

Een veilige omgeving bieden is de verantwoordelijkheid die alle medewerkers in de kinderopvang voelen. Het is belangrijk dat zij zich bewust zijn van een veilige omgeving en structureel veilig handelen. Tegelijkertijd is ook van belang dat ieder kind (groot of klein) leert omgaan met (kleine) risico’s. Kinderen ontdekken de wereld en leren zichzelf kennen door te spelen. Spannende, uitdagende en avontuurlijke activiteiten horen daarbij. Van nature zijn kinderen geneigd om hun grenzen te verkennen en verleggen, nieuwe activiteiten uit te proberen en angsten te overwinnen. Kinderen vinden uitdagend spelen van nature leuk, omdat zij opwinding, spanning en trots ervaren. Pedagogisch medewerkers begeleiden kinderen bij uitdagende (speel)activiteiten. Uitdagend spel dat kinderen langzaam maar zeker risicocompetent maakt. Ze leren risico’s inschatten, ontwikkelen een gevoel voor snelheid, hoogte en diepte, en goede motorische, sociale en emotionele vaardigheden. Het is belangrijk dat pedagogisch medewerkers weten hoe zij kunnen bijdragen aan deze ontwikkeling.

  • Investeer in bij- of nascholing voor medewerkers zodat ze goed op de hoogte zijn van de regels voor fysieke veiligheid en kunnen inschatten of een risico aanvaardbaar is of niet, zodat ze goed kunnen omgaan met veiligheidsrisico’s en incidenten. Bijvoorbeeld door een EHBO-cursus, bedrijfshulpverlening of een andere training op het gebied van veilig gedrag of uitdagend spelen.
  • De scholing van Gezonde Kinderopvang biedt pedagogisch medewerkers extra kennis over het belang van uitdagend spel, leert hen vaardigheden om dat te begeleiden en hoe je bij het aanbieden goed samenwerkt met collega’s.

Aandachtspunten bij uitdagend spel: 

  • Houd indien nodig toezicht en neem waar nodig maatregelen om mogelijk ernstig letsel te voorkomen.
  • Maak een inschatting of het kind (ongeacht leeftijd) eraan toe is om een bepaald verantwoord risico te nemen.
  • Geef het kind de ruimte om te leren door ervaringen op te doen waar een verantwoord risico aan zit. Geef zelf het goede voorbeeld.
  • Voed het kind op met grenzen en regels, maar niet meer dan drie tegelijk. Geef duidelijke en concrete aanwijzingen over (voorbeelden van) wat wel en niet mag. 
  • Vertel op rustige toon waarom iets gevaarlijk is. Spreek het kind aan op zijn eigen niveau.
  • Zelfvertrouwen is de belangrijk voor veilig gedrag. Zorg dat een kind zelfvertrouwen kan ontwikkelen door hem te stimuleren dingen zelf te doen. Benoem daarbij wat het kind goed doet. 
  • Vermijd verbod-situaties zoveel mogelijk. Teveel ‘nee, niet doen, pas op’  kan leiden tot angst en/of onnodige terughoudendheid. 
  • Probeer je eigen schrik niet te tonen, een kind schrikt dan nog meer. Reageer kalm, stel het kind gerust en geef het kind vertrouwen. 
  • Onderzoek of het kind zich verwond heeft. Raadpleeg bij twijfel een arts. 
  • Organiseer activiteiten waarbij kinderen op een speelse, educatieve manier in aanraking komen met (het belang van) veilig gedrag. Denk bijvoorbeeld aan: 
    Het lespakket Vallen is ook een sport van VeiligheidNL, waarbij kinderen kennis en vaardigheden ontwikkelen om vallen te voorkomen en veilig te vallen. 
    Het lespakket Split the risk om kinderen bewust te maken van ongevallen en competenties aan te leren om risico's in te schatten en te verkleinen.
    Besteed ook aandacht aan veilig sporten en hoe je sportblessures voorkomt. Leer kinderen het belang van een goede warming-up en cooling-down, bijvoorbeeld als ze voetballen of basketballen op het speelterrein van de bso. 
Heeft jullie organisatie een coach Gezonde Kinderopvang?

Gebruik de  themamodule Gezond en veilig gedrag & veilige omgeving uit de scholing van Gezonde Kinderopvang. Daarmee help je pedagogisch medewerkers hun kennis en vaardigheden rond dit thema te verdiepen. Log in op Mijngezondekinderopvang.nl.

Omgeving inhoud

  • Veiligheid is een wisselwerking tussen fysieke omgeving en het gedrag van de kinderen en medewerkers. Organiseer voorlichtingsavonden over veiligheid, gericht op ouders én medewerkers. Kies voor één thema, bijvoorbeeld ‘veilige omgeving’ of ‘uitdagend spelen’. Vertel wat je vanuit de organisatie doet om de kinderen te beschermen voor gevaar.  En vertel wat je als organisatie doet om bij kinderen risicocompetenties aan te leren.
  • Bespreek met ouders waarom het belangrijk is dat kinderen leren omgaan met risico’s. Vertel hoe belangrijk het is dat kinderen zelf oplossingen bedenken voor moeilijke situaties. Een ongelukje hoort daarbij, je leert niet lopen zonder te vallen.
  • Ouders dienen ook te weten waarom je kiest voor uitdagende activiteiten (bijv. bomen klimmen). Vertel wat je aan activiteiten organiseert waar een zekere uitdaging in zit waardoor kinderen leren risico’s inschatten, zelfredzaam worden en zelfvertrouwen krijgen.
  • Als jullie dagopvang een gebouw deelt met een school, onderzoek dan of er rekening is gehouden met álle gebruikers (kinderen, ouders en medewerkers). Zijn de afspraken en maatregelen eenduidig en duidelijk? Ga na welke praktische afspraken jullie eventueel nog samen moeten maken zodat het gebouw voor alle gebruikers een veilige omgeving is.  
  • Kijk hoe je de fysieke locatie inricht (het gebouw, de groepen, de speelplaats). Voorbeelden van veiligheidsmaatregelen: beveiliging van ramen en stopcontacten, hoge kasten voor de schoonmaakmiddelen, traphekjes, veilig meubilair en  speelgoed  en zorg dat baby’s het niet te warm krijgen. 

Signaleren inhoud

  • Medewerkers leren niet alleen van hun eigen ervaringen maar ook van die van hun collega’s. Daarom is het belangrijk om ervaringen uit te wisselen. Vraag ook advies van jullie oudercommissie.
  • Evalueer ongevallen en bijna-ongevallen binnen jullie team. Zo breng je onvermoede gevaarlijke situaties aan het licht. Neem waar nodig maatregelen om die situaties in de toekomst te voorkomen.  
  • Bespreek daarnaast met elkaar hoe jullie omgaan met protocollen en gedragsregels. Ervaringen in de praktijk kunnen leiden tot belangrijke aanpassingen en verbeteringen.
  • Bespreek in jullie team per kind hoe het omgaat met kleine risico’s en wat je het (nog) wilt leren. Het ene kind heeft extra toezicht nodig en moet soms worden afgeremd. Het andere kind kan juist wat extra aanmoediging gebruiken bij een uitdagende activiteit. Op deze manier kan de begeleiding van uitdagend spel worden verbeterd.
  • Bespreek met de ouders wat de grenzen zijn van hun kind en wat de groeimogelijkheden hierin zijn. 

Voorbeeld bso ‘Het Waterhoentje’

Bso ‘Het Waterhoentje’ hecht veel waarde aan de fysieke veiligheid van kinderen, maar weet ook dat voor een goede ontwikkeling (kleine) risico’s en uitdagingen noodzakelijk zijn. Het pedagogische team geeft kinderen daarom de ruimte om te leren van hun ervaringen en letten daarbij goed op waar een kind wel of niet zelfstandig toe in staat is. Zo laat pedagogisch medewerker Karin het kookclubje met 8 tot 10 jarigen op de donderdagmiddag na een duidelijke instructie zelfstandig de oven bedienen. Groepshulp Vincent laat de jongens vrij rennen en stoeien op het plein. En medewerker Marjolein laat óók de kleinsten in de knutselgroep zelfstandig spijkertjes timmeren in hun zelfgemaakte kapstok. De medewerkers staan op gepaste afstand, houden een oogje in het zeil, geven duidelijke instructies en tonen zo nodig het goede voorbeeld.

Meer informatie

Ondersteuning nodig?

  • Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang. Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.  
  • Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD. Of neem contact op met VeiligheidNL, het nationaal expertisecentrum voor veiligheid en gedrag.