Jongen niest in elleboog

Waarom aandacht voor hygiëne

Icoon hygiene

Het afweersysteem van kinderen in de bso is volop in ontwikkeling. Via contact met andere kinderen en doordat ze materialen en toiletten gezamenlijk gebruiken, komen ze in aanraking met allerlei ziekteverwekkers. Kinderen hebben daar nog weinig weerstand tegen opgebouwd en zijn daarom een kwetsbare groep.

Hygiënemaatregelen zijn belangrijk om overdracht van ziekteverwekkers te beperken. Denk aan bewust hygiënisch gedrag zoals handen wassen op de juiste momenten. Infectieziekten kunnen zich ook verspreiden wanneer er nog geen ziekteverschijnselen zichtbaar zijn. Dus aandacht voor hygiëne is altijd belangrijk.

  • Oefen het handen wassen met de kinderen. 
  • Leer kinderen hoest- en niesdiscipline:
    • Hoest of nies niet in de richting van een ander.
    • Draai het hoofd weg of buig het hoofd. 
    • Nies of hoest in de binnenkant van de elleboog. Gebruik eventueel een papieren zakdoek. 
    • Handen gebruikt bij hoesten, niezen of neus afvegen? Was de handen met zeep. 
  • Maak schoonmaakroosters. 
  • Wees alert op ziektesymptomen. 
  • Informeer ouders over regels voor handhygiëne en de hoest- en niesdiscipline, zodat zij dat thuis ook met hun kind kunnen oefenen. 
  • Informeer ouders over afspraken rondom ziekte.
  • Wijs medewerkers op onderstaande KIDDI-app. Hier vinden ze handige informatie over hygiëne en kinderziekten. 

Gebruik de KIDDI-app

KIDDI app

Mag een kind met ‘krentenbaard’ naar het kinderdagverblijf? En hoe voorkom je dan dat andere kinderen en leidsters ziek worden? Medewerkers van de kinderopvang kunnen dat opzoeken in de KIDDI-app. De KIDDI-app bevat informatie over infectieziekten en hygiënerichtlijnen voor kindercentra, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvangorganisaties. Deze informatie is gebaseerd op de richtlijn voor kindercentra van het LCHV Landelijk Centrum Hygiene en Veiligheid (Landelijk Centrum Hygiene en Veiligheid), onderdeel van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Download (gratis) in Apple Store of Play Store. 

Richtlijnen inhoud

Aan de slag met hygiëne op 4 pijlers

Uit onderzoek weten we dat het effectief is wanneer je activiteiten uitvoert op de volgende pijlers:

  • beleid, 
  • ontwikkelen, 
  • omgeving,   
  • signaleren.

Aan welke activiteiten je kunt denken lees je hieronder. Kijk voor achtergronden over de pijlers bij Wat is Gezonde Kinderopvang

Beleid inhoud

Omdat kinderen en medewerkers infecties al kunnen verspreiden in de fase waarin ze zelf nog geen ziekteverschijnselen vertonen, zijn goede hygiënemaatregelen noodzakelijk. Op de buitenschoolse opvang vindt overdracht van ziekteverwekkers op verschillende manieren plaats:

  • Via de handen. 
  • Via de lucht in de groep, bijvoorbeeld door kleine druppels door hoesten en niezen, of via huidschilfers of stof. 
  • Via spugen of kwijlen. 
  • Via bloedcontact door bijvoorbeeld: bijt- of krabincidenten, of wondjes door vallen en doorboringen (via vies voorwerp bijvoorbeeld). 
  • Nauw fysiek contact bij spelen of andere activiteiten met nauw contact tussen kinderen onderling of tussen kinderen en medewerkers.
  • Via voedsel en/of water: door besmette producten te eten en drinken. 
  • Via voorwerpen, bijvoorbeeld speelmaterialen. 
  • Via (huis)dieren en teken. 

Het is verstandig dat je afspraken over hygiëne opneemt in het beleid. Blijvende aandacht voor dit beleid is belangrijk zodat pedagogisch medewerkers de hygiënemaatregelen uitvoeren en kennis hebben over het effect van hygiëne op het gedrag en de ontwikkeling van kinderen. In het beleid neem je op:

  • Afspraken bij een ziek kind.
  • Afspraken bij een zieke medewerker.
  • Afspraken over persoonlijke hygiëne en algemene voorzorgsmaatregelen.  
  • Scholing over hygiënische maatregelen voor medewerkers. 
  • Hoe en wanneer het gebouw regulier wordt schoongemaakt en door wie. 
  • Hoe en wanneer er wordt schoongemaakt in ruimtes. 
  • Hoe geventileerd wordt en hoe en wanneer gelucht wordt. Lees voor meer informatie de 5 basistips om te ventileren op Ventilerenzogedaan.nl.

Maak heldere afspraken over hygiëne, en stem dit af met de school of scholen waar de kinderen op de bso naar toe gaan. Betrek ouders en medewerkers bij het opstellen van het beleid en blijf ze bij elke relevante gelegenheid vertellen wat de (nieuwe) afspraken zijn.

Evalueer in ieder geval elke twee jaar het hygiënebeleid. Je kunt dan meteen kijken of het beleid in de praktijk opgevolgd wordt. Is dat niet het geval? Dan is het misschien nodig om onderdelen te veranderen of te verduidelijken. 

Ontwikkelen inhoud

  • Pedagogisch medewerkers zijn belangrijk voor het uitvoeren van het hygiënebeleid. Zorg er daarom voor dat zij op de hoogte zijn van de afspraken, maar ook waarom deze afspraken belangrijk zijn.
  • Zorg dat medewerkers weten hoe ziekteverwekkers zich verspreiden en waar zij informatie over hygiëne kunnen vinden. Wijs medewerkers op de KIDDI-app (lees meer informatie bovenaan deze pagina).
  • Voor kinderen is herhaling van de hygiënemaatregelen belangrijk. Organiseer bijvoorbeeld een activiteit rondom handen wassen.
  • Wen kinderen gezonde gewoontes aan, zoals handen wassen na toiletbezoek en voor het eten. 

Omgeving inhoud

Hygiënemaatregelen zijn noodzakelijk om de opvang een gezonde plek te houden. Zorg daarom voor een omgeving die hygiënische gewoontes bij kinderen en medewerkers stimuleert.

  • Herinner kinderen, medewerkers en ouders aan hygiënische gewoontes via posters.
  • Kijk waar je de inrichting van sanitaire voorzieningen kunt verbeteren.  
  • Zorg dat jullie bij het schoonmaken rekening houden met de normen en instructies voor hygiëne op de opvang die je vindt in de Hygiënerichtlijn voor kinderdagverblijven, peuterspeelzalen en buitenschoolse opvang
  • Zorg voor goede handhygiëne bij de medewerkers en kinderen. Was de handen met water en zeep:
    • Als handen zichtbaar vuil zijn. 
    • Na een toiletbezoek.
    • Voor en na het (bereiden van) eten. 
    • Na schoonmaakwerkzaamheden.
    • Na contact met dieren of mest. 
    • Na hoesten, niezen of het snuiten van de neus. 
  • Gebruik voorbeeldpictogrammen voor handen wassen en hoest- en niesdiscipline.
  • Is er een uitbraak van een infectieziekte? Je kunt dan gebruikmaken van deurbriefjes van het RIVM.
Ventileren en luchten
  • Zorg dat er voldoende verse buitenlucht in de ruimte komt (= ventileren). Zet de mechanische ventilatie direct na binnenkomst aan en op de juiste stand. Of zet één of meerdere kiepraampjes op een kier.
  • Tip: plaats een CO2 meter in de ruimte. Dat geeft je een indicatie of er voldoende wordt geventileerd.
  • Zet na het koken of bijvoorbeeld als de kinderen buitenspelen (pauze) de ramen en deuren wijd open om te luchten (snel verversen van de lucht).
  • Zorg ervoor dat ventilatieroosters en/of ventielen (indien aanwezig) schoon blijven. Volg de instructie van de fabrikant. Neem dit op in het schoonmaakrooster (wanneer, hoe en wie het doet).
  • Lees voor meer informatie de 5 basistips om te ventileren op Ventilerenzogedaan.nl
  • Controleer zandbakken en andere speeltoestellen buiten op uitwerpselen en ander vuil. Verwijder uitwerpselen met ruim zand er om heen. Dek de zandbak af met een vochtdoorlatende bedekking. Maak speeltoestellen schoon volgens de instructie van de fabrikant en als deze zichtbaar vies zijn.
Samenwerking met ouders
  • Informeer ouders over handhygiëne en jullie hoest- en niesdiscipline. Zo kunnen zij dit ook met de kinderen thuis oefenen.
  • Geef ouders informatie mee over hygiëne-afspraken.
  • Wijs ouders op de informatieve film over hoofdluis van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu). Of bekijk deze zelf en leg de inhoud uit aan ouders.
  • Laat ouders meedenken en -werken via de oudercommissie.
  • Kijk voor tips ook bij Draagvlak creëren bij ouders en bij Succesfactor samenwerken

Signaleren inhoud

Effectief werken aan hygiëne vraagt ook om signalering van problemen en knelpunten. Weten de medewerkers waaraan ze problemen rondom hygiëne kunnen herkennen? 

  • Wees alert op ziekteverschijnselen. 
  • Neem contact op met de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst) als er een ongewoon aantal kinderen is met diarree, geelzucht, huidaandoeningen of andere ernstige aandoeningen van vermoedelijk infectieuze aard. Zie ook het draaiboek Artikel 26-meldingen Wpg-instellingen.
  • Kijk voor details in de KIDDI-app van het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) (meer info over de app lees je bovenaan deze pagina).
  • Zorg voor luizencontrole na iedere vakantie en nadat er een melding is gemaakt van luizen bij een kind. 
  • Wees alert op gedragsverandering bij kinderen, dit kan veroorzaakt worden door ziekte. 
  • Neem contact op met de ouders als een kind er niet goed uitziet of zich niet lekker voelt. 
  • In principe is bij ziekte de ouder degene die de huisarts inschakelt. Alleen als er acuut gevaar dreigt schakel je als kinderopvang een arts in.  
  • Als een kind een besmettelijke ziekte heeft, moeten ouders dit melden. 

Meer informatie

Ondersteuning nodig?