Waarom aandacht voor roken en alcohol

Icoon middelen paars

Roken en alcohol zijn schadelijk. Zeker voor kinderen. Hun brein is namelijk nog in ontwikkeling en daardoor extra kwetsbaar. Hoe jonger kinderen bovendien beginnen met het gebruiken van tabak of alcohol, hoe groter de kans is dat zij later verslaafd raken. Daarom is het belangrijk dat kinderen in de bso een gezond voorbeeld krijgen en zoveel mogelijk opgroeien in een middelenvrije omgeving.

Ook al hebben jonge kinderen nog geen interesse in roken en alcohol, dat betekent niet dat er geen aandacht voor hoeft te zijn in de bso. Zonder het er rechtstreeks met de kinderen over te hebben kan je toch al veel doen om middelengebruik en schade bij kinderen op latere leeftijd te voorkomen. Naast het goede voorbeeld geven en het voorkomen van derdehands rook door een rook- en alcoholvrije omgeving in te richten, gaat het dan om voorlichting aan ouders en het stimuleren van de algemene weerbaarheid van kinderen (zie ook het thema Sociaal-emotionele ontwikkeling).

Derdehands rook

Rookresten die achterblijven in haren en kleding, op de huid of in gordijnen en meubels, wordt ‘derdehands rook’ genoemd. Kinderen krijgen deze schadelijke stoffen binnen door inademen, aanraken of inslikken. Ook wanneer pedagogisch medewerkers buiten het terrein roken, uit het zicht van kinderen, kunnen kinderen blootgesteld worden aan derdehands rook. Handen wassen of kleding verwisselen helpt niet voldoende. 

  • Waar een rookvrij kinderopvanggebouw bij wet al verplicht is, is het ook belangrijk te streven naar een volledig rook- en alcoholvrije kinderopvang. Dat betekent bijvoorbeeld ook een rookvrij terrein, een tijdens werktijd volledig rook- en alcoholvrij team, geen rokende ouders op het terrein, geen alcohol bij gelegenheden op de bso. Stel daarover samen met medewerkers en ouders een visie en regels op en leg deze vast in het pedagogisch beleidsplan. Denk daarbij ook aan afspraken over het handhaven van de regels.
  • Het invoeren en handhaven van een rook- en alcoholvrije omgeving kan op weerstand van ouders en medewerkers stuiten. Maak daarom gebruik van de gesprekstips, stappenplannen en materialen op de website Rookvrijegeneratie.nl en Rookvrijestart. Op deze laatste website staan animaties over derdehands rook voor zowel ouders als zorgprofessionals.
  • Naast regels over het roken en alcohol drinken is het belangrijk te laten zien dat de bso zich actief inzet voor preventie van middelengebruik. Denk bijvoorbeeld aan: op maandagmorgen geen uitwisseling tussen medewerkers over het alcoholgebruik in het weekend. En: geen wijn als cadeau van ouders voor medewerkers.
  • Geef geen voorlichting of algemene waarschuwingen aan jonge kinderen over roken en alcohol, want dat kan de aantrekkingskracht en daarmee vroegtijdig gebruik juist versterken. Wees wel gericht op het versterken van sociaal-emotionele vaardigheden zodat ze leren eigen keuzes te maken en stevig kunnen blijven staan bij groepsdruk.
  • Wijs ouders, met name van kinderen die bijna naar het voortgezet onderwijs gaan, eventueel op websites als Alcoholinfo.nlRokeninfo.nl, Helderopvoeden.nl en Opvoeden.nl.
  • Sluit als organisatie aan wanneer partners in de wijk (bijvoorbeeld een basisschool en de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst)) een ouderavond organiseren over de thema’s alcohol, roken of ‘veranderingen in de puberteit’.

Vakantietijd

Het is vakantietijd. Na de zomerbarbecue van de pedagogisch medewerkers van een bso bleef de rosé in de koelkast staan. Voor de feestelijkheid was de rosé uit de wijnfles in een mooie kan geschonken. Omdat de rosé dezelfde kleur had als aangelengd diksap werd deze op vrijdagmorgen door een van de kinderen van de oudste groepen uitgeschonken. Gelukkig roken de kinderen dat het ‘sap’ niet goed meer was en attendeerden ze hun groepsleiding. Die spoelde het meteen weg en was erg blij dat er geen slokjes geproefd waren.

Er zijn geen richtlijnen voor preventie van middelengebruik voor de kinderopvang. Wel is er een richtlijn verslavingspreventie voor het onderwijs die begint bij de leeftijdsfase 10-12 jaar. De richtlijnen daarin zijn grotendeels ook bruikbaar voor de bso: 

Niet doen:

  • Aandacht geven aan of voorlichting geven over roken en alcohol aan de kinderen.
  • Kinderen waarschuwend benaderen over roken en alcohol.

Voor kinderen in de basisschoolleeftijd geldt dat ze meestal nog geen alcohol gedronken of gerookt hebben. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen daarmee starten is gestegen, van 12 jaar in 2003 naar ruim13 jaar in 2019. Op deze leeftijd denken kinderen vooral negatief over roken en alcohol. Daarom is het niet goed om er aandacht aan te besteden in de vorm van voorlichting of waarschuwingen geven. Dat kan zelfs averechts werken bij kinderen die al meer risico lopen om te gaan roken of drinken. 
 

Wel doen:

  • Beleid maken: duidelijke regels over alcohol drinken en roken in en rondom de kinderopvang, zowel voor medewerkers als voor ouders.
  • De sociaal-emotionele vaardigheden van de kinderen versterken. Stimuleren van de zelfcontrole, de probleemoplossende en de sociale vaardigheden van kinderen kan middelengebruik helpen voorkomen. Hoe zekerder een kind zichzelf voelt en hoe beter een kind zich kan beheersen, hoe weerbaarder het is tegen bijvoorbeeld groepsdruk of verleidingen om op latere leeftijd om een sigaret op te steken of alcohol te drinken. 
  • Voorlichting geven aan ouders over roken en alcohol, met name van kinderen die bijna naar het voortgezet onderwijs gaan. De bso kan ouders waar gewenst ook verwijzen naar informatie voor hen, zoals de eerder genoemde websites. 
  • Het goede voorbeeld geven als pedagogisch medewerker. Naast dat het beter is niet over roken en alcohol te praten met jonge kinderen, is het ook belangrijk om zonder woorden het goede voorbeeld te geven. Het beste voorbeeld is een middelenvrije omgeving waarin medewerkers en ouders laten zien niet te roken en geen alcohol drinken. 
  • Voorkomen van derdehands rook bij kinderen. Ook wanneer pedagogisch medewerkers buiten het terrein roken, uit het zicht van kinderen, kunnen kinderen blootgesteld worden aan derdehands rook. Handen wassen of kleding verwisselen helpt niet voldoende.  

Aan de slag met rook- en alchoholpreventie op 4 pijlers

Uit onderzoek weten we dat het effectief is wanneer je activiteiten uitvoert op de volgende pijlers:

  • beleid, 
  • ontwikkelen, 
  • omgeving,   
  • signaleren.

Aan welke activiteiten je kunt denken lees je hieronder. Kijk voor achtergronden over de pijlers bij Wat is Gezonde Kinderopvang

Beleid inhoud

  • Begin met het opstellen van een gezamenlijke visie op een rook- en alcoholvrij gebouw, terrein en team en stel duidelijke regels en afspraken op in en rondom de bso, voor zowel medewerkers als ouders. Denk daarbij aan vragen als:
  1. Hoe zorgen we ervoor dat onze medewerkers niet meer roken onder werktijd, ook niet in de pauzes en zelfs niet buiten het zicht van de kinderen?
  2. Hoe zorgen we ervoor dat het onderwerp roken en alcohol niet ter sprake komt tijdens gesprekken van medewerkers onderling?
  3. Bieden we rokende medewerkers hulp aan bij het stoppen met roken? Zo ja, hoe?
  4. Hoe gaan we om met ouders en medewerkers die zich niet aan de regels willen houden?

Vertaal de visie in duidelijke regels en ga in op het waarom van de regels. Bijvoorbeeld waarom er helemaal niet gerookt mag worden in en rondom de bso, ook niet tijdens pauzes van de medewerkers. Omdat: 

  1. Kinderen achteraf kunnen ruiken dat de medewerker gerookt heeft en hem of haar ook kunnen zien vertrekken om te gaan roken: dat is geen goed voorbeeld.
  2. Rook door de open ramen naar binnen komt.
  3. Deeltjes van rook die achterblijven op kleding, huid en haren een gevaar vormen voor kinderen. Zie ook de factsheet over derdehands rook en de animatie over derdehands rook voor zorgprofessionals.
  • Betrek de oudercommissie bij het opstellen van de visie en regels.
  • Neem in het pedagogisch beleidsplan een alinea op over een middelenvrije omgeving en hoe de bso regels hiervoor handhaaft. Bijvoorbeeld: ‘De opvang en alle activiteiten die we op of vanuit de kinderopvang organiseren, zijn rook- en alcoholvrij. Dit geldt dus zowel binnen als buiten en bijvoorbeeld voor de kerstbijeenkomst, maar ook tijdens een uitje. En voor zowel de medewerkers als de ouders. Dit beleid is hetzelfde voor iedereen, er zijn geen uitzonderingen mogelijk. We handhaven het beleid door er regelmatig informatie over te geven en elkaar er open op aan te spreken.’
  • Leg in het beleidsplan ook vast dat de bso de ouders minimaal jaarlijks informatie geeft over de regels over roken en alcohol.

Op de website van de Rookvrije Generatie staan hulpmiddelen om stappen te zetten naar een rookvrije kinderopvang. Deze zijn ook bruikbaar als het gaat om alcohol. Zo is er bijvoorbeeld een folder met handreikingen over hoe je positief in gesprek kunt gaan met ouders. Een aantal hulpmiddelen voor specifiek het primair onderwijs vind je ook op de website van Helder op School. Kijk voor meer inspiratie bij het maken van beleid en regels over roken en alcohol ook op deze website.

Ontwikkelen inhoud

Ondersteun medewerkers die willen stoppen met roken door vanuit de organisatie een programma aan te bieden of ze te wijzen op bijvoorbeeld Ikstopnu.nl. Voor mensen die willen stoppen of minderen met alcohol is er bijvoorbeeld Alcoholinfo.nl.

Verwijs ouders naar voorlichting en informatie, bijvoorbeeld via de websites Helderopvoeden.nl en Opvoeden.nl. Dit geldt vooral voor ouders van kinderen die bijna naar het voortgezet onderwijs gaan en is primair een taak voor de school. Ouders moeten weten wat er kan gebeuren als hun kind naar de brugklas gaat en in de puberteit komt. De houding van kinderen ten opzichte van roken en alcohol kan namelijk snel veranderen als ze op de middelbare school komen.

Wees je bewust van het feit dat je kinderen zonder het over de gevaren van roken en alcohol te hebben, al weerbaarder kunt maken. Dit kan door hun sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Hoe steun je een onzeker of verlegen kind? Hoe ga je om met pesten? Hoe leer je een kind nee zeggen? Wat kun je doen om kinderen weerbaar te maken? Zie voor tips het thema Sociaal-emotionele ontwikkeling.

Omgeving inhoud

  • Betrek de ouders bij het maken van visie en beleid over een rook- en alcoholvrije kinderopvang. Zie hierboven bij Beleid voor hulpmiddelen voor het in gesprek gaan met ouders.
  • Denk bij het opstellen van de regels ook aan: geen cadeautjes van ouders aan medewerkers in de vorm van een fles wijn, geen versierde bierflesjes als Vaderdagcadeau.
  • Informeer de ouders minimaal jaarlijks over de regels met betrekking tot roken en alcohol op de kinderopvang, bijvoorbeeld via een nieuwsbrief.
  • Verwijs ouders zo nodig of gewenst naar voorlichting/websites over kinderen en roken en alcohol (zie Tips en Meer informatie).
  • Stem ook af met de school als het gaat om de opvattingen en regels over een rook- en alcoholvrije kinderopvang. Probeer zoveel mogelijk hetzelfde beleid te volgen. Dit geldt niet alleen voor brede scholen maar ook als de kinderen van verschillende scholen komen.

Signaleren inhoud

  • Soms hebben kinderen problemen door problematisch middelengebruik van de ouder(s) of anderen in hun omgeving. Een signaal van middelengebruik door ouders kan bijvoorbeeld verwaarlozing zijn. Kinderen kunnen daardoor bijvoorbeeld gedragsproblemen, stress en angst gaan vertonen.
  • Soms rookt een kind zelf al of drinkt het alcohol. Signalen daarvan kunnen bijvoorbeeld middelen in de tas van het kind zijn of verhalen van anderen over middelengebruik door het kind.
  • Het is belangrijk deze signalen te bespreken met de pedagogisch staffunctionaris. Overleg samen hoe je met de ouders en/of het kind in gesprek gaat. 
  • Als je vindt dat er (ook) doorverwijzing nodig is, denk dan aan het schooladviesteam, de jeugdgezondheidszorg, een instelling voor verslavingszorg of Veilig Thuis.

Voorbeeldbeschrijving

  • Onze kindercentra zijn strikt rookvrij. Dat betekent dat er binnen én buiten NIET gerookt mag worden. Lees meer
  • Wij zijn van mening dat roken en kinderen niet samengaan, daarom is het in de gebouwen en op het buitenterrein niet toegestaan te roken. Lees meer
  • In Kinderopvang Ommerkanaal geldt een algeheel rookverbod. Dit rookverbod geldt voor personeel en bezoekers van de locatie. Lees meer
  • In de winter hebben we een kerstfeest/kerstbijeenkomst waar ook alle ouders en kinderen voor uitgenodigd worden. Wij schenken dan geen alcohol. 
  • Om elkaar in vrede te kunnen ontmoeten organiseren we dit jaar op donderdag 24 december tussen 15.00 en 16.00 uur een (alcoholvrije) kerstbijeenkomst voor ouders en kinderen. 

Meer informatie

Ondersteuning nodig?