Icoon fysieke veiligheid

Aandacht besteden aan fysieke veiligheid in de kinderopvang of gastouderopvang loont. Een veilige dagopvang is cruciaal voor de ontwikkeling van kinderen. De nadruk ligt daarbij op zo veilig als nodig. Bij heel jonge kinderen ligt de focus op beschermen en naarmate ze zich ontwikkelen, verschuift die naar versterken. Op deze pagina lees je hoe je fysieke veiligheid blijvend onderdeel maakt in jullie dagelijkse praktijk en beleid.

Waarom werken aan fysieke veiligheid?

  • Elke dag belanden er vijfhonderd kinderen met letsel op de eerste hulp, één kind per drie minuten. Om ernstige letsels bij kinderen te voorkomen is een goede balans tussen een kind beschermen en versterken cruciaal. Dus zowel risico’s vermijden als leren omgaan met risico's. Investeren hierin verkleint de kans op ernstig letsel of een ongeval.
  • Fysieke veiligheid omvat meer dan een veilige omgeving, zoals zorgen voor bedjes en traphekjes. Het betekent ook dat kinderen van jongs af aan uitgedaagd worden om hun grenzen te verleggen en op die manier vaardigheden ontwikkelen waarmee zij zichtzelf tegen letsels kunnen beschermen.
  • De dagopvang moet kinderen beschermen tegen gevaren waarmee ze zelf nog niet kunnen omgaan, maar ook genoeg uitdaging en leermomenten bieden om zich te ontwikkelen tot zelfstandige volwassenen.

Voor je begint...

Wat doet jouw organisatie al?

Wat doet jouw organisatie al?

Beginsituatie bepalen in:

Werk met een gedegen stappenplan

Werk met een gedegen stappenplan

Lees hoe je een themaplan maakt voor:

Aan de slag met fysieke veiligheid

Met het Stappenplan werken aan Gezonde Kinderopvang zorg je voor blijvend resultaat. Werk aan veiligheid in jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op de pijlers beleid, ontwikkelen, omgeving en signaleren. Zo maak je meer impact weten we uit onderzoek. Lees hieronder aan welke activiteiten je per pijler kunt denken.

Zorg ervoor dat fysieke veiligheid een vaste plek heeft in jullie beleid.

Beleid

  • Stel themabeleid op. Welke visie heeft jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op fysieke veiligheid?
  • Beschrijf in het beleid in ieder geval wat jullie doen om bij te dragen aan fysieke veiligheid.
  • Bedenk als gastouderbureau hoe je gastouders kunt ondersteunen bij het vastleggen van het veiligheidsbeleid in hun pedagogisch werkplan.
  • Je kunt het themabeleid ook koppelen aan het pedagogisch beleid, gezondheids- en veiligheidsbeleid.
  • Bespreek: hoe is bij ons de balans tussen een veilige omgeving en het stimuleren van uitdagingen die kinderen nodig hebben om goede vaardigheden te ontwikkelen?
  • Maak per locatie afspraken over hoe je de grote risico’s uitsluit en kinderen leert omgaan met de kleine risico’s. Leg dit vast in een duidelijk en inzichtelijk veiligheids- en gezondheidsbeleid. Voor multifunctionele gebouwen is het verstandig het veiligheids- en gezondheidsbeleid van alle leeftijden op elkaar af te stemmen.
  • Stel daarnaast voor geconstateerde risico’s een plan van aanpak op. Monitor op vaste tijden én bij calamiteiten hoe het gaat met de voortgang van het actieplan.

Betrekken en informeren

  • Informeer medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers en oudere kinderen tenminste jaarlijks over het beleid.
  • Bespreek de afspraken rond risico’s uitsluiten en kinderen leren omgaan met kleine risico’s met alle medewerkers en gastouders. Zorg dat zij weten waarom de afspraken gemaakt zijn.
  • Praat met de kinderen over de afspraken als ze van toepassing zijn, bijvoorbeeld als ze buitenspelen, timmeren of gaan slapen. 
  • Bespreek regelmatig met de medewerkers en gastouders de mogelijke risico’s rond veiligheid en gezondheid op de locatie. Stel bijvoorbeeld elke teamvergadering een thema aan de orde, zoals slapen, verschonen, buiten spelen etc.  
    • Wat zijn de belangrijkste maatregelen?
    • Zijn de protocollen duidelijk en volledig, of wijken jullie ervan af en moeten ze anders geformuleerd?
    • Wat zijn de dilemma’s en oplossingen?
    • Geef feedback op elkaars werkhouding en bespreek of er (extra) maatregelen nodig zijn om de situatie (of het spel) veiliger te maken.
  • Door regelmatig verschillende veiligheidsthema’s terug te laten komen tijdens het teamoverleg, blijft het beleid actueel. Elk gebouw of elke omgeving, nieuw of oud, verandert immers voortdurend. Medewerkers voelen zich ook meer betrokken als je hun mening vraagt en laat meedenken over verbeteringen.
  • Communiceer naar de ouders/verzorgers wat jullie (on)aanvaardbare risico’s vinden en welke afspraken in het beleid zijn vastgesteld en welke rol de ouders hebben in het naleven ervan.
  • Blijf ook het gesprek over veiligheid aangaan met ouders en de kinderen. Houd de afspraken levend!
  • Meld veranderingen in het beleid, bijvoorbeeld na evaluatie, via een nieuwsbericht op de website of in een nieuwsbrief.

Borgen

  • Borg taken en verantwoordelijkheden. Maak bijvoorbeeld één medewerker verantwoordelijk voor het actualiseren van het veiligheidsbeleid.
  • Denk ook aan uitvoeren en handhaven van het beleid, inclusief afstemming en communicatie met medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en kinderen.

Evalueren

  • Evalueer jaarlijks of het bestaande beleid werkbaar is voor pedagogisch medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers.
  • Toets jullie veiligheids- en gezondheidsbeleid regelmatig, bijvoorbeeld jaarlijks aan nieuwe ontwikkelingen. Bijvoorbeeld wijzigingen in wet- en regelgeving over kinderbedjes, speeltoestellen of speelgoed. Moet je de omgeving aanpassen? Signaleren de medewerkers risico’s die extra of andere maatregelen vragen? Kun je die maatregelen samen bedenken? Moet je werkinstructies aanpassen?
 Tips bij pijler Beleid
  • Maak ouders/verzorgers bewust van de noodzaak om kinderen te leren omgaan met risico’s en ze de vrijheid te geven om de wereld te ontdekken.
  • Afspraken/regels kunnen per kind verschillen. Maak voor ieder kind afzonderlijk afwegingen bij het aanbieden en begeleiden van risicovol spelen. Want bij risicovol spelen kun je geen strikte leeftijdscategorieën hanteren. Waar de ene driejarige nog niet aan toe is, kan de andere driejarige (of misschien wel tweejarige) al veel ervaring mee hebben. Het ene kind heeft extra toezicht nodig en moet soms worden afgeremd. Het andere kind kan juist wat extra aanmoediging gebruiken bij een uitdagende activiteit.
  • Houd rekening met individuele verschillen tussen medewerkers en gastouders. De een heeft meer affiniteit en/of ervaring met het begeleiden van een bepaald onderdeel van risicovol spelen dan de ander.

Bied kinderen, medewerkers en gastouders activiteiten aan rond fysieke veiligheid. Met als doel dat zij hun kennis vergroten, vaardigheden aanleren en positief zijn over fysieke veiligheid.

Bijscholing

  • Investeer in bij- of nascholing voor medewerkers en gastouders. Zo zorg je dat ze goed op de hoogte zijn van de regels voor fysieke veiligheid, kunnen inschatten of een risico aanvaardbaar is of niet en kunnen omgaan met veiligheidsrisico’s en incidenten. Denk bijvoorbeeld aan een EHBO-cursus, bedrijfshulpverlening of een training over veilig gedrag of risicovol spelen.
  • Heeft jullie organisatie of gastouderbureau een coach Gezonde Kinderopvang? Gebruik de themamodule Gezond en veilig gedrag & veilige omgeving uit de scholing van Gezonde Kinderopvang. Daarmee help je pedagogisch medewerkers en gastouders hun kennis en vaardigheden rond dit thema te verdiepen. Log in op Mijngezondekinderopvang.nl.

Kennis en activiteiten

  • Gebruik de dagritmekaart 'uitdagend & veilig spelen'. Deze bevatten inspiratie voor leuke activiteiten die pedagogisch medewerkers en gastouders kunnen doen met jonge kinderen (1,5 tot 4 jaar).
  • Aandachtspunten bij risicovol spelen:
    • Houd indien nodig toezicht en neem waar nodig maatregelen om mogelijk ernstig letsel te voorkomen.
    • Maak een inschatting of het kind (ongeacht leeftijd) eraan toe is om een bepaald verantwoord risico te nemen.
    • Geef het kind de ruimte om te leren door ervaringen op te doen waar een verantwoord risico aan zit. Geef zelf het goede voorbeeld.
    • Voed het kind op met grenzen en afspraken, maar niet meer dan drie tegelijk. Geef duidelijke en concrete aanwijzingen over (voorbeelden van) wat wel en niet mag.
    • Vertel op rustige toon waarom iets gevaarlijk is. Spreek het kind aan op zijn eigen niveau.
    • Zelfvertrouwen is belangrijk voor veilig gedrag. Zorg dat een kind zelfvertrouwen kan ontwikkelen door hem te stimuleren dingen zelf te doen. Benoem daarbij wat het kind goed doet. 
    • Vermijd verbod-situaties zoveel mogelijk. Teveel ‘nee, niet doen, pas op’ kan leiden tot angst en/of onnodige terughoudendheid. 
    • Probeer je eigen schrik niet te tonen, een kind schrikt dan nog meer. Reageer kalm, stel het kind gerust en geef het kind vertrouwen. 
    • Onderzoek of het kind zich verwond heeft. Raadpleeg bij twijfel een arts. 

Goede voorbeeld

  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld. Als je kinderen beschermt voor risico’s is het ‘goede voorbeeld’ geven niet altijd zichtbaar. Spreek daarom naar de kinderen op hun eigen niveau uit wat je doet en waarom, zodat zij het gaan begrijpen:
    • Bespreek de gemaakte afspraken.
    • Maak duidelijke afspraken met het kind en controleer of het zich daaraan houdt.
    • Bereid spelactiviteiten goed voor en bedenk binnen welke grenzen dit spel gespeeld kan worden. Wat zou wel en niet moeten kunnen en mogen? 
  • Richt je je erop kinderen te versterken zodat ze risico’s leren nemen, geef dan het goede voorbeeld in de houding die jij uitstraalt en in je gedrag. Dat doe je bijvoorbeeld door: 
    • Woorden zoals: ‘pas op’, ‘kijk uit’ en ‘dat is gevaarlijk’ te vermijden. Geef het kind op een rustige manier een concrete aanwijzing.
    • Mee te doen, te oefenen met uitdagende activiteiten zoals bomen klimmen, vuurtje stoken of timmeren.
    • Te benoemen hoe leuk het is om uitdagend te spelen, bijv. ‘dit is lekker spannend’ of ‘ik krijg hiervan kriebels in mijn buik’.
    • Niet gelijk in te grijpen bij kleine risico’s, maar het kind juist aan te moedigen als het iets nieuws wil proberen en het hiervoor de ruimte te geven.
    • Steeds oorzaak-gevolg te benoemen bij risicovolle situaties.
    • Steeds je eigen grenzen te verleggen, dingen te proberen die je zelf ‘eng’ vindt en rustig te reageren als het misgaat. ‘Het hoort erbij en is niet erg.’
    • Out of the box’ spelideeën te bedenken, niets is te gek! 
Tips bij pijler Ontwikkelen
  • Maak medewerkers en gastouders bewust van hun eigen gedrag in situaties met kleine en grotere risico's. Blijf dit bespreken tijdens overleg.
  • Gebruik de Risicoach toolkit van VeiligheidNL. Die kan helpen om risicovol spelen als team stap voor stap succesvol toe te passen in je organisatie.

Richt de fysieke en sociale omgeving zo in dat die bijdraagt aan de hygiëne van kinderen, medewerkers en gastouders. Laat medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven en betrek ouders/verzorgers en samenwerkingspartijen bij jullie activiteiten.

Fysieke omgeving 

  • Kijk hoe je de fysieke locatie inricht (het gebouw, de groepen, de speelplaats). Voorbeelden van veiligheidsmaatregelen: beveiliging van ramen en stopcontacten, hoge kasten voor de schoonmaakmiddelen, traphekjes, veilig meubilair en  speelgoed en zorg dat baby’s het niet te warm krijgen.
  • Zorg dat de speelomgeving kinderen uitdaagt om te spelen.
  • Als jullie dagopvang een gebouw deelt met een school, onderzoek dan of er rekening is gehouden met álle gebruikers (kinderen, ouders/verzorgers en medewerkers). Zijn de afspraken en maatregelen eenduidig en duidelijk? Ga na welke praktische afspraken je eventueel nog samen moet maken zodat het gebouw voor alle gebruikers een veilige omgeving is.

Sociale omgeving

  • Veiligheid is een wisselwerking tussen fysieke omgeving en het gedrag van de kinderen en medewerkers. Organiseer voorlichtingsavonden over veiligheid, gericht op ouders/verzorgers én medewerkers. Kies voor één thema, bijvoorbeeld ‘veilig slapen’ of ‘risicovol spelen’. Vertel wat je vanuit de organisatie doet om de kinderen zo veilig mogelijk te laten slapen. En vertel wat je als organisatie doet om bij kinderen risicocompetenties te laten ontwikkelen.
  • Bespreek met ouders/verzorgers waarom het belangrijk is dat kinderen leren omgaan met risico’s. Vertel hoe belangrijk het is dat kinderen zelf oplossingen bedenken voor moeilijke situaties. Een ongelukje hoort daarbij, je leert niet lopen zonder te vallen.
  • Ouders/verzorgers dienen ook te weten waarom je kiest voor uitdagende activiteiten (bijvoorbeeld bomen klimmen). Vertel wat je aan activiteiten organiseert waar een zekere uitdaging in zit waardoor kinderen leren risico’s inschatten, zelfredzaam worden en zelfvertrouwen krijgen.
Betrekken en informeren
  • Fysieke veiligheid krijgt meer aandacht als iedereen zich erbij betrokken voelt. Zorg daarom dat kinderen, ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders ook een rol kunnen spelen bij activiteiten.
Goede voorbeeld
  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld.
  • Maak natte plekken op de vloer direct droog.
  • Sluit altijd de hekjes van bedden en traphekjes: ‘We doen het hekje dicht, zodat je niet uit bed rolt.’ 
  • Houd kopjes met hete drank buiten het bereik van kinderen.
  • Ruim speelgoed dat los slingert op: ‘Even al het speelgoed aan de kant, anders vallen we erover!’ 
  • Vervoer kinderen veilig: ‘Zo, we gaan op stap, alle riempjes vast, zodat niemand uit de bolderkar valt.’ 
  • Draag geschikte kleding om buiten lekker te kunnen spelen en vies te worden.

Samenwerken

  • Betrek lokale samenwerkingspartners met specifieke deskundigheid, kennis en ideeën bij de activiteiten die je organiseert. Denk aan een (Gezonde) school in jouw buurt, Jeugdgezondheidszorg (GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )) of aan je gemeente.
  • Werk samen met de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg) in jouw buurt. Als het gaat om gezondheidsbevordering, preventie en vroegtijdig signaleren.
Tips bij pijler Omgeving
  • Ga met elkaar en met de ouders/verzorgers de dialoog aan over risicovol spelen en hoe jullie organisatie dat invult. 
  • Leer kinderen omgaan met kleine risico’s. Bespreek bijvoorbeeld gedragsafspraken en maak afspraken bij spelen in meer risicovolle situaties. Maak daarbij voor ieder kind (ongeacht leeftijd) de inschatting of het hieraan toe is of niet. Kijk wat het kind kan, geef indien nodig een tip. Of doe voor, geef ruimte en geef het kind zelfvertrouwen.
  • Kijk voor tips ook bij de Succesfactor werk samen.   
  • Lees ook de tips voor Draagvlak creëren bij ouders.

Houd in de gaten hoe het met de kinderen gaat rond fysieke veiligheid. Zo kun je vroegtijdig mogelijke risico’s signaleren. Bepaal samen op waarop jullie signaleren en doe regelmatig onderzoek. Leg ook vast hoe jullie met signalen omgaan en welke maatregelen passend zijn.

Periodiek onderzoek

  • Zorg dat je weet hoe het met de kinderen gaat rond fysieke veiligheid.
  • Bespreek in jullie team per kind hoe het omgaat met kleine risico’s en wat je het (nog) wilt leren. Het ene kind heeft extra toezicht nodig en moet soms worden afgeremd. Het andere kind kan juist wat extra aanmoediging gebruiken bij een uitdagende activiteit. Op deze manier kan de begeleiding van risicovol spelen worden verbeterd.

Signaleren

  • Effectief werken aan fysieke veiligheid vraagt dat pedagogisch medewerkers en gastouders alert te zijn op problemen of zorgen. En dat zij weten wat ze met een signaal doen. 
  • Medewerkers leren niet alleen van hun eigen ervaringen maar ook van die van hun collega’s. Daarom is het belangrijk om ervaringen uit te wisselen. Wat ziet iedereen gebeuren op de locatie als het gaat om het beschermen en versterken van kinderen. Vraag ook advies van jullie oudercommissie.
  • Neem signalen van kinderen en ouders/verzorgers serieus en betrek deze bij het verbeteren van de fysieke veiligheid binnen de opvang.
  • Monitor de ongevallen en de bijna ongevallen binnen jullie locatie.
  •  Zorg dat signalen in jullie organisatie worden opgepakt. 
  • Evalueer ongevallen en bijna-ongevallen binnen jullie team. Zo breng je onvermoede gevaarlijke situaties aan het licht. Neem waar nodig maatregelen om die situaties in de toekomst te voorkomen.
  • Bespreek met elkaar hoe jullie omgaan met protocollen en gedragsafspraken. Ervaringen in de praktijk kunnen leiden tot belangrijke aanpassingen en verbeteringen.

Informeren

  • Bespreek met de ouders/verzorgers wat de locatie doet om de grote risico’s uit te sluiten.
  • Bespreek met de ouders/verzorgers wat de grenzen zijn van hun kind en wat de groeimogelijkheden hierin zijn.
Tips bij pijler Signaleren
  • Houd centraal bij wat jullie signaleren, zodat informatie over veiligheid voor iedereen inzichtelijk is en snel kan worden opgevolgd.
  • Loop door de ruimte op knieënhoogte om vanuit het perspectief van het kind te kijken en mogelijke gevaren beter te kunnen inschatten.

Voorbeelden

Dilemma 

Joris (1 jaar) klimt sinds kort graag op de bank of op een stoel. Hij is daar nog niet zo vaardig in. Als pedagogische professional kun je hem dat verbieden, maar hij moet het óók leren. Een goede oplossing is om de grootste risico’s te beperken: leg bijvoorbeeld een matje, kussen of zitzak naast de bank. Als Joris nu valt, valt hij zacht. Blijf ook in de buurt, zodat je indien nodig kunt helpen. Je hebt nu een veilige omgeving geschapen waarin Joris zelf kan experimenteren. Dit pas je natuurlijk ook toe in andere situaties waarin het gaat om klimmen, klauteren of rennen.
Bron: scholing Gezonde Kinderopvang  


Goed gespeeld 

Als kinderen uitdagingen aangaan, grenzen verleggen en risico’s inschatten, dan is dat goed voor hun ontwikkeling. Risicovol spelen maakt ze motorisch vaardiger, zelfverzekerder en socialer. En het verhoogt hun zelfredzaamheid. Daarnaast vinden kinderen het zelf erg leuk omdat ze lekker kunnen bewegen, opwinding en  spanning ervaren én trots kunnen zijn op zichzelf. Kijk op Veiligheid.nl voor de voorlichtingsvideo en de materialen om aan de slag te gaan met risicovol spelen.

"De insteek bij het veilig- en gezondheidsbeleid is heel anders geworden. De gedachte is niet meer dat alles zo veilig mogelijk moet zijn, maar zo veilig als nodig."
Maryse Nijhof-Broek | toezichthouder van de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK, 2018) veiligheid & gezondheid eist dat ondernemers in de kinderopvang:

  • Een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid hebben, waar pedagogisch professionals in een continu proces bij betrokken zijn.
  • In hun veiligheids- en gezondheidsbeleid beschrijven hoe zij kinderen beschermen tegen grote risico’s en leren omgaan met kleine risico’s.

De kinderopvang aandacht heeft voor:

  • Hoe zij het risico op grensoverschrijdend gedrag door zowel aanwezige volwassenen als kinderen beperken.
  • De wijze waarop het vierogenprincipe in de dagopvang functioneert.
  • Het plan van aanpak om risico’s in te perken en hoe medewerkers moeten handelen zodra zich een ongezonde en/of onveilige situatie voordoet. 
  • Hoe de achterwachtregeling georganiseerd is (indien van toepassing). 
  • Hoe het beleid inzichtelijk is voor ouders, pedagogisch medewerkers (in opleiding), stagiairs en vrijwilligers.

De  Gemeentelijke gezondheidsdienst (GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )) voert inspectie uit op:

  • Een actueel veiligheids- en gezondheidsbeleid.
  • Wat de locatie aan veiligheid doet of heeft gedaan.
  • Hoe medewerkers het veiligheidsbeleid in de praktijk toepassen en hoe zij betrokken zijn bij de implementatie, uitvoering en evaluatie ervan. 
  • Hoe dit geborgd is in een beleidscyclus.
  • Welke risico’s op de locatie spelen en op welke risico’s er wel of juist geen actie is ondernomen (en waarom niet) en welke afspraken er hiervoor gemaakt zijn.
  • Een uitgewerkt plan van aanpak, dat in concrete termen verwoord wie welke maatregelen binnen welke termijn op pakt.

Houd het veiligheids- en gezondheidsbeleid actueel door het regelmatig met medewerkers te evalueren. Gebruik daarvoor bijvoorbeeld de Risicomonitor van VeiligheidNL.

Ideeën opdoen?

Dagritmekaart fysieke veiligheid

Kijk bij het stappenplan

Advies of ondersteuning nodig?

Ambassadeur

Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang.
Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.

GGD

Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.