Aandacht besteden aan mediaopvoeding in de kinderopvang of gastouderopvang loont. Door te investeren in mediaopvoeding leg je een basis voor bewust en verantwoord mediagebruik. Mediaopvoeding helpt kinderen mediawijs te worden. Ze leren kritisch en bewust om te gaan met media. Daarnaast draagt mediaopvoeding bij aan de ontwikkeling van digitale vaardigheden, die nodig zijn in de moderne samenleving. Lees op deze pagina hoe je mediaopvoeding blijvend onderdeel maakt in jullie dagelijkse praktijk en beleid.

Waarom werken aan mediaopvoeding?

  • Digitale media kennen voordelen, maar ook risico’s. Het is belangrijk dat kinderen gebruik leren te maken van de voordelen en zich weten te behoeden voor de risico’s van media.
  • Uit veel internationale studies blijkt dat er een verband is tussen overmatig mediagebruik en problemen met de lichamelijke gezondheid, zoals overgewicht, bijziendheid en slecht slapen.
  • Waar jonge kinderen nog begeleiding krijgen van volwassenen bij mediagebruik, gaan oudere kinderen media steeds zelfstandiger gebruiken. Dit betekent dat afspraken maken over gebruik en bewust aandacht besteden aan mediagebruik belangrijker wordt.
  • Basisschoolkinderen zijn nog niet zo mediawijs. 65% van de leerlingen geeft aan dat zij zelf hebben uitgevonden hoe zij informatie kunnen zoeken op het internet (Onderzoek Inspectie van het Onderwijs, 2024). Dit kan ertoe leiden dat kinderen niet goed leren hoe zij informatie op het internet moeten interpreteren, bijvoorbeeld hoe zij nepnieuws of nepberichten kunnen herkennen.
  • Ouders geven aan van een afstand mee te kijken met het mediagebruik van kinderen, in plaats van het samen te gebruiken (Monitor mediagebruik 7-12 jaar, 2021). Terwijl blijkt dat oprechte betrokkenheid van ouders bij wat kinderen online doen, hen helpt mediawijzer te worden.
  • Het blijkt dat kinderen het ingewikkeld vinden om met hun ouders over gamen en sociale media te praten en dat dit ook weinig gebeurt. Soms is de bso voor kinderen een veiligere plek om te praten over de negatieve kanten van digitale media.

Voor je begint...

Wat doet jouw organisatie al?

Wat doet jouw organisatie al?

Beginsituatie bepalen in:

Werk met een gedegen stappenplan

Werk met een gedegen stappenplan

Lees hoe je een themaplan maakt voor:

Aan de slag met mediaopvoeding

Met het Stappenplan werken aan Gezonde Kinderopvang zorg je voor blijvend resultaat. Werk aan mediaopvoeding in jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op de pijlers beleid, ontwikkelen, omgeving en signaleren. Zo maak je meer impact weten we uit onderzoek. Lees hieronder aan welke activiteiten je per pijler kunt denken.

Zorg ervoor dat hygiëne een vaste plek heeft in jullie beleid.

Beleid

  • Stel een mediaopvoedingsbeleid op. Welke visie heeft jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op mediaopvoeding?
  • Beschrijf in het beleid in ieder geval wat jullie doen om bij te dragen aan mediaopvoeding.
  • Bedenk als gastouderbureau hoe je gastouders kunt ondersteunen bij het vastleggen van het mediaopvoedingsbeleid in hun pedagogisch werkplan.
  • Je kunt het mediaopvoedingsbeleid ook koppelen aan het pedagogisch beleid, gezondheids- en veiligheidsbeleid.
  • Mediaopvoeding begint met het opstellen van een visie en uitwerken van beleid op organisatie- en locatieniveau. Beperk het beleid niet tot regels, maar beschrijf vooral de manier waarop je media wilt inzetten.
  • Neem in het pedagogisch beleidsplan een alinea op over mediaopvoeding, beschrijf hoe je media op een bewuste en activerende manier inzet.
  • Hanteer een proactief beleid: doe een uitspraak over het gebruik van eigen tablets en andere apparaten op de groep.

Betrekken en informeren

  • Informeer medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers tenminste jaarlijks over het beleid.
  • Stel jullie beleid op in samenwerking met medewerkerhet team, gastouders en de ouderraad.
  • Laat ouders/verzorgers zien hoe je media op een bewuste en actieve manier inzet.
  • Schenk regelmatig aandacht aan het thema media in de nieuwsbrief voor ouders/verzorgers, bijvoorbeeld in een vaste rubriek. Noem hierin feiten en tips over mediagebruik en licht regelmatig een onderdeel van het mediaopvoedingsbeleid toe.
  • Meld veranderingen in het beleid, bijvoorbeeld na evaluatie, via een nieuwsbericht op de website of in een nieuwsbrief.

Borgen

  • Borg taken en verantwoordelijkheden. Maak bijvoorbeeld één medewerker verantwoordelijk voor het actualiseren van het mediaopvoedingsbeleid.
  • Denk ook aan uitvoeren en handhaven van het beleid, inclusief afstemming en communicatie met medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en kinderen.

Evalueren

  • Evalueer jaarlijks of het bestaande beleid werkbaar is voor pedagogisch medewerkers, gastouders, oudere kinderen en hun ouders/verzorgers.
 Tips bij pijler Beleid
  • Download de gratis Toolbox visie op media in de kinderopvang(PDF) van Sardes om jullie visie op mediaopvoeding en -gebruik in het beleid te beschrijven.
  • Maak afspraken over het (zelfstandig) gebruiken van media op de bso. Bespreek samen welke tijd, inhoud en devices (tablet, laptop, smartphone, etc.) jullie wel en niet geschikt vinden voor op de bso. Formuleer iedere regel of afspraak positief! Liever niet: We gaan niet langer dan 20 minuten op de PlayStation, maar: We mogen tot 20 minuten op de PlayStation.

Bied kinderen, medewerkers en gastouders activiteiten aan rond mediaopvoeding. Met als doel dat zij hun kennis vergroten, vaardigheden aanleren en positief zijn over bewust mediagebruik.

Bijscholing

  • Ondersteun pedagogisch medewerkers en gastouders door training en voorzie hen regelmatig van kennis en informatie. Kijk voor scholing bijvoorbeeld op de website van het NJi. Of neem contact op met Sardes voor aanbod op maat.
  • Volg regelmatig (online) kennissessies over het thema mediaopvoeding. Ieder najaar vindt de Week van de mediawijsheid plaats. Tijdens deze dagen zijn er online sessies en bijeenkomsten op verschillende plekken in het land over mediaopvoeding voor jeugdprofessionals en ouders/verzorgers. Zie voor actuele informatie https://www.weekvandemediawijsheid.nl.
  • Heeft jullie organisatie een coach Gezonde Kinderopvang? Gebruik de themamodule mediaopvoeding uit de scholing van Gezonde Kinderopvang. Daarmee help je pedagogisch medewerkers en gastouders hun kennis en vaardigheden rond dit thema te verdiepen. Log in op Mijngezondekinderopvang.nl.

Kennis en activiteiten

  • Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rond mediaopvoeding, via www.mediasmarties.nl, www.netwerkmediawijsheid.nl en de bibliotheek.
  • Zorg voor een gevarieerd aanbod aan online en offline activiteiten en zet media bewust in. Binnen de bso is voldoende ruimte voor ontspanning nodig, denk daarom goed na over wanneer en hoe lang je media inzet ter ontspanning van kinderen. Bijvoorbeeld na een lange schooldag kunnen kinderen een moment voor zichzelf met media erg prettig vinden. Maar gebruik media niet alleen als zoethoudertje en ontspanningsactiviteit.
  • Zie media ook als middel om kinderen te laten spelen en daarmee hun ontwikkeling te ondersteunen, náást boeken en speelgoed. Gebruik ze als introductie, naslagwerk en doel op zich, om kinderen zelf iets te laten produceren. Zo bied je hen een extra context waarmee je bijvoorbeeld vragen van kinderen kunt beantwoorden en de omgeving van kinderen kunt verrijken.
  • Een fysieke beleving heeft altijd de voorkeur boven een filmpje. Vraag je  af wat de meerwaarde is van digitale beelden. Is het mogelijk om zelf met de kinderen naar zee te gaan? Dan heeft dat de voorkeur. Of kun je met een filmpje een wereld laten ontdekken die fysiek niet mogelijk is? De pedagogisch medewerker of gastouder bepaalt hoe en wanneer het iets toevoegt aan de spelactiviteiten. Daarnaast kun je media inzetten om de fysieke beleving van kinderen in beeld te brengen, door bijvoorbeeld foto’s, filmpjes of een internetpagina te maken.
  • Zorg voor een kritische blik op media. Bespreek met kinderen welke berichten op internet waar en niet waar zijn en hoe ze daarachter kunnen komen.
  • Praat met kinderen over hun gedrag op internet en sociale media. Wat houdt ze bezig? Waar maken ze zich zorgen over of wat vinden ze lastig? Praten over het online gedrag van je kind  beschrijft verschillende tips om met kinderen te praten over internet.
  • Organiseer workshops en/of informatieavonden voor medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers over mediaopvoeding. Zoek hierin bijvoorbeeld de samenwerking met de bibliotheek.

Goede voorbeeld

  • Kinderen leren door te zien, door gewoonten van anderen over te nemen. Als de volwassenen om zich heen veel bezig zijn met digitale middelen en weinig met de omgeving om hen heen, doen zij dit gedrag na. Dit benadrukt het belang van gezond voorbeeldgedrag!
Tips bij pijler Ontwikkelen
  • Stimuleer een actieve houding van kinderen door ze naast mediagebruiker (consument) ook mediamaker (producent van bijvoorbeeld filmpjes) te laten zijn.

Richt de fysieke en sociale omgeving zo in dat die bijdraagt aan de mediaopvoeding van kinderen, medewerkers en gastouders. Laat medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven en betrek ouders/verzorgers, oudere kinderen en samenwerkingspartijen bij jullie activiteiten.

Fysieke omgeving 

  • De verbinding tussen digitale en andere activiteiten speelt een belangrijke rol. Door digitaal en fysiek spel af te wisselen en de verbinding tussen beide te leggen, ontwikkelen kinderen zich op verschillende manieren en op verschillende gebieden.
  • Gebruik je zelf ook een tablet voor administratieve handelingen? Leg de tablet buiten het zicht en gebruik deze alleen op vaste momenten. Gebruik de tablet op een vaste plek, zo veel mogelijk buiten het zicht van de kinderen.
  • Gebruik in de speelleeromgeving ook levensechte digitale middelen. Kies dan voor een dummy smartphone en een laptop, niet een ouderwetse draaitelefoon of een vaste computer. Zo kunnen kinderen in een veilige omgeving leren met omgaan met deze digitale media.

Sociale omgeving

  • Media en (jonge) kinderen zijn een gevoelig onderwerp. Ouders/verzorgers, maar ook pedagogisch professionals zijn het niet altijd eens over de inzet van media in de bso. De een vindt dat het moet kunnen ter ontspanning na een lange dag op school, een ander maakt zich zorgen dat kinderen door de inzet van media niet meer voldoende (buiten)spelen. Praat er daarom samen met ouders/verzorgers over. Informeer hen over geschikte media voor (jonge) kinderen, het belang van goede begeleiding en inspireer ze na te denken over mediaopvoeding in hun gezin.
  • Ouders/verzorgers zijn vaak ook onzeker over hun aanpak rond mediaopvoeding. Help hen hier mee en laat hen mooie voorbeelden zien van hoe je eenvoudig en effectief een koppeling tussen digitaal en fysiek spel maakt.
  • Mediawijzer.net biedt de Mediadiamant als hulpmiddel om in gesprek te gaan met ouders/opvoeders over mediaopvoeding. Plezier, inhoud, veiligheid, samen en balans staan daarbij centraal.
  • Adviseer ouders/verzorgers eventueel over afspraken rond mediagebruik thuis. Denk aan schermgebruik vermijden vlak voor het slapengaan, aangezien dit de slaapkwaliteit van kinderen kan verminderen. Ouders/verzorgers kunnen schermgebruik vervangen door bijvoorbeeld samen een boek lezen. Kijk ook bij Slaap in de dagopvang.
  • Deel informatie met ouders/verzorgers, denk aan blogs of artikelen van Netwerk Mediawijsheid, MediaSmarties of het NJi.
Betrekken en informeren
  • Mediaopvoeding krijgt meer aandacht als iedereen zich erbij betrokken voelt. Zorg daarom dat kinderen, ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders ook een rol kunnen spelen bij activiteiten.
  • Leg de verbinding naar thuis door ouders mee te nemen in nieuwe ontwikkelingen en gezamenlijk afspraken te maken. Het is belangrijk om de verwachtingen van ouders te managen: wat verwachten zij van de bso rond mediaopvoeding en wat doen zij zelf. 
  • Besteed bijvoorbeeld op een ouderavond en/of in een nieuwsbrief aandacht aan goede informatiebronnen.  
  • Deel informatie met ouders/verzorgers, zoals blogs of artikelen van Netwerk Mediawijsheid, MediaSmarties of het NJi.
Goede voorbeeld
  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld.
  • Het gedrag van de pedagogisch medewerker en gastouder bepaalt mede hoe kinderen met media omgaan. Denk maar eens aan op de telefoon kijken tijdens eten of spelen, en op welke tijden en hoe lang de computer of televisie aanstaat. Geef het goede voorbeeld als je wilt dat kinderen een goede balans weten te vinden tussen digitaal en fysiek spel.
  • Ook voor ouders/verzorgers zijn pedagogisch medewerkers en gastouders een voorbeeld. Zoek een balans in ouders/verzorgers gedurende de middag op de hoogte houden en niet te veel achter een scherm bezig zijn. Denk goed na over hoe, wanneer en waarmee je ouders op de hoogte brengt. Beperk het aantal foto’s dat je met ouders deelt. Denk bij foto’s na: welke foto’s geven inzicht in activiteiten op een dag? Welke foto’s lokken interactie uit tussen ouder/verzorger en kind? Welke foto’s inspireren om thuis ook een vergelijkbare activiteit te doen? Stuur bij de foto’s ook eens vragen mee aan ouders/verzorgers die zij aan hun kind kunnen stellen.

Samenwerken

  • Betrek lokale samenwerkingspartners met specifieke deskundigheid, kennis en ideeën bij de activiteiten die je organiseert. Denk aan een (Gezonde) school in jouw buurt, Jeugdgezondheidszorg (GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )) of aan je gemeente.
  • Wil je meer werk maken van het thema mediaopvoeding? Neem contact op met de bibliotheek en verken wat jullie voor elkaar kunnen betekenen.
  • Van welke scholen komen de kinderen op de bso? Waar zijn deze scholen mee bezig als het gaat om mediawijsheid en digitale vaardigheden? En welke regels gelden er op de school als het gaat om digitale apparaten en schermtijd? Het heeft voordelen als kinderopvang en school hierin samen optrekken, want het helpt kinderen als het mediagebruik op beide plekken vergelijkbaar is.
  • Werk samen met experts rond mediaopvoeding, kinderpsychologie en digitale veiligheid om medewerkers te trainen en te adviseren.
Tips bij pijler Omgeving

Houd in de gaten hoe het met de kinderen gaat rond mediaopvoeding. Zo kun je vroegtijdig mogelijke risico’s signaleren. Bepaal samen waarop jullie signaleren en doe regelmatig onderzoek. Leg ook vast hoe jullie met signalen omgaan en welke maatregelen passend zijn.

Periodiek onderzoek

  • Zorg dat je weet hoe het met de kinderen gaat rond mediaopvoeding.
  • Bespreek het mediagebruik met ouders/verzorgers. Welke media zetten zij thuis in? Welke regels gelden er? Op de website van het NJi vindt je tips voor het voeren van dit gesprek.
  • Voer dit gesprek vooral ook regelmatig met de kinderen. Gamen ze? Kijken ze YouTube video’s? Hebben ze al eigen social media accounts? Zijn ze online weleens iets tegengekomen dat ze liever niet had willen zien?

Signaleren

  • Effectief werken aan mediaopvoeding vraagt dat pedagogisch medewerkers en gastouders alert te zijn op problemen of zorgen. En dat zij weten wat ze met een signaal doen.
  • Zorg voor digitale middelen in de speelleeromgeving, zoals een tablet, laptop en of spelcomputer. Hoe kinderen hiermee omgaan en welke rol zij deze middelen geven in hun spel vertelt je veel over hun houding ten opzichte van media.
  • Gebruik digitale media regelmatig samen, ook al lijken de kinderen goed in staat om zelfstandig aan de slag te gaan. Kijk mee en bekijk hoe digitaal vaardig kinderen (al) zijn. Licht ook toe wat de kansen en risico’s zijn van het gebruikte medium.
  • Wees alert op het zelfstandig gebruik van media door kinderen. Toon voortdurend interesse in wat kinderen doen op internet, wat ze vinden van sociale media en wat ze prettig en minder prettig vinden. Vraag kinderen ook regelmatig om te laten zien of uit te leggen wat ze graag doen op internet.
  • Observeer dagelijks het mediagebruik van kinderen. Overmatig(e) (vragen om) schermtijd en obsessief gedrag met bepaalde media zijn tekenen van problematisch mediagebruik.
  • Begeleid de kinderen bij de opstart en doe zelf mee (waar mogelijk). Spreek met kinderen af dat ze het altijd komen melden wanneer ze iets zien dat ze niet prettig of vreemd vinden. Wees alert op reacties van kinderen tijdens het mediagebruik en speel daarop in tijdens een (kort) gesprek.
  •  Zorg dat signalen in jullie organisatie worden opgepakt.
  • Zorg dat er jaarlijks heel specifiek aandacht is voor het thema mediaopvoeding. Ga naar aanleiding van de Week voor de mediawijsheid in gesprek met ouders en bespreek deze uitkomsten vervolgens in een teamoverleg. Wat valt op? Welke zorgen en kansen zien jullie? Welke acties zijn er nodig?
  • Zoek uit welke organisatie in jullie omgeving expertise heeft in mediaopvoeding en digitale vaardigheden. Bijvoorbeeld de bibliotheek of het CJG. Ken hun aanbod, zodat je weet waar je ouders naar kunt doorverwijzen bij vragen. Zijn er geen experts in de buurt? Overweeg binnen de organisatie zelf een expert digitale media en mediaopvoeding aan te stellen.
  • Bepaal als gastouderbureau in de evaluatiegesprekken met gastouders samen hoe zij op problematisch mediagebruik signaleren en welke maatregelen zij kunnen nemen. 

Informeren

  • Ga in gesprek met ouders/verzorgers over je zorgen. Vraag hen of je hen ergens bij kunt helpen. Stel bijvoorbeeld voor een groepsgesprek te organiseren met meerdere ouders die tegen hetzelfde probleem aanlopen.
Tips bij pijler Signaleren
  • Wees op de hoogte van het aanbod rond mediaopvoeding van organisaties uit de omgeving, verwijs ouders/verzorgers indien nodig naar hen door of werk met ze samen.

Voorbeelden

Praktijkvoorbeeld mediabeleid 

Op een bso komen steeds meer kinderen binnen die een eigen tablet of smartphone meebrengen. De pedagogisch medewerkers staan het gebruik oogluikend toe, maar de leiding krijgt er vragen van andere ouders over. De organisatie heeft geen eenduidig beleid over media. Na de vragen van ouders en een inspiratiebijeenkomst over mediaopvoeding, besluit de organisatie in nauw overleg met de oudercommissie een visie op media op te gaan stellen. Media worden bewuster en activerend ingezet. Door digitale activiteiten te koppelen aan andere, fysieke, activiteiten haalt de bso meer uit het mediagebruik. Ook maken ze heldere afspraken over eigen tablets meebrengen (bij voorkeur niet). Ouders/verzorgers en kinderen krijgen informatie over hoe de bso met media omgaat. Professionals hebben meer grip op mediainzet door de kinderen actief te begeleiden en er met hen over te praten. Kinderen kunnen daarnaast hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid laten zien door hun smartphone wel zelf bij zich te houden, maar deze in bso-tijd niet te gebruiken. 


Pm’ers Helen en Pascal en bso-groep maken afspraken over mediagebruik

Het valt pedagogisch medewerkers Helen en Pascal op dat hun bso-groep met kinderen van 6-8 jaar steeds vaker vraagt om schermtijd en dat ze de regels overtreden. Helen en Pascal bedenken dat de meeste kinderen uit de groep niet betrokken waren bij het opstellen van de huidige mediaregels. Daarom besluiten ze in de komende week met de groep nieuwe regels op te stellen. Ze vragen de kinderen wat volgens hen goede regels zijn en hier en daar sturen ze een beetje bij. Ze beschrijven de regels op een groot vel papier en ieder kind zet zijn of haar handtekening eronder. Ze hangen deze regels op een zichtbare plek in de ruimte. Helen deelt ook een foto van de afspraken met ouders/verzorgers, zodat die de regels van de groep ook kennen. Eén van de afspraken is dat kinderen géén eigen telefoon, tablet of smartwatch mogen gebruiken. Want niet iedereen heeft er één, dus dat is oneerlijk, daar kwamen de kinderen samen op uit. Iedere middag start met een rondje waarin kinderen met een digitaal apparaat deze wegstopt in een zelfgemaakte schatkist. Ook Helen en Pascal zelf leveren hun telefoon in. Dat is wel even wennen, maar al snel merken ze dat het ook hen rust geeft en ze hierdoor meer aandacht hebben voor de kinderen. De schatkist krijgt een veilige plek en aan het einde van de dag neemt iedereen zijn/haar apparaat weer mee. 


Maak kinderen mediawijs!  

‘Media kunnen leuk en leerzaam zijn. Maar: kinderen moeten wel weten hoe ze ermee omgaan. Daar kunnen wij als professionals in de kinderopvang een bijdrage aan leveren.’ aldus Carla Schriek, coach Gezonde Kinderopvang.

In haar blog  op Kinderopvangtotaal vertelt Carla hoe zij dat bij KMN Kind & Co doen. 


Hoeveel smaken zijn er? 

Pedagogisch medewerker Bas heeft een activiteit voorbereid waarin kinderen etenswaren met de basissmaken zoet, zuur, bitter en zout gaan proeven. Geblinddoekt proeven de kinderen de etenswaren en moeten ze beschrijven wat ze proeven. Bas stelt vooraf en tussendoor vragen om de kinderen te helpen erachter te komen wat ze eten en waar het naar smaakt. Dat is soms best lastig, maar de meeste kinderen kunnen de smaken en etenswaren achterhalen. Bas vraagt welke verschillende smaken ze proefden. De kinderen komen tot zoet, zuur, bitter en zout. Zouden er nog meer smaken zijn? Om daar het antwoord op te vinden kijken ze samen naar een fragment uit het televisieprogramma ‘Studio Snugger’ waarin ook de basissmaak umami aan bod komt. Bas bespreekt het fragment na met de kinderen.


Werkstuk over konijnen

Samantha van 9 jaar mag van pedagogisch medewerker Petra op internet wat opzoeken voor haar spreekbeurt over konijnen. Ze zit al een tijdje achter de computer, maar is vooral bezig met andere kinderen in de ruimte. Petra ziet op het scherm dat Samantha alleen nog maar plaatjes heeft gevonden van konijnen. Ze klikt van alles aan op het scherm en ze ziet er onrustig uit. Petra loopt naar haar toe en vraagt: “Kun je vinden waar je naar op zoek bent?” Samantha geeft aan dat ze alleen maar plaatjes kan vinden, maar dat het niet goed lukt om informatie te vinden. Petra vraagt: “Wat zou je allemaal willen weten over konijnen?” en laat zien hoe je de verschillende onderwerpen die Samantha noemt, in kunt typen op Google. Samen bekijken ze enkele sites en kiezen de sites die de beste informatie geven.

  • De WHO geeft richtlijnen over beeldschermtijd (maximaal 2 uur per dag voor kinderen vanaf 5 jaar), maar bij een gezond mediagebruik gaat het ook om de inhoud van media. Wat is wel of niet geschikt voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar? En welke inhoud past bij hun interesses? Daarnaast speelt de manier waarop kinderen binnen de bso media gebruiken een belangrijke rol. Samen in plaats van altijd alleen, maar ook balans creëren door een verbinding te maken tussen de online en de offline wereld en in gesprek blijven.
  • Wetenschappers zeggen tegenwoordig over schermtijd: ‘Hou je niet zozeer bezig met de hoeveelheid schermtijd, maar vooral met wat kinderen op een scherm doen.’ Het gaat niet alleen om de tijd die kinderen doorbrengen achter een scherm, maar om de (educatieve) kwaliteit en de balans met andere activiteiten.
    Mediaopvoeding.nl adviseert over beeldschermtijd voor kinderen van 6 tot 12 jaar:
    • Zorg voor een balans tussen online en offline.
    • Stimuleer creatief mediagebruik.
    • Maak afspraken over schermtijd.
    • Stem afspraken af op je eigen opvattingen. 

Ideeën opdoen?

Dagritmekaart media

Kijk bij het stappenplan

Advies of ondersteuning nodig?

Ambassadeur

Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang.
Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.

GGD

Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.


  • Wil je aan de slag met mediaopvoeding in de kinderopvang? Neem gerust contact op met de bibliotheek of met Sardes