Icoon middelen paars

Aandacht besteden aan nicotine-, rook- en alcoholpreventie in de kinderopvang of gastouderopvang loont. Want nicotine, rook en alcohol zijn schadelijk, zeker voor kinderen. Ieder kind moet de kans krijgen om volledig middelenvrij op te groeien. De omgeving nicotine-, rook- en alcoholvrij maken is daarvoor essentieel. Hiermee draag je bij aan een toekomstige gezonde generatie. En je werkt aan een gezonde sociale norm: roken, vapen en alcohol drinken zijn niet normaal.

Op deze pagina lees je hoe je rook- en alcoholpreventie blijvend onderdeel maakt van jullie dagelijkse praktijk en beleid.

Waarom werken aan nicotine- en alcoholpreventie?

  • Op 12-jarige leeftijd heeft al 9% ooit gevapet. Roken en vapen kunnen blijvende schade veroorzaken bij kinderen. Hun hersenen zijn nog niet volgroeid. Bovendien zijn ze extra gevoelig voor nicotine. Het voorkomen van een eerste ervaring met roken of vapen helpt om schade te voorkomen. Een verslaving ligt namelijk snel op de loer.
  • Hersenen blijven doorgroeien tot ongeveer het 25e levensjaar. Alcohol verstoort deze ontwikkeling. Bovendien lopen kinderen en jongeren die alcohol drinken extra risico’s.
  • Vapes, e-sigaretten en tabakssigaretten bevatten allemaal schadelijke en verslavende stoffen. Ook als kinderen niet zelf roken, kunnen ze hieraan blootgesteld worden als bijvoorbeeld professionals in hun omgeving wel deze middelen gebruiken.
  • In een omgeving die niet rook- en nicotinevrij is, kunnen kinderen in contact komen met derdehands rook: de schadelijke stoffen uit tabaksrook, nadat deze zijn neergedaald op kleding, lichaam, vloer en spullen. Door derdehands rook lopen kinderen gezondheidsrisico’s.
  • Voor kinderen is het goed om in een middelenvrije omgeving op te groeien, zowel thuis, op school als in de opvang. Ze krijgen dan een gezond voorbeeld. Het helpt als ouders/verzorgers en professionals weten hoe risicovol middelengebruik is. Veel kinderen op de bassischool hebben nog niet echt interesse in roken, vapen of alcohol drinken, maar in het voortgezet onderwijs kan dit snel veranderen. 

Voor je begint...

Wat doet jouw organisatie al?

Wat doet jouw organisatie al?

Beginsituatie bepalen in:

Werk met een gedegen stappenplan

Werk met een gedegen stappenplan

Lees hoe je een themaplan maakt voor:

Aan de slag met nicotine- en alcoholpreventie

Met het Stappenplan werken aan Gezonde Kinderopvang zorg je voor blijvend resultaat. Werk aan rook- en alcoholpreventie in jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op de pijlers beleid, ontwikkelen, omgeving en signaleren. Zo maak je meer impact weten we uit onderzoek. Lees hieronder aan welke activiteiten je per pijler kunt denken.

Zorg ervoor dat rook- en alcoholpreventie een vaste plek heeft in jullie beleid.

Beleid
  • Stel een themabeleid op. Welke visie heeft jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op nicotine-, rook- en alcoholpreventie?
  • Beschrijf in het beleid in ieder geval wat jullie doen om bij te dragen aan nicotine-, rook- en alcoholpreventie.
  • Bedenk als gastouderbureau hoe je gastouders kunt ondersteunen bij het vastleggen van het nicotine-, rook- en alcoholpreventiebeleid in hun pedagogisch werkplan.
  • Koppel het themabeleid aan het pedagogisch beleid, gezondheidsbeleid en veiligheidsbeleid.
  • Begin met het opstellen van een gezamenlijke visie op een nicotine-, rook- en alcoholvrij gebouw, terrein en team en stel duidelijke regels en afspraken op in en rondom de bso of gastouderopvang, voor zowel medewerkers of gastouders als ouders/verzorgers. Begin met een visie. Hiervoor kun je nadenken over vragen als:
    • Hoe zorgen we ervoor dat onze medewerkers of gastouders niet meer roken of vapen onder werktijd, ook niet in de pauzes en zelfs niet buiten het zicht van de kinderen?
    • Hoe zorgen we ervoor dat de onderwerpen roken/vapen en alcohol niet ter sprake komt tijdens gesprekken van medewerkers onderling?
    • Bieden we rokende of vapende medewerkers of gastouders hulp aan bij het stoppen met roken? Zo ja, hoe?
    • Hoe gaan we om met ouders/verzorgers en medewerkers of gastouders die zich niet aan de regels willen houden?
  • Vertaal de visie in duidelijke regels en ga in op het waarom van de regels. Bijvoorbeeld waarom er helemaal niet gerookt en gevapet mag worden in en rondom de opvanglocatie, ook niet tijdens pauzes van de medewerkers. Voorbeelden van redenen:
    • Deeltjes van rook die achterblijven op kleding, huid en haren vormen een gevaar voor kinderen. Het Trimbos-instituut legt dit uit in de factsheet over derdehands rook en de animatie over derdehands rook voor zorgprofessionals.
    • Rook komt door de open ramen naar binnen.
    • Kinderen kunnen achteraf ruiken dat de medewerker gerookt heeft en kunnen diegene ook zien vertrekken om te gaan roken. Dat is geen goed voorbeeld.
    • In de damp van een e-sigaret zitten chemische stoffen die schadelijk zijn voor de gezondheid. Door het inademen van deze stoffen kun je last krijgen van neus, keel en ogen. Ook kun je gaan hoesten. Sommige stoffen zijn giftig of kankerverwekkend. Hier wil je kinderen niet aan blootstellen.
  • Betrek de oudercommissie bij het opstellen van de visie en regels.
  • Formuleer het beleid positief: spreek niet van een rook- of vapeverbod en anti-rookbeleid, maar van een nicotinevrije kinderopvang of gastouderopvang. Niet-roken of niet-vapen is steeds meer de norm, daarom is het passender te spreken van een ‘nicotinevrij beleid’.
  • Neem in het pedagogisch beleidsplan een alinea op over een middelenvrije omgeving en hoe de opvanglocatie regels hiervoor handhaaft. Bijvoorbeeld: ‘De opvang en alle activiteiten die we op of vanuit de kinderopvang organiseren, zijn nicotine- en alcoholvrij. Dit geldt dus zowel binnen als buiten en bijvoorbeeld voor de kerstbijeenkomst, maar ook tijdens een uitje. En voor zowel de medewerkers als de ouders/verzorgers. Dit beleid is hetzelfde voor iedereen, er zijn geen uitzonderingen mogelijk. We handhaven het beleid door er regelmatig informatie over te geven en elkaar er open op aan te spreken.
  • Werk zo mogelijk samen met andere partijen, zoals een basisschool waarmee je het buitenterrein deelt.
Betrekken en informeren
  • Informeer medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en oudere kinderen tenminste jaarlijks over het beleid.
  • Leg in het beleidsplan vast dat jullie de ouders/verzorgers minimaal jaarlijks informatie geven over de regels over roken/vapen en alcohol.
  • Betrek medewerkers gastouders én ouders/verzorgers – juist ook als ze roken of vapen – of de oudercommissie bij het opstellen van de visie en afspraken. Dit kan bijdragen aan het creëren van draagvlak, waardoor zij waarschijnlijk sneller geneigd zijn om het beleid na te leven.
  • Daag ouders/verzorgers uit mee te doen met acties als Stoptober of Dry January/IkPas. Of creëer bewustzijn op Wereld Niet Roken Dag.
  • Breng de campagne Zien drinken, doet drinken onder de aandacht bij ouders/verzorgers. Deze campagne richt zich op ouders met kinderen van 1 t/m 12 jaar en heeft als doel om te voorkomen dat jongeren voor hun 18e jaar alcohol drinken.
  • Meld veranderingen in het beleid, bijvoorbeeld na evaluatie, via een nieuwsbericht op de website of in een nieuwsbrief.
Borgen
  • Borg taken en verantwoordelijkheden. Maak bijvoorbeeld één medewerker verantwoordelijk voor het actualiseren van het middelenvrij beleid.
  • Denk ook aan uitvoeren en handhaven van het beleid, inclusief afstemming en communicatie met medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en kinderen.
Evalueren
  • Evalueer jaarlijks jullie beleid
 Tips bij pijler Beleid
  • Waar een rookvrij kinderopvanggebouw bij wet al verplicht is, is het ook belangrijk te streven naar een volledig nicotine- en alcoholvrije kinderopvang. Dat betekent bijvoorbeeld ook een rookvrij terrein, een tijdens werktijd volledig nicotine- en alcoholvrij team, geen rokende of vapende ouders/verzorgers op het terrein, geen alcohol bij gelegenheden op de opvang. Stel daarover samen met medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers een visie en regels op en leg deze vast in het pedagogisch beleidsplan. Denk daarbij ook aan afspraken over het handhaven van de regels.
  • Op de website van de Rookvrije Generatie staan hulpmiddelen om stappen te zetten naar een rookvrije kinderopvang. Deze zijn ook bruikbaar als het gaat om alcohol. Zo is er bijvoorbeeld een folder met handreikingen over hoe je positief in gesprek kunt gaan met ouders. Een aantal hulpmiddelen voor specifiek het primair onderwijs vind je ook op de website van Helder op School. Kijk voor meer inspiratie bij het maken van beleid en regels over roken en alcohol ook op deze website.
  • Op de website van BOinK staat een stappenplan voor het inrichten van een Rookvrije Kinderopvang.

Bied medewerkers en gastouders activiteiten aan rond rook- en alcoholpreventie. Met als doel dat zij hun kennis vergroten, vaardigheden aanleren en positief zijn over rook- en alcoholpreventie.

Bijscholing
Kennis en activiteiten
  • Ondersteun medewerkers of gastouders die willen stoppen met roken of vapen. Bied ze een programma aan of wijs ze op ikstopnu.nl. Collega’s die willen stoppen of minderen met alcohol kun je verwijzen naar alcoholinfo.nl.
  • Verwijs ouders/verzorgers naar voorlichting en informatie, bijvoorbeeld op de website helderopvoeden.nl. Dit geldt vooral voor ouders/verzorgers van kinderen die bijna naar het voortgezet onderwijs gaan. Ze moeten weten wat er kan gebeuren als hun kind naar de brugklas gaat en in de puberteit komt. De houding van kinderen ten opzichte van roken/vapen en alcohol kan namelijk snel veranderen als ze op de middelbare school komen.
  • Investeer ook in de algemene weerbaarheid van kinderen door hun sociaal-emotionele ontwikkeling te stimuleren. Dat kan zonder het over de gevaren van roken/vapen en alcohol te hebben. Weerbaarheid kan helpen om op latere leeftijd gebruik te weerstaan en verslavingen te voorkomen. Geef bijvoorbeeld aandacht aan onderwerpen als druk van anderen, onzekerheid en pesten.
Goede voorbeeld
  • Zorg dat pedagogisch medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven. Het beste voorbeeld is een middelenvrije omgeving waarin medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers laten zien dat ze niet roken of vapen en geen alcohol drinken. Benut hiervoor de factsheets over Zien roken, doet roken en Zien drinken, doet drinken van het Trimbos-instituut.
  • Houd borrels voor ouders/verzorgers en medewerkers alcoholvrij.
  • Richt geen aparte plekken in waar medewerkers of ouders/verzorgers kunnen roken of vapen, ook niet als deze uit het zicht van de kinderen zijn
Tips bij pijler Ontwikkelen
  • Geef geen voorlichting of algemene waarschuwingen aan jonge kinderen over roken/vapen en alcohol, want dat kan de aantrekkingskracht en daarmee vroegtijdig gebruik juist versterken. Wees wel gericht op het versterken van sociaal-emotionele vaardigheden, zodat de kinderen leren eigen keuzes te maken en stevig kunnen blijven staan bij groepsdruk.

Richt de fysieke en sociale omgeving zo in dat die bijdraagt aan rook- en alcoholpreventie van kinderen, medewerkers en gastouders. Laat medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven en betrek ouders/verzorgers, oudere kinderen en samenwerkingspartijen bij jullie activiteiten.

Fysieke omgeving 
  • Zorg voor een middelen- en nicotinevrije opvang, inclusief een rookvrij buitenterrein. Dit betekent dat er geen gedeeltes zijn waar medewerkers of ouders/verzorgers kunnen roken of vapen. Een rookvrij buitenterrein zorgt ervoor dat kinderen het goede voorbeeld krijgen en niet blootgesteld worden aan tweede- en derdehands rook of aan schadelijke dampen van de e-sigaret.
  • Zorg ook dat de ingang van de opvanglocatie nicotinevrij is, ook als deze onder de openbare ruimte valt.
  • Maak duidelijk dat de kinderopvanglocatie rookvrij is. Hiervoor kunnen borden of andere aanduidingen geplaatst worden. Denk aan een informatiebord of een stoeptegel.
  • Voorkom dat er alcoholische dranken aanwezig zijn of in het zicht staan, bijvoorbeeld in de keuken. Ook als deze toevallig over zijn van een borrel.
  • Stem af met de school over opvattingen en regels voor een rook- en alcoholvrije kinderopvang. Probeer zoveel mogelijk hetzelfde beleid te volgen. Dit geldt ook als de kinderen van verschillende scholen komen.
Sociale omgeving
  • Communiceer naar medewerkers en ouders/verzorgers dat een nicotinevrije ingang belangrijk is, zodat de kinderen niet meeroken als ze naar binnen of naar buiten gaan en geen achtergelaten sigaretten oppakken.
  • Denk bij het maken van de afspraken ook aan: geen cadeautjes van ouders/verzorgers aan medewerkers in de vorm van een fles wijn, geen versierde bierflesjes als vaderdagcadeau.
  • Wijs ouders/verzorgers, met name van kinderen die bijna naar het voortgezet onderwijs gaan, eventueel op websites als alcoholinfo.nlhelderopvoeden.nl en de website van het Nederlands Jeugdinstituut.
  • Wees alert op ouders/verzorgers en medewerkers of gastouders die willen stoppen met roken. Je kunt ze verwijzen naar de telefonische coaching Rookvrije Ouders of naar ikstopnu.nl.
Betrekken en informeren
  • Rook- en alcoholpreventie krijgt meer aandacht als iedereen zich erbij betrokken voelt. Zorg daarom dat ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders ook een rol kunnen spelen bij een middelenvrije opvang.
  • Informeer de ouders/verzorgers minimaal jaarlijks over de regels met betrekking tot roken/vapen en alcohol op de kinderopvang, bijvoorbeeld via een nieuwsbrief.
Goede voorbeeld
  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld. Het is belangrijk om zonder woorden het goede voorbeeld te geven. Het beste voorbeeld is een middelenvrije opvang creëren waarin medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers laten zien dat ze niet roken of vapen, en geen alcohol drinken.
  • Houd borrels of bijeenkomsten voor ouders/verzorgers alcoholvrij.
  • Rook of vape nooit in het zicht van de kinderen. Ook niet bij het moment van aankomst of vertrek. 
Samenwerken
  • Stel een gezamenlijk nicotine- en alcoholvrij beleid op met partners als jouw organisatie onderdeel uitmaakt van een brede school of Integraal Kindcentrum (IKC).
  • Betrek lokale samenwerkingspartners met specifieke deskundigheid, kennis en ideeën bij de activiteiten die je organiseert. Denk aan een school of zelfs een Gezonde School in jouw buurt, jeugdgezondheidszorg (GGD) of de gemeente.
  • Sluit als organisatie aan wanneer partners in de wijk (bijvoorbeeld een basisschool en de GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )) een ouderavond organiseren over de thema’s alcohol, roken/vapen of ‘veranderingen in de puberteit’.
Tips bij pijler Omgeving
  • Het invoeren en handhaven van een middelen- en nicotinevrije omgeving kan op weerstand van ouders/verzorgers en medewerkers of gastouders stuiten. Maak daarom gebruik van de materialen op de website rookvrijegeneratie.nl.
  • Naast regels over het roken/vapen en alcohol drinken is het belangrijk te laten zien dat de opvang zich actief inzet voor preventie van middelengebruik. Denk bijvoorbeeld aan: op maandagmorgen geen uitwisseling tussen medewerkers over het alcoholgebruik in het weekend. En: geen wijn als cadeau van ouders/verzorgers voor medewerkers.
  • Stimuleer medewerkers of gastouders om mee te doen aan themamaanden of -dagen, zoals Wereld Niet Roken Dag, Dry January/Ik Pas, of Stoptober.
  • Geef aandacht aan de campagne voor ouders Zien drinken, doet drinken.
  • Kijk voor tips ook bij de Succesfactor werk samen.
  • Lees ook de tips voor Draagvlak creëren bij ouders.

Houd in de gaten hoe het met de kinderen gaat rond rook- en alcoholpreventie. Zo kun je vroegtijdig mogelijke risico’s signaleren. Bepaal samen op waarop jullie signaleren en doe regelmatig onderzoek. Leg ook vast hoe jullie met zorgwekkende signalen omgaan en welke maatregelen passend zijn.

Signaleren
  • Zorg dat pedagogisch medewerkers en gastouders alert te zijn op problemen of zorgen. En dat zij weten wat ze met een signaal moeten doen.
  • Let op signalen van middelengebruik in de opvang. Dragen de medewerkers en gastouders het voorbeeldgedrag uit?
  • Houd het gedrag van kinderen in de gaten. Soms hebben kinderen problemen door problematisch middelengebruik van de ouder(s) of anderen in hun omgeving. Een signaal van middelengebruik door ouders/verzorgers kan bijvoorbeeld verwaarlozing zijn. Kinderen kunnen daardoor bijvoorbeeld gedragsproblemen, stress en angst gaan vertonen.
  • Let op signalen van kinderen. Soms rookt of vapet een kind zelf al of drinkt het alcohol. Signalen daarvan kunnen bijvoorbeeld middelen in de tas van het kind zijn of verhalen van anderen over middelengebruik door het kind.
  • Zorg dat signalen in jullie organisatie worden opgepakt.
  • Bespreek zorgelijke signalen met een collega of leidinggevende, bijvoorbeeld als een collega erg naar rook of alcohol ruikt.
  • Overleg met de pedagogisch staffunctionaris als er signalen van kinderen of ouders/verzorgers zijn. Spreek samen af hoe je met de ouders/verzorgers in gesprek gaat
Informeren
  • Ga in gesprek met ouders/verzorgers en/of het kind over je zorgen.
  • Wijs ouder/verzorgers zo nodig op informatie van het Nederlands Jeugdinstituut: Wat als je je zorgen maakt over het middelengebruik van je kind?
  • Vraag advies als je denkt dat er professionele hulp nodig is. Bespreek je zorgen bijvoorbeeld met het schooladviesteam, de jeugdgezondheidszorg, een instelling voor verslavingszorg of Veilig Thuis. Is de conclusie dat er passende hulp nodig is? Dan kan er vervolgens een doorverwijzing worden geregeld.

Voorbeelden

Duidelijke huisregels

Je kunt op meerdere manieren ervoor zorgen dat de kinderopvang of bso rookvrij is en blijft. Een manier is om dit op te nemen in de huisregels en de regels duidelijk te communiceren. Zo heeft Skidkinderopvang in de huisregels staan: “Onze kindercentra zijn strikt rookvrij. Dat betekent dat er binnen én buiten NIET gerookt mag worden.”


Een leuk feest zónder alcohol

Willen jullie een leuke bijeenkomst organiseren om de feestdagen in de luiden? Benoem dan in de uitnodiging dat er geen alcohol wordt geschonken. Bijvoorbeeld zo: ‘Alle kinderen en ouders/verzorgers zijn uitgenodigd. We komen graag bij elkaar op 24 december tussen 15.00 en 16.00 met soep en een (alcoholvrij) drankje.’

Er zijn geen richtlijnen voor preventie van middelengebruik voor de kinderopvang. Wel is er een richtlijnen verslavingspreventie binnen het onderwijs die begint bij de leeftijdsfase 10-12 jaar. De richtlijnen daarin zijn grotendeels ook bruikbaar voor de bso. Volgens de richtlijn moet je dit niet doen:

  • Aandacht geven aan of voorlichting geven over roken/vapen en alcohol aan de kinderen.
  • Kinderen waarschuwend benaderen over roken/vapen en alcohol.

Voor kinderen in de basisschoolleeftijd geldt dat ze meestal nog niet gerookt of gevapet hebben en geen alcohol gedronken hebben. De gemiddelde leeftijd waarop kinderen daarmee starten is gestegen, van 12 jaar in 2003 naar ruim 13 jaar in 2023. Op deze leeftijd denken kinderen vooral negatief over roken/vapen en alcohol. Daarom is het niet goed om er aandacht aan te besteden in de vorm van voorlichting of waarschuwingen geven. Dat kan averechts werken bij kinderen die al meer risico lopen om te gaan roken/vapen of drinken.

Ideeën opdoen?

Kijk bij het stappenplan

Advies of ondersteuning nodig?

Ambassadeur

Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang.
Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.

GGD

Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.