Pedagogisch medewerker met kindje in slaapzak

Waarom aandacht voor slaap

Voldoende slaap is essentieel voor een gezonde ontwikkeling en noodzakelijk voor een goede fysieke en mentale gezondheid. Daarom is het zeker ook in de dagopvang belangrijk aandacht te besteden aan goed slapen bij baby’s en jonge kinderen. Wat voldoende slaap is, is voor ieder kind verschillend en is afhankelijk van de leeftijd. Baby’s slapen meer dan jonge kinderen. Toch is goed slapen niet voor alle kinderen vanzelfsprekend. De invloed van beeldschermen voor het slapengaan, een gebrek aan slaaproutine en overdag te weinig bewegen zijn de belangrijkste oorzaken van slaapproblemen. Bovendien verhoogt slecht slapen de kans op overgewicht en kan het gevolgen hebben voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen (zie voor bronnen de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-richtlijn bij het kopje 'richtlijnen slaap' op deze pagina). 

Daarnaast is het belangrijk dat baby’s en kinderen een veilige slaapplek hebben in de kinderopvang. Hoewel het tegenwoordig weinig voorkomt, laat onderzoek zien dat de kans dat een baby plotseling en onverwacht overlijdt (wiegendood) iets hoger in de kinderopvang is dan thuis (NCJ, 2007). 

  • Zorg voor gezonde routines en een vast slaapritueel rond het slapengaan. Geef een baby bijvoorbeeld altijd eerst voeding en een schone luier, doe dan een slaapzak aan, en eindig met een slaapliedje. Regelmatige bedtijden zijn hierin ook van belang.
  • Spreek altijd met ouders over het slapen van hun kind op de dagopvang. Vraag hen welke routine zij thuis hebben voor het slapengaan en bespreek welke jullie op de opvang hanteren, zodat jullie zoveel mogelijk dezelfde routine aanhouden.
  • Voldoende daglicht en beweging gedurende de dag spelen een belangrijke rol bij het goed slapen. Dit zorgt ervoor dat kinderen makkelijker op tijd, dieper en langer slapen. Beeldschermen zijn juist niet bevorderlijk voor een goede slaap. Gebruik deze in de opvang zo min mogelijk en bespreek met ouders dat beeldschermgebruik vlak voor het slapen ervoor zorgt dat een kind minder gemakkelijk inslaapt.
  • Zorg daarnaast voor een veilige slaapomgeving door je aan De 4 van Veilig slapen te houden: de baby op de rug leggen, in een eigen bedje, in een slaapzak en in een leeg bedje. Adviseer dit ook naar ouders.
  • Slaapt een baby met iets waar het aan gehecht is, zorg dan dat de baby dat ook op de opvang mee naar bed krijgt. Gewatteerde knuffels worden afgeraden, omdat een baby daar met het gezichtje tegenaan kan rollen en niet goed kan ademen. Een knuffeldoekje mag wel. 
  • Als een baby gewend is aan een fopspeen tijdens het slapen, is het belangrijk dat de baby de fopspeen altijd krijgt bij het inslapen. Consistent gebruik van een fopspeen beschermt tegen wiegendood: het risico hierop wordt lager. Een goed ‘dental’ of ‘orthodontisch’ model fopspeen heeft een platte onderkant en een knik of is aan beide zijden afgeplat.

Moe word je vanzelf, slapen moet je leren

foto Monique L'Hoir

Hoe weet je of kinderen genoeg slapen en wat kun je als Gezonde Kinderopvang doen om meer aandacht te besteden aan slaap? Dr. Monique L'Hoir, pedagoog, gezondheidsbevorderaar en docent aan Wageningen University & Research, vertelt hoe slaap werkt en geeft tips.

Lees het artikel

JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)-richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen

De JGZ-richtlijn ‘Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen’ richt zich op gezond slaapgedrag bevorderen, wat te doen om slaapproblemen te voorkomen, het ontstaan van slaapproblemen en hoe slaapproblemen te verhelpen. Onder gezond slaapgedrag valt:

  • een vast slaapschema,
  • een slaapritueel,
  • een rustige, donkere slaapkamer,
  • voldoende beweging en daglicht en
  • het vermijden van maaltijden, avondactiviteiten én schermgebruik vlak voor bedtijd.

Lees bij Aan de slag (pijler signaleren) waar je op let als je wilt weten of een kind voldoende slaap krijgt. Meer informatie over de gemiddelde slaapduur en het slaapgedrag van kinderen lees je in bovenstaande richtlijn. 

JGZ-richtlijn Preventie wiegendood

In de JGZ-richtlijn Preventie wiegendood staan adviezen om wiegendood te voorkomen. Hoewel het tegenwoordig weinig voorkomt, is de kans dat een baby plotseling en onverwacht overlijdt (wiegendood) iets hoger in de kinderopvang dan thuis. Zorg dat jullie hier rekening mee houden in de opvang. Ook is dit voor veel ouders een beladen onderwerp en kunnen ze baat hebben bij een goede voorlichting. Bespreek de adviezen daarom ook met ouders. De belangrijkste aanbevelingen uit de richtlijn zijn:

  • Leg de baby altijd op de rug te slapen.
  • Rook niet tijdens de zwangerschap en rook ook niet na de geboorte in het bijzijn van de baby.
  • Zorg dat de baby niet te warm ligt.
  • Zorg voor een veilige slaapomgeving (eigen bedje, spijlenafstand, geen dekbed, etc.), ook als de baby wakker is. 

Besteed aandacht aan de wettelijke veiligheidsregels en criteria voor kinderbedjes en een slaapprotocol. Hierin staan alle afspraken en regels over het slapen in de opvang. 

Aan de slag met slaap op 4 pijlers

Uit onderzoek weten we dat het effectief is wanneer je activiteiten uitvoert op de volgende pijlers:

  • beleid, 
  • ontwikkelen, 
  • omgeving,   
  • signaleren.

Aan welke activiteiten je kunt denken lees je hieronder. Kijk voor achtergronden over de pijlers bij Wat is Gezonde Kinderopvang

Als kinderopvangorganisatie kun je eraan bijdragen dat baby’s en kinderen goed leren slapen op de dagopvang. Heeft jouw organisatie een beleid voor slaap? En worden ouders en medewerkers hierbij betrokken? Stel een slaapbeleid op per locatie en zorg dat dit regelmatig wordt geactualiseerd. Hoe pak je dat aan? Hieronder de aandachtspunten:

  • Voor een gezonde slaap is een dagritme en routine van belang, met daarin onderdelen die een gezonde slaap bevorderen, zoals het moment van voeding, buiten zijn en bewegen. Leg dit in het beleid vast. Zorg ook voor rust op de opvang tijdens het slaapmoment.
  • Zorg voor een wenroutine (inclusief slaapje) zodat het kind de overstap van thuis naar de opvang geleidelijk kan maken. Vooraf afstemmen met ouders, verwachtingen bespreken en een aantal wenmomenten helpen daarbij. Leg de afspraken vast in een wenformulier.
  • Neem in het beleid ook het Model-protocol Veilig slapen in de kinderopvang (VeiligheidNL) op. Hierin staan adviezen over veilig slapen. Zaak is dat iedereen in de opvang op de hoogte is van dit protocol. Ook stagiaires en pedagogisch medewerkers die komen invallen. Hier ligt een belangrijke taak voor de managers van iedere locatie. 
  • Neem in het beleid op hoe jullie ouders betrekken bij het slapen op de dagopvang. Maak met ouders afspraken en bespreek routines. Leg de gemaakte afspraken altijd vast. Gecommuniceerd kan worden dat de pedagogisch medewerkers graag de verantwoordelijkheid en zorg voor de baby overnemen, maar dat dit alleen veilig en verantwoord is als:
    • De baby gewend is op de rug te slapen (laag risico op wiegendood)
    • De baby gewend is om in een eigen bedje te slapen. 
  • Neem ook in het beleid op hoe jullie omgaan met wensen van ouders die afwijken van het beleid, bijvoorbeeld door ze een extra formulier te laten ondertekenen (bijvoorbeeld als het kindje op de buik mag slapen). Betrek altijd de directeur of locatiemanager bij de extra gemaakte afspraken over slaap, zodat deze op de hoogte is van speciale verzoeken of wensen van ouders.
  • Houd regelmatig in de gaten of het bestaande beleid en dagritme werkbaar is voor pedagogisch medewerkers, kinderen en hun ouders. Heb daarbij ook aandacht voor wat goed gaat. Evalueer samen eventuele frustraties en problemen die ze rond het slapen en dagritme tegenkomen. Bespreek dit tijdens team- en/of kindbesprekingen en actualiseer waar nodig het beleid voor het betreffende kind. 

 

Weten alle pedagogisch medewerkers wat het belang is van goed slapen? En hoe ze om moeten gaan met vragen van ouders? Het is belangrijk dat pedagogisch medewerkers voldoende kennis en vaardigheden hebben om te werken aan gezond slapen en het juiste voorbeeldgedrag tonen. Hoe pak je dat aan? 

  • Zorg dat alle medewerkers vertrouwd zijn met de adviezen en het slaap- en veiligheidsbeleid van jullie opvang. 
  • Bied medewerkers de mogelijkheid om bij- en nascholing te volgen over het belang van slaap en gezond slaapgedrag. Zo zijn ze zich bewuster van de invloed van slaap op kinderen. Je kunt bijvoorbeeld een gezondheidsprofessional met kennis van slaapgedrag bij- en nascholing laten verzorgen. Of je laat medewerkers de E-learning Veilig Slapen op de kinderopvang of de E-learning Adviseren over veilig slapen volgen. Let op: aan deze e-learnings zijn (dekkende) kosten verbonden.
  • Ook kun je een of twee pedagogisch medewerkers vragen slaap als aandachtsgebied te kiezen, zodat zij de kennis over dit onderwerp bijhouden voor jullie opvang.
  • Dagritmekaart slaap & rust
    Gebruik de dagritmekaart slaap & rust. Deze bevat inspiratie voor leuke activiteiten die pedagogisch medewerkers kunnen doen met jonge kinderen (1,5 tot 4 jaar).

Hoeveel daglicht en beweging krijgen kinderen in de opvang? Laten jullie als opvang zien dat goed slapen belangrijk is? Hoe kunnen ouders hun kind beter laten slapen? Hoe zorgen ze voor een goede slaaproutine? Effectief werken aan slaap vraagt om aandacht voor de fysieke én sociale omgeving van de opvang. Hoe pak je dat aan? 

Fysieke omgeving
  • Zorg dat de slaapruimte rustig is ingericht en enigszins te verduisteren is. Zorg dat de ruimte niet pikdonker is; de baby’s wennen namelijk geleidelijk aan een dag-/nachtritme. Daarom is het belangrijk dat een slaapkamer overdag gedeeltelijk verduisterd is en ’s nachts, thuis, helemaal donker.
  • De ideale slaapkamertemperatuur ligt tussen de 16 en 18 .
  • Voor verticale groepen met verschillende slaapsessies is het belangrijk dat er geen luidruchtige activiteiten plaatsvinden in aangrenzende ruimtes. Aan de gebruikelijke geluiden kan een kind wennen.
  • Voldoende beweging en daglicht hebben een positieve invloed op de slaap van kinderen. Zorg voor een omgeving die kinderen stimuleert te bewegen en voldoende (beschermde) blootstelling aan daglicht geeft. Houd bijvoorbeeld zonwering zoveel mogelijk open.  
  • In Nederland slapen kinderen in de opvang ook wel in buitenbedjes. Dit kan veilig, het bij richtlijnen genoemde protocol rond veilig slapen geldt ook voor als kinderen buiten slapen. Zie voor meer informatie: Buiten slapen van baby’s: wat is erover bekend?

Er komen regelmatig nieuwe ‘slaaphulpmiddelen’ op de markt. Op de pagina Veilig slapen: Producten voor babybedjes van de Consumentenbond kun je checken of een slaapproduct veilig is.

Sociale omgeving
  • Zorg dat medewerkers het goede voorbeeld geven en elkaar durven aan te spreken als een collega afwijkt van het slaapprotocol. Daarnaast is het belangrijk dat pedagogisch medewerkers voor zichzelf ook voldoende aandacht besteden aan gezonde slaap.
  • Bespreek met ouders waarom het belangrijk is dat kinderen in een rustige, veilige slaapomgeving slapen. Vraag ouders welk ritueel zij thuis hebben voor het slapengaan, en bespreek met hen welk slaapritueel jullie op de opvang hanteren, zodat deze zoveel mogelijk overeen komen. Zo ondersteun je ouders bij het goed laten slapen van hun kind. 
  • Leg ouders uit, al voordat het kind start op de dagopvang, dat het op de opvang makkelijk zal slapen als het thuis ook in een eigen bedje slaapt tijdens de middagslaap. Bespreek ook regelmatig de duur en tijden van de middagdutjes met ouders. Deze veranderen in de loop van de tijd. 
  • Verwijs ouders met vragen over veilig slapen naar de website Kinderveiligheid.nl van VeiligheidNL. 
  • Via de zoekterm 'slapen' vinden ouders meer achtergrondinformatie op GroeiGids.nl (platform voor ouders). 
  • Organiseer een ouderavond over slaap waarin je bijvoorbeeld ingaat op slaaproutines, of oorzaken van slaapproblemen. Deel in de nieuwsbrief informatieve sites (zoals de slaapadviezen de GroeiGids of de Slaaptest voor ouders) of leestips voor boeken (bijvoorbeeld: ‘Nachtbrekertjes’ en ‘Kinderen met slaapproblemen’ van Ruttien Schregardus, ‘Slaap kindje, slaap’ van Eduard Estivill, of het gratis e-book Slaapproblemen bij Kinderen van Frits Boer).
  • Wil je tips om de relatie met ouders te versterken? Kijk op de pagina Draagvlak creëren bij ouders

Weet je hoe het ervoor staat met de slaapkwaliteit van de kinderen? Weten pedagogisch medewerkers waar ze slaapproblemen aan kunnen herkennen? Helpen jullie ouders bij vragen of problemen rond slaap? Effectief werken aan slaap vraagt ook om signalering. Hoe pak je dat aan? 

  • Wanneer heeft een kind voldoende slaap? Dat is lastig te bepalen. Het zegt niet zoveel als het kind overdag behoefte aan slaap lijkt te hebben. Kinderen die te weinig slapen, zijn niet altijd slaperiger. Soms zijn ze juist drukker. Wel kun je letten op de volgende zaken die laten zien dat een kind waarschijnlijk voldoende slaap krijgt:
    • Als het doordeweeks ’s ochtends spontaan wakker wordt.
    • Als het in weekenden en vakanties niet veel later wakker wordt dan doordeweeks (mits het de avond ervoor niet heel veel later naar bed is gegaan).
    • Wanneer het binnen een half uur na opstaan trek heeft in ontbijt. 
  • Zorg dat alle pedagogisch medewerkers op de hoogte zijn van het slaapprotocol en signalen van slaapproblemen kunnen herkennen bij kinderen. Mogelijke signalen zijn als het naar bed gaan en inslapen problemen geven, of als er sprake is van (excessief) huilen. Iets oudere kinderen zijn vaak extra druk of snel afgeleid wanneer zij slaapproblemen ervaren.
  • Zorg ervoor dat medewerkers weten wat ze moeten doen met signalen. Bijvoorbeeld door collega’s op de hoogte te brengen, het bespreken met de pedagogisch coach, het gesprek met ouders aan te gaan en ondersteuning of advies in te winnen bij de JGZ Jeugdgezondheidszorg (Jeugdgezondheidszorg)/consultatiebureau. 
  • Hoe helpen jullie ouders bij vragen of problemen rond de slaap van hun kind? Aandachtspunten voor het gesprek met ouders: 
    • Zorg dat je het gesprek met ouders positief start.
    • Vraag of ouders vinden dat hun baby goed slaapt en laat ze een cijfer geven voor de slaap van hun baby tussen 0 en 10 (waarbij 0 = heel slecht slapen; 10 = heel goed slapen). Gebruik dit cijfer vervolgens om het gesprek aan te gaan.  
    • Vraag de ouders om een doordeweekse dag te beschrijven met de baby, van 24 uur. Hierdoor krijg je inzicht in het slaapritme van de baby, maar ook in andere routines, die van invloed kunnen zijn op de slaap.
    • Het kan zijn dat kinderen slaapproblemen of slaapstoornissen ontwikkelen. Het is belangrijk hier alert op te zijn en als je hier een vermoeden van hebt dit met ouders te bespreken. In de samenvattingskaart JGZ-richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen kun je hier meer informatie over vinden. Eventueel kun je contact opnemen met de JGZ om advies in te winnen en signalen te bespreken.
    • Adviseer ouders die problemen ervaren met het slapen van hun kind om ook contact op te nemen met de JGZ. De JGZ kijkt of er mogelijk een medische oorzaak is van het slaapprobleem en ondersteunt ouders bij het omgaan met slaapproblemen van hun kind. Er kan ook gezamenlijk overleg plaatsvinden met de ouders, de kinderopvang en de JGZ. 
    • Als een kind slecht slaapt, kan dit veel impact hebben op het hele gezin. Vraag daarom altijd aan ouders en verzorgers hoe het met ze gaat, of ze het volhouden en of ze ondersteuning kunnen gebruiken. Verwijs eventueel door naar de huisarts. 

'Onrustige slapers vinden meer rust en slapen langer'

Bij het groene label van Kibeo, Wiedewei, kunnen baby’s in de tuin slapen, in speciaal ontworpen buitenbedden. Er is nog weinig bekend over de effecten van buiten slapen voor kinderen in Nederland. Toch merkt Maika de Haan, pedagogisch beleidsmedewerker en coach Gezonde Kinderopvang dat onrustige slapers buiten meer rust vinden en langer slapen. ‘Frisse buitenlucht en natuur-, ruis- en ritselgeluiden brengen de kinderen tot rust’, is Maika's ervaring. Bovendien lijkt de slaapkwaliteit 's nacht te verbeteren. Buiten slapen gebeurt alleen als ouders daarmee instemmen. Er is wel aanvullend beleid nodig voor buiten slapen (denk aan weersomstandigheden en de buitenruimte): veiligheid gaat immers boven alles.

Maika's gouden tip:
‘Het klinkt als een open deur, maar leg elk kind met aandacht op bed. Wees altijd oprecht, geruststellend en betrokken en laat het geen lopende band werk zijn. Dan voelt het kind dat het goed is en komt het eerder tot rust.’

Meer informatie

Kijk voor tips en adviezen over veilig slapen op Consumentenbond.nl en Veiligheid.nl

Ondersteuning nodig?

  • Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang. Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt. Bijvoorbeeld over nieuw beleid implementeren, in gesprek gaan met ouders en verzorgers, of andere vragen. 
  • Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.