Aandacht besteden aan mediaopvoeding in de kinderopvang of gastouderopvang loont. Door te investeren in mediaopvoeding leg je een basis voor bewust en verantwoord mediagebruik. Mediaopvoeding helpt kinderen mediawijs te worden. Ze leren kritisch en bewust om te gaan met media. Daarnaast draagt mediaopvoeding bij aan de ontwikkeling van digitale vaardigheden, die nodig zijn in de moderne samenleving. Lees op deze pagina hoe je mediaopvoeding blijvend onderdeel maakt in jullie dagelijkse praktijk en beleid.

Waarom werken aan mediaopvoeding?

  • Uit veel internationale studies blijkt dat er een verband is tussen overmatig mediagebruik en problemen met de lichamelijke gezondheid, zoals overgewicht, bijziendheid en slecht slapen.  
  • Media worden veelvuldig gebruikt door jonge kinderen: kinderen van negen maanden tot en met zes jaar besteden volgens hun ouders gemiddeld zo’n honderd minuten per dag aan digitale media activiteiten (Iene Miene Media, 2023). Kinderen leren door mediaopvoeding de balans te vinden tussen digitale en fysieke activiteiten. Dat draagt bij aan een gezonde levensstijl.   
  • Meer schermtijd zorgt voor minder taalaanbod thuis. Voor elke minuut extra schermtijd produceren volwassenen minder woorden, zijn er minder kinduitingen en minder gespreksbeurten (Brushe et al., 2023). Schermtijd is daarmee van negatieve invloed op de taalontwikkeling van jonge kinderen.  
  • Digitale media kennen veel voordelen, maar ook veel risico’s. Het is belangrijk dat kinderen gebruik leren te maken van de voordelen en zich weten te behoeden voor de risico’s van media.  

Voor je begint...

Wat doet jouw organisatie al?

Wat doet jouw organisatie al?

Beginsituatie bepalen in:

Werk met een gedegen stappenplan

Werk met een gedegen stappenplan

Lees hoe je een themaplan maakt voor:

Aan de slag met mediaopvoeding

Met het Stappenplan werken aan Gezonde Kinderopvang zorg je voor blijvend resultaat. Werk aan mediaopvoeding in jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op de pijlers beleid, ontwikkelen, omgeving en signaleren. Zo maak je meer impact weten we uit onderzoek. Lees hieronder aan welke activiteiten je per pijler kunt denken.

Zorg ervoor dat hygiëne een vaste plek heeft in jullie beleid.

Beleid

  • Stel een mediaopvoedingsbeleid op. Welke visie heeft jullie kinderopvangorganisatie of gastouderbureau op mediaopvoeding?
  • Beschrijf in het beleid in ieder geval wat jullie doen om bij te dragen aan mediaopvoeding.
  • Bedenk als gastouderbureau hoe je gastouders kunt ondersteunen bij het vastleggen van het mediaopvoedingsbeleid in hun pedagogisch werkplan.
  • Je kunt het mediaopvoedingsbeleid ook koppelen aan het pedagogisch beleid, gezondheids- en veiligheidsbeleid.
  • Beschrijf in het beleid waarom je als opvang gebruik maakt van digitale media. Media zijn niet meer weg te denken uit onze samenleving, ook niet uit de leefwereld van jonge kinderen. Door bewust gebruik te maken van media, bereid je kinderen goed voor op een veilige en gezonde omgang met digitale media.  
  • Beschrijf in het beleid van welke digitale media je wel en niet gebruik maakt in de kinderopvang. Als gastouderbureau kan je ook opnemen wat je gastouders wel en niet aanraadt te gebruiken. Welke media zijn geschikt? Zo stel je heldere grenzen voor kinderen, ouders, medewerkers en gastouders.  
  • Benoem ook hoeveel je gebruik maakt van digitale media. Zijn er schermtijdregels? Specifieke momenten op de dag wanneer je wel en niet gebruik maakt van media? Hoe zorg je voor een goede balans? 
  • Het is belangrijk de rol van pedagogisch medewerkers en gastouders te beschrijven rond digitale media. Hoe begeleiden zij de kinderen? Wat moeten zij kunnen? Hoe zorg je ervoor dat zij deskundig zijn? 
  • Het heeft meerwaarde als je ook beschrijft hoe je samenwerkt met ouders/verzorgers rond mediaopvoeding. Hoe verhoudt het digitale mediagebruik in de opvang zich tot het mediagebruik thuis? Hoe toon je het juiste voorbeeld? 
  • Laat het beleid zich niet beperken tot regels, maar bespreek de manier waarop je media inzet. 

Betrekken en informeren

  • Informeer medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers tenminste jaarlijks over het beleid.
  • Stel het beleid op in samenwerking met medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers.
  • Laat ouders/verzorgers zien hoe jullie media op een bewuste en actieve manier inzetten.
  • Schenk regelmatig aandacht aan het thema media in de nieuwsbrief voor ouders, bijvoorbeeld in een vaste rubriek. Noem hierin feiten en tips over mediagebruik en licht regelmatig een onderdeel van het mediaopvoedingsbeleid toe. Deel bijvoorbeeld een linkje van een luisterboek of digitaal prentenboek met ouders dat past bij het thema van de groep, of een ander actueel thema.
  • Meld veranderingen in het beleid, bijvoorbeeld na evaluatie, via een nieuwsbericht op de website of in een nieuwsbrief.

Borgen

  • Borg taken en verantwoordelijkheden. Maak bijvoorbeeld één medewerker verantwoordelijk voor het actualiseren van het mediaopvoedingsbeleid.
  • Denk ook aan uitvoeren en handhaven van het beleid, inclusief afstemming en communicatie met medewerkers, gastouders, ouders/verzorgers en kinderen.

Evalueren

  • Evalueer jaarlijks of het bestaande beleid werkbaar is voor pedagogisch medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers.
 Tips bij pijler Beleid

Bied kinderen, medewerkers en gastouders activiteiten aan rond mediaopvoeding. Met als doel dat zij hun kennis vergroten, vaardigheden aanleren en positief zijn over mediaopvoeding.

Bijscholing

  • Volg regelmatig (online) kennissessies over mediaopvoeding. Tijdens de Media Ukkie Dagen, in het voorjaar, vinden er online en op verschillende plekken in het land sessies plaats over mediaopvoeding voor het jonge kind, gericht op professionals en ouders/verzorgers. Zie voor actuele informatie www.mediaukkiedagen.nl.
  • Heeft jullie organisatie een coach Gezonde Kinderopvang? Gebruik de themamodule mediaopvoeding uit de scholing van Gezonde Kinderopvang. Daarmee help je pedagogisch medewerkers en gastouders hun kennis en vaardigheden rond dit thema te verdiepen. Log in op Mijngezondekinderopvang.nl.

Kennis en activiteiten

  • Gebruik de dagritmekaart 'Media' Deze bevatten inspiratie voor leuke activiteiten die pedagogisch medewerkers en gastouders kunnen doen met jonge kinderen (1,5 tot 4 jaar). 
  • Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen rond mediaopvoeding, via www.mediasmarties.nl, www.netwerkmediawijsheid.nl en de bibliotheek.
  • De verbinding met andere activiteiten speelt een belangrijke rol: door digitaal en fysiek spel af te wisselen en de verbinding tussen beide te leggen, ontwikkelen kinderen zich op verschillende manieren en op verschillende gebieden.
  • Zet media bewust in als middel om kinderen te laten spelen en daarmee hun ontwikkeling te ondersteunen, náást boeken en speelgoed. Zo bied je kinderen een extra speelcontext waarmee je bijvoorbeeld woorden uit een thema weer gebruikt.
  • Zet media bewust in als middel en begeleid online spel. Samen spelen betekent ook zorgen voor interactie: praat erover, laat kinderen reageren. Dat is niet alleen goed voor de ontwikkeling van kinderen, maar het verhoogt ook het speelplezier.
  • Gebruik de mogelijkheden van media: vergroot de wereld van kinderen door hen iets te tonen dat ze jou in de werkelijkheid niet kunt laten zien. Koppel er een fysieke activiteit aan vast, zo leg je verbanden tussen digitaal en fysiek spel.
  • Een fysieke beleving heeft altijd de voorkeur boven een filmpje. Vraag je  af wat de meerwaarde is van digitale beelden. Is het mogelijk om zelf met de kinderen naar zee te gaan? Dan heeft dat de voorkeur. Of kun je met een filmpje een wereld laten ontdekken die fysiek niet mogelijk is? De pedagogisch medewerker of gastouder bepaalt hoe en wanneer het iets toevoegt aan de spelactiviteiten.
  • Het is de belangrijkste taak van pedagogisch medewerkers en gastouders te zorgen dat kinderen zich optimaal ontwikkelen. Media kunnen daarbij een middel zijn, maar de pedagogisch medewerker of gastouder activeert de ontwikkeling van kinderen door interactievaardigheden toe te passen.
  • Zodra je een laptop of tablet gebruikt, bijvoorbeeld voor een spelletje, laat kinderen deze zoveel mogelijk zelf bedienen en kijk en help mee. Je zal hiermee zien hoe digitaal vaardig kinderen (al) zijn.
  • Organiseer workshops en/of informatieavonden voor medewerkers, gastouders en ouders/verzorgers over mediaopvoeding. Zoek hierin bijvoorbeeld de samenwerking met de bibliotheek.

Goede voorbeeld

  • Pedagogisch medewerkers en gastouders hebben niet alleen een voorbeeldfunctie voor kinderen, ook voor ouders! Ruim de helft van de ouders is zich bewust van de invloed van hun eigen mediagebruik op dat van hun kind, maar tegelijkertijd geeft ook bijna de helft van de ouders/verzorgers aan het moeilijk te vinden om het goede voorbeeld te geven. Zij kunnen hier hulp bij gebruiken.

Richt de fysieke en sociale omgeving zo in dat die bijdraagt aan de mediaopvoeding van kinderen, medewerkers en gastouders. Laat medewerkers en gastouders het goede voorbeeld geven en betrek ouders/verzorgers en samenwerkingspartijen bij jullie activiteiten.

Fysieke omgeving 

  • Gebruik de tablet vooral in een kleine kring. Vanwege het schermformaat, maar ook omdat het de interactiemogelijkheden vergroot. Zet de tablet op kijkhoogte en kijk zelf mee. Wil je in een grotere groep kijken, zorg dan voor een groter scherm op kijkhoogte van de kinderen.
  • Gebruik je een tablet voor administratieve handelingen? Leg de tablet buiten het zicht en gebruik deze alleen op vaste momenten. Gebruik de tablet op een vaste plek, zo veel mogelijk buiten het zicht van de kinderen.
  • Gebruik in de speelleeromgeving ook levensechte digitale middelen. Kies bijvoorbeeld voor een dummy smartphone en een laptop, niet voor een draaitelefoon of vaste computer. Zo kunnen kinderen in een veilige omgeving leren omgaan met digitale media.

Sociale omgeving

  • Veel ouders/verzorgers, maar ook pedagogisch professionals zijn aanvankelijk tegen media inzetten in de opvang. Ze maken zich zorgen dat kinderen niet meer voldoende (buiten)spelen. Praat er daarom samen met ouders/verzorgers, pedagogisch professionals over.
  • Informeer ouders/verzorgers over geschikte media voor jonge kinderen en het belang van goede begeleiding. En inspireer ze na te denken over mediaopvoeding binnen het gezin. Laat hen zien hoe je eenvoudig en effectief een koppeling tussen digitaal en fysiek spel maakt.
  • Adviseer ouders/verzorgers eventueel over afspraken rond mediagebruik thuis. Denk aan schermgebruik vermijden vlak voor het slapengaan, aangezien dit de slaapkwaliteit van kinderen kan verminderen. Ouders kunnen schermgebruik vervangen door bijvoorbeeld samen een boek lezen. Kijk ook bij Slaap in de dagopvang.
  • Deel informatie met ouders/verzorgers, denk aan blogs of artikelen van Netwerk Mediawijsheid, MediaSmarties of het NJi.
Betrekken en informeren
  • Mediaopvoeding krijgt meer aandacht als iedereen zich erbij betrokken voelt. Zorg daarom dat kinderen, ouders/verzorgers, medewerkers en gastouders ook een rol kunnen spelen bij activiteiten.
Goede voorbeeld
  • Geef als medewerkers en gastouders het goede voorbeeld.
  • Het gedrag van de pedagogisch medewerker en gastouder bepaalt mede hoe kinderen met media omgaan. Denk maar eens aan op de telefoon kijken tijdens eten of spelen, en op welke tijden en hoe lang de computer of televisie aanstaat. Geef het goede voorbeeld als je wilt dat kinderen een goede balans weten te vinden tussen digitaal en fysiek spel.
  • Ouders/verzorgers spelen de grootste rol in de mediaopvoeding van hun kind. Realiseer je dat jullie als kinderopvang een voorbeeld voor hen bent, ouders weten zelf vaak niet goed hoe ze met media om moeten gaan. Neem ouders hier daarom in mee. Informeer ze over de zorgen en kansen van mediagebruik en hoe zij hier aan kunnen bijdragen.
  • Organiseer bijvoorbeeld een ouderavond over mediaopvoeding, deel informatieve sites met ouders/verzorgers in de nieuwsbrief en geef ze voorbeelden hoe zij digitale activiteiten kunnen koppelen aan offline activiteiten.

Samenwerken

  • Betrek lokale samenwerkingspartners met specifieke deskundigheid, kennis en ideeën bij de activiteiten die je organiseert. Denk aan een (Gezonde) school in jouw buurt, Jeugdgezondheidszorg (GGD Gemeentelijke gezondheidsdienst (Gemeentelijke gezondheidsdienst )) of aan je gemeente.
  • Wil je meer werk maken van het thema mediaopvoeding? Neem contact op met de bibliotheek en verken wat jullie voor elkaar kunnen betekenen.
  • Organiseer bijvoorbeeld samen met de bibliotheek, het consultatiebureau en/of een dichtbij gelegen school een informatiesessie over mediaopvoeding.
  • Werk samen met experts rond mediaopvoeding, kinderpsychologie en digitale veiligheid om medewerkers te trainen en te adviseren.
Tips bij pijler Omgeving
  • Mediawijzer.net biedt de Mediadiamant als hulpmiddel om in gesprek te gaan met ouders/verzorgers over mediaopvoeding. Plezier, inhoud, veiligheid, samen en balans staan daarbij centraal. 
  • Neem de regie en zorg voor een veilige omgeving door bewust met media om te gaan, kinderen goed te begeleiden en geen persoonlijke devices zoals tablets of smartphones te gebruiken.
  • Sluit aan bij de Media Ukkie Dagen en de Week van de mediawijsheid om het thema mediaopvoeding een boost te geven.  
  • Kijk voor tips ook bij de Succesfactor werk samen.
  • Lees ook de tips voor Draagvlak creëren bij ouders.

Houd in de gaten hoe het met de kinderen gaat rond media. Zo kun je vroegtijdig mogelijke risico’s signaleren. Bepaal samen waarop jullie signaleren en doe regelmatig onderzoek. Leg ook vast hoe jullie met signalen omgaan en welke maatregelen passend zijn.

Periodiek onderzoek

  • Zorg dat je weet hoe het met de kinderen gaat rond mediaopvoeding.
  • Informeer je jaarlijks met de uitkomsten van het Iene Miene Media onderzoek (gepubliceerd tijdens de Media Ukkie Dagen in het voorjaar). Het Iene Miene Media rapport beschrijft de uitkomsten van een uitvraag onder ouders van jonge kinderen (0-6 jaar). Het rapport beschrijft welke media een kind thuis gebruikt, de schermtijden thuis, het doel van het mediagebruik thuis en de relatie tot andere activiteiten.  
  • Bespreek regelmatig ook het mediagebruik thuis met ouders/verzorgers. Welke media zetten zij in? Waar lopen ze tegenaan? Hoeveel schermtijd krijgen de kinderen? De website van het NJi geeft tips voor het voeren van dit gesprek. Stel eventueel periodiek vragenlijsten op voor ouders/verzorgers om hier inzicht in te krijgen.

Signaleren

  • Effectief werken aan mediaopvoeding vraagt dat pedagogisch medewerkers en gastouders alert te zijn op problemen of zorgen. En dat zij weten wat ze met een signaal doen. 
  • Observeer dagelijks het mediagebruik van kinderen. Overmatig(e) (vragen om) schermtijd en obsessief gedrag met bepaalde media zijn tekenen van problematisch mediagebruik.
  • Krijg inzicht in hoe digitaal vaardig kinderen (al) zijn door kinderen de digitale middelen zoals een tablet of dummy smartphone te laten bedienen en zelf mee te kijken.
  • Bepaal als gastouderbureau in de evaluatiegesprekken met gastouders samen hoe zij op problematisch mediagebruik signaleren en welke maatregelen zij kunnen nemen.
  • Gebruiken jullie een ouderapp voor de communicatie? Check bij ouders/verzorgers of het hen lukt om hier toegang toe te krijgen en of ze de app naar behoren begrijpen. Wees ook alert op beperkte digitale vaardigheden bij ouders/verzorgers, oefen in dit geval regelmatig met ouders het gebruik van de app en verwijs hen door voor extra hulp (bekijk of er een instantie is in de buurt die volwassenen begeleiding biedt als het gaat om digitale vaardigheden, bijvoorbeeld de bibliotheek).
  •  Zorg dat signalen in jullie organisatie worden opgepakt.

Informeren

Ga in gesprek met ouders over je zorgen. Vraag hen of je hen ergens bij kunt helpen. Stel bijvoorbeeld voor een groepsgesprek te organiseren met meerdere ouders die tegen hetzelfde probleem aanlopen.

Tips bij pijler Signaleren
  • Wees op de hoogte van het aanbod rond mediaopvoeding van organisaties uit de omgeving, verwijs ouders/verzorgers indien nodig naar hen door of werk met ze samen.

Voorbeelden

Pm’er Youssra zet tablet bewust beperkt in op groep

Pedagogisch medewerker Youssra van babygroep de Olifantjes realiseert zich dat baby’s weinig leren van beeldschermen. Ze gebruikt de tablet op de groep alleen voor communicatie met ouders/verzorgers, om de ontwikkeling van kinderen bij te houden en liedjes af te spelen (voor als ze met de kinderen gaat bewegen op muziek). Daarnaast beperkt ze de tijd achter de tablet, zodat ze zowel de kinderen als ouders/verzorgers het juiste voorbeeld laat zien. Ze is ermee gestopt gedurende de dag foto’s te maken van de kinderen om te delen met ouders/verzorgers. Omdat ouders/verzorgers het leuk vinden foto’s te ontvangen, probeert Youssra iedere dag bij één activiteit de tablet erbij te pakken om foto’s te maken. Ze maakt dan bewust foto’s als de kinderen actief zijn, zoals kijken naar contrastfoto’s, bewegen op muziek, bellen blazen. Zo hoopt ze ouders/verzorgers te inspireren dit soort activiteiten ook thuis met hun baby te doen. 


Maak kinderen mediawijs!  

‘Media kunnen leuk en leerzaam zijn. Maar: kinderen moeten wel weten hoe ze ermee omgaan. Daar kunnen wij als professionals in de kinderopvang een bijdrage aan leveren.’ aldus Carla Schriek, coach Gezonde Kinderopvang.

In haar blog  op Kinderopvangtotaal vertelt Carla hoe zij dat bij KMN Kind & Co doen. 


Zaadjes planten 

Op de groep leest pedagogisch medewerker Petra het prentenboek ‘De tuin van Nijntje’ voor. Na het lezen en bespreken van het boekje haalt Petra zaadjes, aarde en potjes tevoorschijn. De kinderen gaan zelf ook zaadjes planten! De geplante zaadjes zetten ze in de vensterbank en iedere dag komen de kinderen kijken of de plantjes als groeien, maar wat duurt dat lang… Petra besluit om in kleine groepjes de gelijknamige app bij het prentenboek erbij te pakken. Ze heeft het verhaaltje met behulp van de app zelf ingesproken en tijdens het interactieve verhaal kunnen de kinderen Nijntje helpen met de tuin omspitten, de grond gladharken, peentjeszaad zaaien, de zaadjes water geven en de peentjes oogsten. Petra bespreekt tijdens het verhaal wat de kinderen zien en doen.


Zandtaartjes maken

Op een regenachtige zomerochtend bedenken kinderen wat ze nodig hebben om zandtaartjes te maken. Ze tekenen schepjes en emmers. Maar hoe maak je nu een zandtaart? Pedagogisch medewerker Myra haalt er een aflevering van ‘Het Zandkasteel’ bij. Sassa en Toto van het Zandkasteel maken ook zandtaartjes, hoe zouden zij dat doen? Samen bekijken ze de aflevering. Myra stelt een kijkvraag en reageert op reacties van kinderen. De kinderen zijn actief en betrokken. Myra daagt de kinderen uit om zelf zandtaartjes te maken. Het is weer droog. Ze doen hun jassen aan en de kinderen gaan in de zandbak aan de slag.


Peutergroep Kiekeboe maakt kennis met digitaal prentenboek  

Pedagogisch medewerker Ellen van peutergroep Kiekeboe besluit de peuters kennis te laten maken met een digitaal prentenboek. Ze kiest voor de digitale versie van het prentenboek passend bij het thema, dat zij ook op de groep heeft: ‘Bentje en de bruine beer’. Vooraf bekijkt ze de animatie en leest ze het boek door. Ze kiest een aantal woorden uit het boek dat ze de kinderen wil leren en die de animatie duidelijk maakt: ‘gapen’, ‘ritselen’ en ‘snurken’. Ook bedenkt ze activiteiten die passen bij het boek.

Als eerste introduceert Ellen het boek in de groep. Ze bekijkt en bespreekt met de kinderen de kaft van het boek en leest het een eerste keer voor. Vervolgens mogen de kinderen een eigen hol bouwen dat geschikt is voor een winterslaap. Hiervoor kunnen ze materialen gebruiken zoals bladeren, mos en takjes. In de rest van de week zorgt Ellen ervoor dat alle kinderen, zelfstandig of in kleine groepjes, het digitale prentenboek van ‘Bentje en de bruine beer’ te zien krijgen. Zodra alle kinderen het digitale prentenboek hebben gezien, leest Ellen het boek opnieuw voor. Vervolgens gaat ze in kleine groepjes het verhaal reproduceren, aan de hand van kopieën van de prenten. Door met de kinderen in gesprek te gaan over het verhaal, helpt Ellen hen om de prenten in de juiste volgorde te leggen. Na deze activiteit krijgen alle kinderen opnieuw het digitale prentenboek te zien.

Ellen legt de activiteiten rondom het boek ‘Bentje en de bruine beer’ vast. Ze houdt ouders via de ouderapp op de hoogte van deze activiteiten. Ouders krijgen de link naar het digitale prentenboek toegestuurd, zodat kinderen ook thuis het filmpje kunnen kijken. Ook laat Ellen ouders zien welke verwerkingsactiviteiten zij heeft gekoppeld aan het digitale prentenboek.

  • De World Health Organization raadt aan:
    • Onder de 1 jaar: geen schermtijd
    • 1-2 jaar: 1 jaar: geen schermtijd, 2 jaar, niet meer dan een uur per dag, liefst minder
    • 3 tot 4 jaar: niet meer dan een uur per dag
    • Vanaf 5 jaar: maximaal 2 uur per dag
  • Wetenschappers zeggen tegenwoordig over schermtijd: ‘Hou je niet zozeer bezig met de hoeveelheid schermtijd, maar vooral met wat kinderen op een scherm doen.’ Het gaat niet alleen om de tijd die kinderen doorbrengen achter een scherm, maar om de (educatieve) kwaliteit en de balans met andere activiteiten.
  • Pas de regel 20-20-2 toe: zorg ervoor dat kinderen (en jij zelf ook) na 20 minuten kijken naar een scherm ten minste 20 seconden in de verte kijken. Zorg er daarnaast voor dat kinderen ten minste 2 uur per dag buiten zijn. De bewezen 20-20-2-regel is een simpele maar effectieve manier om bijziendheid (myopie) te voorkomen of te beperken. Pas de regel toe vanaf jonge leeftijd tot ongeveer 25 jaar, omdat het oog in die periode groeit. Lees meer op Oogfonds.nl.

Ideeën opdoen?

Dagritmekaart media

Kijk bij het stappenplan

Advies of ondersteuning nodig?

Ambassadeur

Mail een ambassadeur Gezonde Kinderopvang.
Dat is een ervaren coach die graag met je meedenkt.

GGD

Informeer naar mogelijkheden voor ondersteuning bij de regionale GGD.


  • Bij bibliotheken kun je terecht voor meer informatie over geschikte digitale prentenboeken.  
  • Wil je aan de slag met mediaopvoeding in de kinderopvang? Neem gerust contact op met de bibliotheek of met Sardes