Dagritmekaart bewegen binnen (banner)

Kinderen houden van spelenderwijs bewegen en ontdekken. Breng daarom beweging in de dag van kinderen. Makkelijker dan je denkt en erg leuk! Laat kinderen gedurende de dag zo min mogelijk zitten, en laat ze zoveel mogelijk zelf doen. Goed voor de motoriek en het zelfvertrouwen. Met de activiteiten op deze pagina kun je direct aan de slag.

Activiteiten voor een kleine groep of individueel

  • Blote voeten pad. Maak binnen een blote voeten pad, bijvoorbeeld met teiltjes of met placemats. Plak op de placemats of doe in de teiltjes afwisselend zachte materialen en harde, zoals watten, kiezelsteentjes, sponsjes, macaroni of zachte stof. Voordeel van placemats is dat je er ook over kunt laten kruipen.
  • Bellenblazen. Vertel hoe de bellen gevangen moeten worden. Prikken met de vinger, koppen met het hoofd of schoppen met een voet. Wie weet er nog een manier?
  • Klim- en klauterroute. Zet met allerlei klim- en klautermaterialen een route uit. Zorg dat de kinderen ergens overheen kunnen klimmen, maar ook onderdoor moeten kruipen. Kijk op de themapagina fysieke veiligheid hoe je uitdagend spelen kunt begeleiden. 
  • Spinnenweb. Maak met touw of wol een spinnenweb. Wikkel de draden rond een stoel, tafel, poten van kast of andere stevig staande meubels. Laat de kinderen als spinnen door de draden van het web klimmen.
  • Beweegbaan. Maak een beweegbaan met afbeeldingen van handen en voeten. Bij het plaatje van de voeten moet het kind het plaatje met zijn voeten aanraken, bij de handen met zijn handen. Voeg afbeeldingen toe zoals een rondje draaien, kikkersprong of flamingo.
  • Was ophangen. Maak een waslijn aan een kant van de ruimte. Zet een mand met poppenkleertjes en knijpers aan de andere kant van de ruimte. Laat de was ophangen. Je kunt dit combineren met bewegingen, door de slang of de olifant de was op te laten hangen.
  • Volg de draad. Plak een lijn van tape op de vloer. Laat de lijn allerlei hoeken maken. De kinderen balanceren over de lijn naar het einde. Laat ze daar met een belletje rinkelen om aan te geven dat ze het gehaald hebben.
  • Poortjes spel. Maak poortjes in een doos. Laat de kinderen ballen van een afstand door de poortjes proberen te rollen. Maak het moeilijker met verschillende groottes van poortjes en ballen. 
  • Ringwerpen. Neem gekleurde kartonnen bordjes, knip het binnenste deel eruit. Je hebt nu ringen. Vul een plastic fles met zand of water en laat de ringen om de fles werpen.
  • Propjes gooien. Maak propjes van aluminiumfolie of papier. Laat die van een afstand in een bak gooien of knutsel van een doos een Holle Bolle Gijs met open mond. Geef Holle Bolle Gijs te eten door de propjes in zijn mond te gooien.

Activiteiten voor de hele groep

  • Dieren nadoen. Springen als een kikker, stampen als een nijlpaard of kronkelen als een slang. Wie kan een flamingo nadoen op één been? 
  • Bewegingen nadoen. Jijzelf of een kind bedenkt een beweging en iedereen doet het na. Dit kun je ook doen met emoties en de bewegingen in het gezicht als je lacht of boos kijkt.
  • Dansen. Zet muziek op en ga dansen. Zorg voor vrolijke, snelle muziek, maar ook voor langzame muziek. Voelen de kinderen het verschil?
  • Orkest. Zet muziek op (snel, langzaam). Ieder kind doet een muziekinstrument na. Denk aan een trompet, drums, gitaar of viool. Samen doen ze een orkest na. 
  • Kleuren zoeken. Leg een gekleurd blad of bak in de kring. Laat de kinderen voorwerpen van dezelfde kleur zoeken en op het blad of in de bak leggen.
  • Ballenbak. Maak een ballenbak, bijvoorbeeld van een deel van de zandbak. Doe er zachte ballen in. De kinderen in de bak gooien de ballen eruit en de kinderen buiten de bak gooien de ballen weer terug in de bak. Lukt het de bak leeg te krijgen?
  • Ballon hooghouden. Neem een ballon. De hele groep moet zorgen dat de ballon niet op de grond komt. Lukt dat? Neem dan 2 ballonnen of meer. 
  • Elkaar versieren. Zet een grote bak met gekleurde knijpers in het midden. Maak tweetallen. Ieder kind mag om beurten een knijper pakken en het andere kind ermee versieren door de knijper aan de kleding vast te maken. Je kunt dit ook op kleur laten doen.
  • Beweegliedjes. Doe regelmatig een beweegliedje zoals ‘Hoofd, schouders, knie en teen’, ‘Zo gaat de molen’, ‘Zakdoekje leggen’, ‘Ik stond laatst voor een poppenkraam’. Kijk op internet voor meer liedjes.
  • Beweegverhaal. Speel een verhaal na, zoals ‘We gaan op berenjacht’ of de verhalen van ‘Peuterbeweging’.
  • Knie tikkertje. De kinderen lopen door elkaar en proberen elkaars knieën te tikken. Dit kan natuurlijk ook met andere lichaamsdelen. 

Meer inspiratie

Structureel werken aan bewegen binnen?

Kijk dan wat je nog meer kunt doen op de themapagina bewegen van Gezonde Kinderopvang. 

Bekijk alle dagritmekaarten

Er zijn dagritmekaarten met activiteiten voor alle leefstijlthema's. Laat je inspireren!